Mensbeschouwing
Een filosofische Antropologie
(te lezen op smartphone)
Inhoud
Hoofdstuk II. De mens en zijn wereld
1. De vier ken-wijzen van Klukhuhn
2. Transcendentie, de wereld binnen ons
a. Mythologische geloofsvoorstellingen
2.4 Filosofie,
overstijgend, als basis
2.5 de Ander, de
medemens, als basis
Hoofdstuk III. Theologie in beweging
3. Verzoening in
Christus, het kruis
5. Het zondebesef,
verschuiving
Hoofdstuk IV.
Filosofische Antropologie
Hoofdstuk V. De mens als zingever
1. Martela, de zin van
het leven
3. Heidegger, zingeven
aan je leven
4. Hendrikse, is het
leven maakbaar?
5. Dirk de Wachter,
psychiater
- Zingeving, geluk en verdriet
Hoofdstuk VI. Mijn innerlijke wereld
4. Evaluatie Innerlijke
Wereld
4.1 Transcendentie, de
wereld binnen ons
4.2 De invloed van de
filosoof Hegel
Bernard Sietses
weblog, 2024
- Een veelzeggend antwoord
‘Elk mens die leeft waardeert.
- Een leefwereld is een waardenwereld. Want leven is liefhebben en haten en
achteloos voorbijgaan. Leven is voorkeur en afkeer, onverschilligheid en intens
met iets bezig zijn. Leven is dingen moeten doen, die je niet graag doet en
dingen niet kunnen doen, die je dolgraag zou willen doen. Elke mens heeft zo
zijn eigen wereldje’.
‘Waarderen is zingeven.
- Elk mens is een zingever. Iedereen brengt zingeving dagelijks in de
praktijk’.
‘Elk
mens is een eigen zijn, met een eigen
aard.
- Dit eigen ZIJN is geen vast omlijnd, massief blok. Het is eerder een
kunnen-zijn, een taak die volbracht moet worden. Elk mens heeft een onbekend
aantal mogelijkheden die naar verwerkelijking dringen’.
‘Een mens
leeft geschiedenis.
- Hij moet zichzelf voltrekken. Het ‘ik’ is een levensgeschiedenis, die zich in
verschillende fasen voltrekt.’
Bron: deel uit een artikel van Pater Th. v.d.
Vossenberg
- Wat maakt
een mens tot een uniek wezen?
Mensen hebben verschillende kenmerken die hen onderscheiden van andere dieren
en hen tot unieke wezens maken. Hieronder staan enkele belangrijke eigenschappen
van mensen:
Sociaal:
Mensen zijn van nature sociale wezens. Ze leven in groepen, vormen
gemeenschappen en hebben complexe sociale structuren. Communicatie,
samenwerking en empathie zijn cruciaal in menselijke interacties.
Ethiek:
Mensen hebben een ontwikkeld gevoel voor moraliteit en ethiek. Ze hebben normen
en waarden die hun gedrag sturen en hen helpen onderscheid te maken tussen goed
en kwaad.
Esthetiek:
Mensen hebben een waardering voor schoonheid en kunst. Ze creëren en genieten
van kunst, muziek, literatuur en andere vormen van esthetische expressie.
Transcendentie:
Mensen hebben het vermogen om na te denken over abstracte begrippen zoals het
leven, de dood en het universum.
Ze zoeken naar betekenis en proberen vaak verbinding te maken met iets dat
groter is dan henzelf, zoals in religie of filosofie.
Over dit alles, en veel meer,
zal het gaan in ‘mijn mensbeschouwing’.
In dit weblog stel ik als eerste de vraag waarom mensen meer en meer de kerk
verlaten. Religieuze bijeenkomsten geven toch altijd de mogelijkheid om eigen levensbeschouwing
te overdenken en te beleven?
- Wat is de situatie waarin we terecht zijn gekomen?
Zie: De
ontkerkelijking van Nederland
- Waarom heeft de kerk als drager van het Christelijk geloof het zo moeilijk?
- Waarom kiezen kerkgangers een alternatieve
weg als het gaat om de verrijking van hun geestelijk leven?
- Is de boodschap van de Christelijke kerk niet meer van deze tijd?
- Is het niet zo dat op grond van nieuwe theologische inzichten geloofsvoorstellingen
inhoudelijk zouden moeten worden bijgesteld?
Veel vragen, hoe vinden we hierop antwoord?
