Vrijzinnigen moeten (een beetje) meedogenloos zijn

Jan Greven 14 december 2010

Dagblad Trouw

Volgens de Leidse godsdienstsocioloog Meerten ter Borg heeft vrijzinnigheid de toekomst.
Zij het als mentaliteit. Niet als instituut of verzameling leerstelligheden.

Vrijzinnigheid ziet hij als een levenshouding, die eigen waarden en traditie koestert, maar die tegelijk open staat voor andere denkbeelden en bereid is tot discussie zonder er op voorhand vanuit te gaan dat eigen waarden en waarheden onaangetast blijven.

Dat betekent niet dat het niet uitmaakt welke waarheid iemand aanhangt.
Wel dat het nooit onmogelijk is van standpunt te veranderen.

Ter Borg ziet twee redenen waarom die vrijzinnige mentaliteit meer dan ooit geboden is, respectievelijk waarom die mentaliteit de wind in de zeilen zal krijgen.

Het één is trouwens wat anders dan het andere, maar Ter Borg lijkt er vanuit te gaan dat wat geboden is uiteindelijk ook wel komt bovendrijven.

- De eerste reden is dat de grote problemen van deze tijd, zoals grondstoffenschaarste, verschuiving van de economische en politieke macht, globalisering, technologisering en financiële crisis niet meer werkende weg, zonder systeemverandering kunnen worden opgelost.
Om te voorkomen dat de zaak vastloopt, of uitloopt op een strijd van allen tegen allen, is er fundamentele verandering nodig.

Verandering in zingeving.
Die van het Westen, gebaseerd op individualisme en een besef geroepen te zijn tot exploitatie van de aarde om steeds rijker en machtiger te worden, voldoet niet meer.

Nieuwe zingeving moet vorm en inhoud krijgen in open gesprekken tussen mensen en culturen.
Zonder eigen waarden als begin en einde te poneren. Gesprekken kortom vanuit een vrijzinnige mentaliteit.

- De tweede reden is dat veel mensen zich door bovengenoemde problemen niet meer ’ontologisch geborgen’ voelen.
Ze voelen zich ontheemd, niet meer thuis in eigen stad of dorp.
De waarden die ze vroeger hadden, lijken niet meer te gelden.
Vreemdelingen hebben de buurt overgenomen.
Ze moeten op zoek naar nieuwe waarden.
Met een deftig woord: ze moeten transcenderen, overspringen naar iets nieuws, dat ze delen met de nieuwkomers zodat er opnieuw saamhorigheid kan ontstaan.

Maar hoe doe je dat?
Ook hier kan de vrijzinnige mentaliteit helpen met haar ontspannen omgang met eigen waarden – maar zonder deze op voorhand op te geven – en haar interesse in de waarden van de nieuwkomers.

Ter Borg geeft toe dat zo’n insteek elitaire trekjes heeft. Je moet er iets soevereins voor hebben en lef om op eigen oordeel af te gaan.
Je moet kunnen leven met andere overtuigingen.

Geen wonder dat de soevereiniteit van de vrijzinnige relativering steeds weer spanningen heeft opgeroepen: van de moord op de gebroeders De Witt tot de opkomst van Pim Fortuyn.

Ter Borg vindt zichzelf geen cultuurrelativist.
Daarvoor gelooft hij te sterk in eigen waarden.
Tegelijkertijd gelooft hij in de relativering daarvan.

Terecht dat hij spreekt van een spagaat.
Hoe lastig die spagaat is, blijkt als hij een keer praktisch wordt en zijn visie op hoofddoekjes geeft.
Sommige hoofddoekjes zijn tekenen van onvrijheid, maar andere van vrijheid en zo lang het om vrijheid gaat is het goed.
Dus een hoofddoekje ’mag’?
Dat zit nog, want “hoe genuanceerd hij ook is: aan het idee van een optimale individuele vrijheid houdt een vrijzinnige vast”.
Anders gezegd: het hoofddoekje mag als het vrijheid bevorderend is, want persoonlijke vrijheid is het hoogste criterium.

De vrijzinnige laat dat niet overrulen door andere, bijvoorbeeld godsdienstige criteria.
Tolerantie heeft zijn grens.
Ook bij de vrijzinnige.
Ik zou zeggen: over die grens moet je nooit marchanderen, hoe invoelend je ook bent tegenover andere culturen.
Er mag zelfs iets meedogenloos zitten in de verdediging van die grens.
Iets ’meedogenlozer’ had ik Ter Borg wel willen hebben.

Juist omdat waarheden en waarden niet eeuwig zijn maar met onszelf mee veranderen, zijn wij het uiteindelijk zelf die beslissen over waarden waarover niet valt te marchanderen.
Meedogenloosheid in het staan voor die keuze maakt de maatschappij leefbaarder.

Iedereen weet wat niet getolereerd wordt – en wat wel. Iets meer meedogenloosheid in de verdediging van het recht van joden om orthodox, of gewoon netjes voor sabbat gekleed over straat te lopen, zou de opmerking van Frits Bolkestein dat ze misschien beter naar de VS kunnen verhuizen, waar die meedogenloosheid wel heerst, overbodig gemaakt hebben.

Heel goed, die vrijzinnige mentaliteit.
Maar wel hand in hand met de bereidheid deze meedogenloos te verdedigen.