Zonde is je eigen geest verwaarlozen

Auteur Paul Delfgauw
29 november 2019

Volgens promovendus Fokko Omta is zonde het doel van je ware Zelf missen:
spirituele zelfverloochening door je wezenlijke Zelf te vergeten.

- Zonde is spirituele luiheid of traagheid, verwaarlozing van je eigen ‘geest’.

- Volgens de Vrije Universiteit Amsterdam is het tijd voor een post-theïstisch zondebegrip.

Post-theïstisch? 
Godsdienstfilosoof en theoloog Taede A. Smedes noemt je post-theïst als je niet meer in een persoonlijke God gelooft.

Gisteren promoveerde Fokko Omta op de zonde. De titel van het proefschrift luidt: 
Sin: against Whom or against What? 
Logisch, die vraag als je het geloof in een persoonlijke God kwijt bent.
Tegen wie of wat ben je dan zondig? Tegen jezelf dus.

Gedeelte uit zijn proefschrift

‘Deze studie gaat over veranderingen van de zondeleer waarbij de volgende, traditionele voorstelling van zonde als vertrekpunt is genomen: zonde is ‘een schuldige en persoonlijke belediging van een persoonlijke God’

Zonde wijst op ‘kwaad’ in de religieuze relatie met God.
- De studie onderzoekt de consequenties voor het zondebegrip als God niet theïstisch als persoon wordt gezien, maar als ‘geestelijk principe” (het goddelijke, geest, iets).
- De studie loopt uit op de formulering van een post- of niet-theïstisch zondebegrip.

Omta zoekt omschrijvingen van zonde in new-age kringen waarin het goddelijk en het menselijke nauw op elkaar worden betrokken.
Bij theoloog Karl Barth vindt hij zonde benoemd als ‘traagheid’ en
bij filosoof en theoloog Paul Tillich ‘ten diepste vervreemding van jezelf’.
Dat komt heel dicht in de buurt bij Omta’s ‘spirituele zelfverloochening’.

Omta:
Zonde is niet gericht tegen een buitenaards Opperwezen, maar keert zich tegen het meest wezenlijke in jezelf.
Het is een vorm van spirituele luiheid of traagheid, verwaarlozing van je eigen geest en ziel.’

Als je dus niet in een persoonlijke God gelooft, kan je ook niet tegen Hem zondigen: niet langer dus zonde als opstand tegen God.
Zo komt Omta aan zijn herformulering van ‘zonde’. Het is ernstig: je zondigt tegen je zelf, tegen je Zelf.
Je verloochent jezelf spiritueel.
De mens blijft ten diepste geest, vindt Omta, geschapen naar het beeld van God.

En in de geest van de mens zit iets van God.
Daar kunnen de post-theïsten dan weer op afdingen: zij geloven immers niet in een persoonlijke God?
Zo lijkt de denkwijze van Omta een handigheidje: ook in de post-theïst huist God.
Niet zo gek als je bedenkt dat het Omta erom gaat dat de diepste grond van de mens –zijn geest en ziel– weer in contact komt met God en dat de moderne mens daarin de weg gewezen wordt.

Omta:
Ik probeer tegemoet te komen aan gelovigen die om welke reden dan ook niet meer in een persoonlijke God kunnen geloven.
Zij hebben ook hun zonde.
Het vernieuwende van mijn concept is dat ik met de Duitse theoloog Dietrich Bonhoeffer zonde niet verbindt met het zwakke in de mens, maar juist met zijn kracht, het verhevene.

De mens is ten diepste geest, geschapen naar het beeld van God. En zijn geest is de aanwezigheid van iets van God in de mens.
Dáárop richt zich mijn nieuw geformuleerde zondebegrip.’

Omta’s proefschrift geeft te denken. Misschien is zondigen tegen jezelf wel de grootste zonde die je kan doen: je eigen geest verwaarlozen.
Dat is nog al wat.
Dan loop je rond met een lege of leeggelopen geest.
Dan ga je inderdaad de mist in als je alleen aan jezelf vastzit, zoals Omta dichter Willem Barnard aanhaalt. Ten koste – ook nog – van je eigen ziel.

Bron:
Zonde is je eigen geest verwaarlozen