Het blijkt dat een plaatselijke predikant, ds.
J.H. Meijer, mij een goede denkrichting kon geven.
Tijdens een kerkdienst boeit ds. Hans Meijer zijn toehoorders niet alleen met een heldere, goed te begrijpen verkondiging maar geeft ook -waar nodig- een eigentijdse interpretatie van Bijbelteksten.
Hij creëert een religieuze omgeving waar ik me goed bij voel.
Als bijzonderheid noem ik de verschillende
bijeenkomsten met de naam ‘Taizé-vesper’.
Samen met mijn vrouw bezocht ik verschillende van zijn ‘leerhuizen’.
Hij gaf daar informatie met een inhoud die mij deed opleven.
Deze sloot niet alleen aan bij wat ik jaren geleden al had gehoord en gelezen,
maar vooral ook bij mijn eigen denken en beleven.
Allerlei dingen werden mij duidelijk, met name dat er een overtuigend verband
is te leggen tussen geactualiseerde geloofsvoorstellingen en onderwerpen uit de
filosofie en psycho-analyse.
Aanleiding voor mij om hiervan studie te gaan maken.
Vanaf 2018 ben ik me gaan verdiepen in de meer recente theologie met daaraan gekoppeld onderwerpen uit andere bronnen. Te vinden in de literatuurlijst.
Kunnen we greep krijgen op de wijze van denken van de hedendaagse mens?
Ja zeker, een voorwaarde daarbij is wel dat men kennis neemt van datgene wat in de afgelopen eeuwen is gebeurd. Het is de Renaissance die kan worden aangewezen als de periode waarin de geschiedenis van de West-Europese cultuur begint; een nieuwe manier van denken bood zich aan. Deze is bekend geworden onder de naam ‘de moderne tijd’.
Tot in de 16e
eeuw heeft de kerk het vol gehouden: de
waarheid werd in een geloofsleer verpakt en als objectief aan de
‘gelovigen’ doorgegeven. Andersdenkenden werden gestraft.
Het probleem bleef echter dat ieder mens op een eigen subjectieve manier
waarneemt, beleeft en denkt. Het bleek onmogelijk om iedereen op dezelfde wijze
te laten ‘geloven’. Zie ook 12, 2016, hfd 3
De
Verlichting in de 17e en 18e eeuw was een reactie op een dogmatisch
autoriteitsgeloof.
Er ontstonden twee hoofdstromingen, het Rationalisme en als reactie de
Romantiek.
Tot
in de Middeleeuwen werd de Christelijke Religie voorgeschreven door specialisten,
geestelijken die op de hoogte waren van de kerkelijke leer.
De
filosoof René Descartes (1596-1650) bracht daar verandering in. Hij
wilde de religie niet meer als een allesbepalend uitgangspunt nemen.
In plaats daarvan gaf hij prioriteit aan het menselijke verstand.
Zijn gedachtegoed werd bekend onder de naam rationalisme, een stroming die het
denken tijdens de Verlichting zou gaan bepalen.
Nieuwe
vragen werden gesteld, zoals:
- waarvoor zouden we God nodig hebben als ons eigen verstand toch ook antwoord
kan geven op onze zingevingsvragen?
- wat moeten we met een kerk die ons wil overtuigen van haar eigen gelijk, van
datgene waarvan zij zeggen dat het de absolute waarheid is?
Welk antwoord geeft Descartes? Lees: Kenmerken van Descartes' Rationalisme
En verder…
Het denken van René Descartes heeft een vervolg bij wetenschappers als Kant en
Hegel.
De
filosoof Immanuel Kant (1724-1804)
geeft religie een plaats binnen de grenzen van het gezonde verstand.
Hij leverde een cruciale
bijdrage aan de Verlichting door zijn nadruk op de autonomie van de rede en het
kritisch denken.
In zijn essay "Wat is Verlichting?" definieerde hij Verlichting als "de bevrijding van de mens uit
zijn onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is."
Kant stelde dat mensen hun verstand moesten gebruiken zonder de leiding van
anderen, wat leidde tot een nadruk op individuele vrijheid, rationaliteit en
ethiek.
In 1793 publiceert Immanuel Kant zijn boek "Religie binnen de Grenzen van
de Rede Alleen".
In dit werk onderzoekt hij hoe religie
kan worden begrepen binnen de grenzen van de menselijke rationaliteit.
