De identiteit van Gereformeerde kerk, Nederland, ca. 1960.

Waaruit bestaat hun Protestantse geloof?

De Gereformeerde Kerk in Nederland rond 1960 had een duidelijke identiteit die voortkwam uit haar gereformeerde wortels, een stroming binnen het protestantse christendom die sterk verbonden is met het calvinisme.

In deze periode waren er enkele kenmerkende elementen die de geloofsinhoud en kerkelijke praktijk van de Gereformeerde Kerk bepaalden.

Hier is een overzicht van de belangrijkste kenmerken:

1. Calvinistische Theologie

De Gereformeerde Kerk was sterk beïnvloed door het denken van Johannes Calvijn, een van de belangrijkste hervormers uit de 16e eeuw.
Zijn leer lag aan de basis van de gereformeerde theologie, die draaide om enkele kernbegrippen:

2. Zondagsviering en Kerkdiscipline

De zondagsviering was centraal in het leven van de Gereformeerde Kerk, met de nadruk op het houden van de rustdag zoals geboden in de Tien Geboden.

De zondag werd vaak "de dag des Heren" genoemd, en het bezoeken van zowel de ochtend- als de avonddienst was een belangrijk onderdeel van het kerkelijk leven.

Naast de eredienst werd er sterk toegezien op kerkelijke discipline en persoonlijke vroomheid. Het naleven van bijbelse regels en morele zuiverheid waren essentieel.

3. Catechese en Belijdenisgeschriften

De Gereformeerde Kerk hechtte veel waarde aan onderwijs in het geloof, vooral aan jongeren.

Catechisatie (geloofsonderwijs) was verplicht, waarbij kinderen en jongeren systematisch werden onderwezen in de basis van de gereformeerde leer.

Dit onderwijs was vaak gebaseerd op de volgende belijdenisgeschriften:

Deze documenten vormden het fundament voor de gereformeerde geloofsopvatting en speelden een belangrijke rol in de geloofsopvoeding.

4. Erediensten en Preekstijl

De erediensten waren gericht op de verkondiging van het Woord.
De preek stond centraal, en deze was doorgaans diepgaand en theologisch onderbouwd.

Predikanten legden veel nadruk op het uitleggen van de Bijbelteksten, vaak in relatie tot de bovengenoemde belijdenisgeschriften.

Er was weinig ruimte voor rituelen of ceremoniën zoals die in de rooms-katholieke kerk worden gezien. De prediking moest het geloof verdiepen en mensen aansporen tot een christelijk leven.

5. Morele en Sociale Thema's

In de jaren 1960 werd de Gereformeerde Kerk gezien als behoudend op moreel gebied.

De kerk sprak zich vaak uit over zaken als huwelijk en gezin, seksualiteit, alcoholgebruik, en het bewaren van de zondagsrust.

De kerk moedigde een ingetogen en vroom leven aan, en leden werden aangespoord om zich te onderscheiden van de wereld door een sobere en moreel strikte levensstijl.

6. Verzuiling en Gemeenschapsleven

In de jaren 1960 maakte de Nederlandse samenleving nog steeds deel uit van de verzuilde structuur.

De gereformeerden vormden een duidelijke zuil binnen de Nederlandse samenleving, met hun eigen scholen, vakbonden, kranten, politieke partijen (zoals de Anti-Revolutionaire Partij, ARP) en maatschappelijke organisaties.

De Gereformeerde Kerk functioneerde niet alleen als een religieuze gemeenschap, maar ook als een sociaal-cultureel kader waarin haar leden op alle terreinen van het leven gereformeerde waarden en normen volgden.

7. Politieke Betrokkenheid

Veel gereformeerden waren politiek actief en steunden de Anti-Revolutionaire Partij (ARP), opgericht door Abraham Kuyper.

Kuyper's ideeën over "
soevereiniteit in eigen kring" bleven in de jaren 1960 nog steeds invloedrijk. De gereformeerde zuil stond bekend om haar actieve rol in zowel kerkelijke als maatschappelijke aangelegenheden.

Conclusie

De identiteit van de Gereformeerde Kerk in Nederland rond 1960 was sterk geworteld in het calvinisme, met de nadruk op de soevereiniteit van God, predestinatie, en een strikte interpretatie van de Bijbel.

Het geloof van de Gereformeerde Kerk was nauw verweven met het leven van alledag, zowel in kerkelijke als maatschappelijke structuren, en beïnvloedde de politieke en culturele koers van veel van haar leden.

Deze identiteit begon in de jaren 1960 onder druk te komen te staan door maatschappelijke veranderingen en toenemende secularisatie, maar de kernwaarden bleven nog lang belangrijk binnen de kerk.
Bron:
56