De
theologen Harry Kuitert en Rick Benjamins
a. Harry Kuitert en zijn kritische visie op het traditionele christendom
b. Rick Benjamins en zijn liberaal christendom
Welke raakvlakken hebben a en b?
Antwoord: Rick Benjamins bouwt in zijn liberaal christendom voort op het
werk van de kritische theoloog Harry Kuitert, maar neemt ook een iets andere
richting.
Hier zijn enkele kernpunten van hoe Benjamins voortborduurt op, maar ook
verschilt van Kuiterts visie:
1.
Erfenis van Kuitert: Alles komt van beneden
Kuitert is beroemd geworden door zijn
uitspraak "Alle spreken over boven komt van beneden", waarmee hij
bedoelde dat alle religieuze uitspraken menselijk geconstrueerd zijn.
Voor Kuitert is religie een menselijke interpretatie van de
werkelijkheid, niet iets dat rechtstreeks van God komt.
God is dus een projectie van menselijke verlangens, hoop en verbeelding.
Deze gedachte werd een hoeksteen van zijn theologie, waarbij hij steeds meer
afstand nam van een traditionele opvatting van het christelijk geloof.
Benjamins volgt Kuitert in dit
kritisch-humanistische denken.
Ook hij benadrukt dat religieuze taal en ervaringen menselijk zijn en dat er
geen directe toegang tot God is via openbaringen.
Religie is dus geen objectieve waarheid, maar een interpretatie van de wereld
door mensen.
2.
Openheid voor spiritualiteit en symboliek
Waar Kuitert
steeds kritischer werd over de traditionele christelijke symbolen en rituelen,
is Benjamins meer open om religieuze symboliek en rituelen waarde te
blijven geven, zelfs als ze niet letterlijk waar zijn.
Benjamins erkent dat religie een belangrijke bron kan zijn van
zingeving, inspiratie en ethiek. Terwijl Kuitert steeds verder afweek
van de traditionele christelijke geloofsinhoud, zoals de opstanding of het
bestaan van een persoonlijke God, is Benjamins meer geneigd deze symbolisch te
interpreteren en hun waarde in een bredere existentiële of ethische zin te
erkennen.
3.
Godsbeeld en het transcendente
Een
belangrijk verschil tussen Benjamins en Kuitert is hun benadering van het begrip
God.
Voor Kuitert lijkt het godsbegrip uiteindelijk op te lossen in
menselijke projecties: God is een constructie van menselijke taal en gedachten.
Benjamins is hierin iets voorzichtiger.
Hoewel ook hij benadrukt dat religieuze taal een menselijke constructie is,
sluit hij het transcendente niet volledig uit.
Hij blijft zoeken naar manieren om zin te geven aan het idee van God, niet als
een almachtig wezen dat ingrijpt in de wereld, maar als een symbool voor
datgene wat ons overstijgt en wat ons leven richting kan geven.
Benjamins is dus meer geneigd om open te blijven staan voor een
niet-dogmatisch, niet-theïstisch godsbegrip.
4. Ethiek
en levensbeschouwing
Beiden zijn
het erover eens dat de ethiek en levensbeschouwing belangrijkere elementen van
het christendom zijn dan de dogmatische geloofsinhouden.
Benjamins benadrukt, net als Kuitert, de waarde van het christendom voor morele
reflectie en maatschappelijke betrokkenheid.
Echter, waar Kuitert steeds meer naar een seculiere ethiek neigde, blijft Benjamins
de christelijke traditie explicieter betrekken bij zijn ethische denken, zonder
vast te houden aan een traditionele christelijke moraal.
Conclusie:
Benjamins
zet het werk van Kuitert voort door religie te zien als een menselijke
constructie en door kritisch te staan tegenover dogma's en traditionele
geloofsuitspraken.
Waar Kuitert echter steeds meer afweek van de christelijke traditie en het
religieuze als projectie van de mens zag, houdt Benjamins meer vast aan het
idee dat religieuze symboliek en taal waardevolle bronnen kunnen zijn voor
zingeving en ethiek, zelfs als ze niet letterlijk waar zijn.
Hij is iets meer open voor een niet-dogmatisch religieus denken, terwijl hij
wel trouw blijft aan de kritische houding van Kuitert.
Bron: 56