Lees meer hierover in de bijlage Moreel handelen
De
filosoof Georg Hegel (1770-1831) meende dat het in de religie
niet gaat om morele plichten, zoals bij Kant, maar om kennis van de Geest.
Hoe komt een mens aan deze kennis?
Antwoord:
Via drie ontwikkelingsfasen, het zijn:
1. De subjectieve Geest. Dit is de geest van de individuele mens. Deze begint
met het bewustzijn van externe objecten.
2. De objectieve Geest. Dit is de geest van de staat en de
samenleving. Deze bestaat uit
wetten en moraal, het ethische leven.
3. Absolute Geest. In
deze fase is vrijheid volledig gerealiseerd.
Dit betekent dat de Geest niet langer beperkt wordt door externe
omstandigheden.
De Absolute Geest kent drie hoofddomeinen, het zijn:
- Kunst: Hierin wordt de Geest
intuïtief en zintuiglijk waargenomen.
- Religie: Hierin wordt de Geest
voorgesteld door middel van symbolen en geloofssystemen.
- Filosofie: Dit is de hoogste vorm van de
Geest. Hierin begrijpt een mens zichzelf, zowel rationeel als begripsmatig.
Lees meer hierover in de bijlage:
stadia
van de menselijke geest
Rousseau
Als reactie op het Rationalisme ontwikkelde zich de Romantiek, een
stroming die zich vooral aan het eind van de 18e en in de 19e eeuw sterk deed
gelden in de kunst (beeldende kunst, literatuur en muziek).
Tijdens de Romantiek werden subjectieve ervaringen als uitgangspunt genomen.
Hierdoor kwamen introspectie, intuïtie, emotie, spontaniteit en verbeelding
centraal te staan.
Een bekende vertegenwoordiger van deze
stroming was de filosoof Jean Jacques
Rousseau.
Bij hem stond niet de rede centraal
die tot vooruitgang leidde, maar het hart en de ‘natuurlijke toestand’ van de
onbedorven mens.
Deze leefde als wilde of als plattelandsmens, twee types die Rousseau
verheerlijkte omdat ze een natuurlijk leven leiden.
De mens was in zichzelf vrij en onafhankelijk, aldus Rousseau, maar werd
uiteindelijk bedorven door luxe, vooruitgang en wetenschap.
De Verlichting, ook wel de Eeuw van de Rede genoemd, was een intellectuele en
culturele beweging die zich in de 17e en 18e eeuw in Europa ontwikkelde. Deze
beweging legde de basis voor veel aspecten van de moderne tijd, met nadruk op
rede, wetenschap, individualisme en secularisme.
Zie achtergrond-informatie over de Verlichting en de Moderne Tijd
Conclusie
Het belangrijkste kenmerk van de Verlichting is dat de theologische antropologie verandert in een filosofische antropologie. Het is de méns die de grondslag wordt van alles wat gebeurt. Men wilde niet meer zoeken in ‘een hogere werkelijkheid’. De méns neemt de plaats in van God.
Het nieuwe uitgangspunt wordt de wereld zoals deze zich voordoet. Als realiteit, voor de mens waarneembaar.
Eind
jaren 1950 krijgt de Moderniteit een nieuwe fase. Het
póstmodernisme doet zijn intrede!
Het
postmodernisme is een cultuurstroming die ontstond aan het eind van de jaren 1950.
Kenmerkend ervan is de radicale
twijfel aan waarheid zoals die wordt opgeëist door systemen die
hun eigen wetgeving vaststellen. Het gaat daarbij om de ‘grote verhalen’ die
waarheid claimen, zoals gebeurt in de politiek en in de theologie.
Eigen ervaringen
in de jaren 1960/1970
In het gereformeerde milieu waarin ik opgroeide stonden de waarden en normen vast, ze waren een richtlijn voor mijn opvoeding. Ze domineerden zowel thuis als op school, in ‘onze’ politieke partij als in ‘onze’ krant.
Ik herken mezelf helemaal in de boeken van
Agnes Amelink 52, van Wim
Wijnands 53 en van Jan
Baars. 54
De gereformeerde identiteit werd mij als kind overgedragen. Mijn adolescentie
en de jaren die daarop volgden vielen volop in de tijd van het postmodernisme.
