Kuiterts visie op God en transcendentie

  1. Afwijzing van de traditionele Godsvoorstelling als een transcendente macht:

    Kuitert keerde zich tegen het idee van een God die als een almachtige, onzichtbare macht van buitenaf de wereld regeert.

    Hij beschouwde dit als een menselijk concept, ontstaan binnen religieuze tradities, en geen objectieve werkelijkheid.

    Volgens hem is het beeld van een transcendente God niet meer dan een interpretatie, een menselijk construct dat bedoeld is om de wereld en ons bestaan daarin te duiden.

  2. Religie is mensenwerk:

    Een van Kuiterts bekendste uitspraken is: "Alle spreken over boven komt van beneden."

    Hiermee bedoelde hij dat alle ideeën over God en het transcendente voortkomen uit menselijke ervaring en cultuur.

    Er is volgens hem geen toegang tot een objectieve werkelijkheid "boven" (transcendent) die losstaat van de menselijke interpretatie.

  3. God als symbolisch begrip:

    Voor Kuitert bleef God een betekenisvol concept, maar niet als een wezenlijke macht die ingrijpt in de wereld.

    Hij zag God meer als een symbool voor de ultieme waarden en betekenissen die mensen in hun leven nastreven.

    Religie en geloof gingen voor hem over menselijke ervaringen, ethiek en zingeving, niet over bovennatuurlijke feiten.

  4. Kritiek op dogmatisme:

    Kuitert was kritisch over dogmatische geloofsopvattingen die God voorstellen als een almachtige en soevereine macht.

    Hij vond dat deze opvattingen niet meer passen in een modern, wetenschappelijk wereldbeeld en dat ze geen recht doen aan de menselijke verantwoordelijkheid en vrijheid.

Conclusie

Kuitert ontkende dus het bestaan van een God die de wereld beheerst als een onzichtbare, transcendente macht.

Hij vond dat dergelijke beelden eerder het resultaat zijn van menselijke verbeelding en interpretatie dan van een objectieve realiteit.

Zijn werk nodigt uit tot een meer kritische en persoonlijke benadering van religie en geloof, waarbij nadruk ligt op de menselijke oorsprong en functie van religieuze ideeën.
Bron: 56