In
de vele gesprekken die ik had met familie en vrienden was ‘levensbeschouwing’
nogal eens hét onderwerp. Ik voelde me thuis in de discussie waarbij
gereformeerde waarden onder de loep werden genomen. Niet alles voor zoete koek
aannemen, maar vragen naar achtergronden.
Om die reden vond ik de publicaties van de theoloog Harry Kuitert bijzonder interessant. Hij bracht onder
woorden wat ik - vaak latent- van belang vond.
Overigens
drong het kritische gedachtegoed uit de Verlichting pas jaren later door. In
dat proces was Harry Kuitert één van de theologen met een baanbrekende rol!
Ook
de humanistische psychologie van Abraham Maslow maakte op mij veel indruk. Centraal daarbij stond de optimale
ontwikkeling van het méns-zijn. Worden wie jíj bent. Opklimmen naar
zelfverwerkelijking en naar zelfoverstijging. 23
Vele jaren later drong het tot mij door dat zowel Kuitert als
Maslow typerend waren voor het postmoderne denken: beiden bekritiseerden de gangbare
waarheden
binnen hun vakgebied; beiden zochten naar nieuwe wegen.
Kuitert zet de religieuze
mens centraal: het is de méns die zich richt op een goddelijke aanwezigheid.
In 1974 schrijft hij 'Alle
spreken over Boven komt van beneden, ook de uitspraak dat iets van Boven komt.' Daarmee
laat hij weten dat de theologie bij de méns begint . 06,1974.
Ook Maslow stelt de mens centraal. In de jaren 1960 ontwikkelde hij de
humanistische psychologie, een stroming
die van grote waarde bleek binnen mijn mensbeschouwelijk denken.
Vijftig jaar
later en daarna
Het
postmodernisme heeft geleid tot persoonlijke emancipatie, het mogen zijn wie je
bent. Een positieve ontwikkeling, zeer zeker. De keerzijde is echter dat deze vernieuwing
gepaard is gegaan met een op hol geslagen individualisme en weinig of geen
interesse voor de medemens. Met als gevolg sociale vereenzaming.
Daarnaast heeft het geleid tot oppervlakkigheid, een toenemend materialisme en
overdreven gerichtheid op eigenbelang.
In
2023 schrijft de Amerikaanse geschiedkundige James Kennedy
hierover een column in dagblad Trouw.
Eén essentiële zin daaruit:
‘Ik
mis normerende en levensbeschouwelijke gesprekken in dit land. Nederlanders
zijn gericht op hun eigen welzijn en de kwaliteit van het leven, maar
gesprekken over de zin van het leven, de dood, ethiek, de waarde van relaties
en de betekenis van geloof en zingeving zijn spaarzaam’.
En verder…
De opmerking van James Kennedy dat hij ‘normerende
en levensbeschouwelijke gesprekken’ in onze samenleving mist, raakt de kern van dit weblog.
Mijn mensbeschouwing geeft verheldering vanuit een
filosofisch perspectief.
Met als thema’s:
- De mens en zijn wereld, hfd II
- Theologie in beweging, hfd III
- Filosofische Antropologie, hfd IV
- De mens als zingever, hfd V
- Mijn innerlijke wereld, hfd VI
Hoe kent de mens zijn wereld?
De filosoof André Klukhuhn splitst het menselijk bewustzijn in twee helften:
een wereld buiten ons en een wereld binnen ons. 42,2020,pg 69ev
Hij ziet vier
kén-wijzen, dit zijn:
- Een
wereld buiten ons
1. De wetenschap; deze bevindt zich in de menselijke buitenwereld en staat
aan de ene kant van het bewustzijn. Wetenschap staat voor objectieve kennis,
waarneembaar en toetsbaar.
- Een wereld binnen ons
2. Het mystieke; dit bevindt zich aan de andere kant van het menselijk
bewustzijn, de binnenkant. Deze kenwijze gaat uit van directe en intuïtieve
ervaringen van een mens bij waargenomen verschijnselen.
Kenmerkend zijn oerbeelden, zoals de Oermoeder, de Goddelijke Zoon, de Duivel,
de Held.
Het mystieke is nauw verwant aan Religie.
3. Het kunstzinnige; deze ken-wijze is verweven met het mystieke.
Kunst is subjectief, gevoelsmatig en intuïtief.
4.
De filosofie
overkoepelt beide polen, richt zich op zowel de wereld buiten ons als de wereld
binnen ons. 42
Mijn
‘Mensbeschouwing’ is niet gericht op de menselijke buitenwereld. Het zal gaan
over de wereld binnen ons.
Waar de filosoof Klukhuhn het begrip ‘mystiek’ gebruikt, kies ik het begrip
‘transcendentie’.
De
reden daarvoor is dat dit laatste beter aansluit bij de
fenomenologie, een filosofische stroming die mijn voorkeur heeft.
Wat is het verschil tussen Mystiek en Transcendentie?
- Mystiek
verwijst naar een directe, persoonlijke ervaring van het goddelijke of het
absolute.
Het gaat vaak om een innerlijke ervaring van een hogere werkelijkheid, die
moeilijk onder woorden te brengen is.
Mystieke ervaringen zijn meestal intuïtief en subjectief. Ze worden vaak
geassocieerd met religieuze en spirituele tradities.
- Transcendentie verwijst naar datgene wat de grenzen van de directe
zintuiglijke ervaring of de fysieke werkelijkheid overstijgt.
Het
begrip is zowel filosofisch als theologisch van aard en wordt vaak in verband
gebracht met het bestaan van een hogere werkelijkheid, iets dat niet direct
waarneembaar of meetbaar is.
Voor gedetailleerde informatie, zie bijlage transcendentie.
Hoe
geef ik in dit weblog vulling aan het begrip ‘transcendentie’?
Het antwoord komt vanuit verschillende invalshoeken, nl:
- Psychologie, par. 2.1
- Psycho-analyse par. 2.2
- Theologie, par. 2.3
- Religieuze
filosofie, par. 2.4
- de Ander, par. 2.5
- Muziek, par. 2.6
Psychologen
over de rol van intuïtie
Twee psychologen onderzochten de wijze waarop mensen
beslissingen nemen. Het zijn Daniel Kahneman en Gerd Gigerenzer.
Indrukwekkend kennis te nemen van hun gedegen wetenschappelijke arbeid.
Kahneman, In
hoeverre reageert een mens intuïtief?
De psycholoog Daniel Kahneman (geb. 1934) ontdekte niet alleen het bestaan
van twee soorten denkprocessen in ons brein:
het intuïtieve en het rationele.
Hij toonde aan hoe deze twee denksystemen tot totaal verschillende uitkomsten
kunnen komen, zelfs met dezelfde informatie.
Hij heeft vooral de kracht van ons onbewuste brein onthuld. We denken allemaal
dat we rationeel denkende mensen zijn die nadenken over te nemen beslissingen.
Het tegenovergestelde blijkt het geval: we zijn bijna helemaal irrationeel. Dit
blijkt voor ons een overlevingsmechanisme. 21, 2019, Deel 1
Kahneman analyseerde de wijze waarop mensen beslissingen nemen. Op grond
van wetenschappelijk onderzoek stelde hij vast dat dagelijkse beslissingen voor
ca. 95% op intuïtieve basis worden genomen. De overige beslissingen
worden rationeel doordacht. Slechts 5% dus!
Gigerenzer.
Hoe beslissen we? Intuïtief of redenerend?
De
Duitse psycholoog Gerd Gigerenzer
(geb. 1947) deed jarenlang onderzoek naar de menselijke intuïtie. Wat blijkt? Wie veel ervaring heeft, kan bij het maken van een beslissing beter
vertrouwen op zijn intuïtie dan op beredeneerd, logisch nadenken.
Kenmerkend voor intuïtie is:
- komt snel op in je bewustzijn
- gebaseerd op jarenlange ervaring
- je kunt het niet uitleggen
Intuïtie
reikt verder dan de beschikbare informatie.
Vaak draait het om de vraag: moet ik dit wél of juist niét doen?
Gerd Gigerenzer laat in zijn boek 'De kracht van je intuïtie' zien hoe je beter besluiten kunt nemen als je vertrouwt op datgene wat je intuïtie je ingeeft.
We denken vaak dat we beslissingen moeten nemen met ons verstand, weloverwogen
en na veel wikken en wegen. Maar niets is minder waar. Gigerenzer gaat verder…
- Maak in plaats van je ratio gebruik van je cognitieve, emotionele en sociale
vaardigheden. Deze zijn gebaseerd op krachtige intuïtieve instrumenten zoals
vertrouwen, bedrog, identificatie, wensdromen en samenwerking.
- Besteed geen extra tijd aan het verzamelen van nieuwe informatie.
Daarentegen, laat jezelf intuïtief voelen wat je niét hoeft te weten. Op deze
manier verlost het je van al het wikken en wegen. 24
Na
de resultaten van bovenstaand wetenschappelijk onderzoek wil ik kennismaken met
de psycho-analyse van Carl Jung.
Het onbewuste
Welke rol speelt het onbewuste binnen de menselijke psyche?
De
psychiater Carl Jung (1875 – 1961) geeft een overtuigende
verduidelijking van datgene wat zich afspeelt aan de binnenkant van de menselijke psyche. Hij trekt een grens tussen
het bewuste en het onbewuste.
Ik ga hier alleen verder met het onbewuste. Dit heeft als inhoud:
- het persoonlijk onbewuste. Dit is een opslagplaats van materiaal
dat niet meer bewust is, maar dat gemakkelijk tot het bewuste kan opstijgen.
Dit materiaal bestaat uit herinneringen en gedachten die uit het bewuste zijn
gestoten omdat zij onbelangrijk of bedreigend zijn. Zie meer details
- het collectief
onbewuste. Carl Jung noemt dit de
machtigste kracht in de psyche van een persoon.
Het bestaat uit overgeërfd
psychisch materiaal wat bij de hele menselijke soort onbewust aanwezig is.
Door middel van erfelijkheidsmechanismen worden bepaalde ervaringen van de ene
generatie op de volgende doorgegeven.
De opslagplaats van deze universele evolutionaire ervaringen vormt het diepste en meest ontoegankelijke niveau van de
persoonlijkheid. 30, 1979
Krachten, afkomstig uit dit collectief onbewuste hebben de
naam archetypen ( of oerbeelden).
Dit zijn o.a.:
- de Oermoeder, de Goddelijke Zoon, de Maagd,
- de Duivel, de Slang, het Beest,
- de Held, de Oude Man,
- de Maan, de Zonnegod,
- de Wind, het Water, de Zee, het Vuur. 30, 1982
Kenmerkend voor archetypen is dat ze in elke cultuur de eigen religie
overstijgen.
Met behulp van Wikipedia heel overtuigend te lezen bij:
- het
scheppingsverhaal
- de zondvloed
- de
onsterfelijke ziel
- het dodenrijk
Carl
Jung heeft ons inzicht gegeven in het diepste en meest ontoegankelijke niveau
van de menselijke psyche: het collectieve onbewuste.
Inleiding
Gebaseerd op de psycho-analyse van Carl Jung schrijft de theoloog Edward van
der Kaaij:
‘Christenen brengen hun boodschap onder woorden op basis van archetypen. Het
evangelie is een afspiegeling van wat in onze psyche verankerd ligt. Het lag -
en ligt - in de diepste laag van ons bewustzijn opgeslagen’. 09, pg 272
En verder: ‘Er zijn in wezen geen principiële grenzen tussen de
godsdiensten, ze zijn uit hetzelfde hout gesneden, uit dezelfde bron opgeweld.’
Moslims, christenen, joden e.a. staan in hun diepere laag, het collectief onbewuste, in dezelfde traditie. 09, pg 127
De vraag is hoe dit alles een rol speelt in de bijbelse
boodschap. Daarover het volgende.
Hoe gaan we om met de vele mythologische en symbolische
verhalen die in de Bijbel staan geschreven?
Moeten
wij de oude verhalen in de Bijbel wel zo letterlijk nemen?
Nee, zegt de theoloog John D. Crossan. ‘Het is niet zo dat de oude volken
letterlijke verhalen vertelden en dat wij nu zo slim zijn ze symbolisch uit te
leggen.
Maar het is andersom: ze vertelden in symbolische zin en wij zijn nu zo
dom ze letterlijk te nemen’.
Wat
houdt dit in? Hoe moet je de Bijbelverhalen interpreteren?
Wat is de invulling van onze geloofsvoorstellingen?
Onderstaande theologen geven een niet mis te verstane verduidelijking.
Casper Labuschagne is
ervan overtuigd dat het geloof van veel mensen gebaseerd is op een veelvoud van
misverstanden.
Hij schrijft:
‘Ik
ben er diep van overtuigd dat het fundamentalistische bijgeloof - waarbij men
goedgelovig aanneemt dat alles wat in de Bijbel staat, precies zó is gebeurd-
het juiste verstaan van de Schrift in de weg staat. Deze uiterst simplistische
visie op de Bijbel kan voor menigeen een struikelblok zijn om het geloof in God
te behouden.’
En verder:
‘Mijn
eigen geloof in God, zegt Labuschagne, is gebaseerd op mijn eigentijdse, niet
fundamentalistische verstaan van de bijbel. Van alles wat ik weet, probeer ik
het wezenlijke te onderkennen en vast te houden en het onwezenlijke los te
laten’. 10, pg 38
‘Willen we het verhaal tot zijn recht laten komen dan moeten we, om mee te
beginnen, ophouden om er historische vragen bij te stellen.
Wat we ons wel mogen afvragen is: wat wilde de auteur met dit leerverhaal
duidelijk maken en wat wilde hij overbrengen?’ 10,
pg 88
Labuschagne gaat ervan uit dat het gangbare godsbeeld in het westerse christendom in hoge mate verantwoordelijk is voor de
vervreemding van de moderne westerse mens van de bijbelse boodschap. 10
Harry Kuitert: ‘Onze religies, inclusief het christelijke, zijn 'van verbeelding'; we hebben ze via via geërfd van verre voorouders, die er hun kijk op de wereld in onderbrachten door hetzelfde (chaos en dood) anders te zien. Zo konden ze weer vooruit.
Van 'verbeelding’ moet je echter geen waarheden maken, geen informatie, want
dan kloppen de verhalen en voorstellingen niet meer.
Waarheden doen niets, je moet ze erop nahouden, maar verbeelding werkt, ze laat
ons hetzelfde anders zien.
De hemel hoeft niet een echte hemel te zijn, het hiernamaals niet echt te
bestaan, God niet een echt wezen te zijn, om toch tot de verbeelding te
spreken’.
‘De religieuze mythen kun je het beste uitleggen als reactie van mensen op hun
omgeving en alles wat daar aan de hand was’. Het was leven in een chaos, leven
in dagelijkse onzekerheid. 06, 2005 pg 41 ev
Dit alles overdenkend: wat een merkwaardig wezen is de mens dat hij zin
verleent aan wat uit zichzelf geen zin meebrengt en op deze wijze vorm weet te
geven aan een wereld van betekenis.
En verder…
‘Alleen
in het verhaal, in de religieuze mythe, kan het echt gebeuren. Als we in het
verhaal blijven, dan klopt de wereld niet, het gebeurt niet echt wat we daar
lezen. We horen God niet spreken, als we in nood gezeten zijn, in tijden van
grote of kleine rampen helpt Hij ons niet. 'Waar blijft God?' roepen de mensen,
maar ze krijgen geen antwoord.’ 06, 2005 pg 92
Rudolf Bultmann (1884-1976) zegt dat we mythologische
geloofsvoorstellingen niet moeten opvatten als ware beschrijvingen van de
werkelijkheid en ze daarmee toespitsen op ons huidige bestaan.
De mythologische voorstellingen uit het Nieuwe Testament zijn de verpakking van
een boodschap die een nieuwe kijk wil geven op onszelf en op een nieuwe wijze
van bestaan. 12, 2016, pg 18
Rochus Zuurmond (1930-2020) dringt er op aan dat de
Bijbelse boodschap opnieuw geijkt moet worden op zijn oorsprong. De reden
daarvoor is dat kernwoorden als ‘God, geloof, schepping, Zoon van God’ een
betekenis hebben gekregen die op dit moment meer verduisteren dan verhelderen. 08,
pg 84
Het thema in het voorgaande was:
- Religieuze Taal wordt gekenmerkt door religieuze mythes en symbolen.
Het thema hierna:
- Bijbelverhalen moeten worden gelezen als metaforen.
De godsdienstsocioloog Meerten ter Borg
schrijft hierover:
‘Vanaf de Verlichting kon de Bijbel niet meer gelden als Gods woord. Zij werd
een verzameling geschriften uit verschillende meer of minder barbaarse
perioden.
Men moest de sociale positie en de belangen van de schrijvers (meestal priesters) in de beschouwingen betrekken.
De Bijbel is hooguit door God geïnspireerd. De verhalen moeten goeddeels als metaforen worden opgevat’. 19
Voor wat betreft de Christelijke
religie zijn de vele Bijbelverhalen hét middel om de binnenkant van het
menselijk bewustzijn te beïnvloeden.
Daarbij moet men ervan doordrongen zijn dat deze zijn geschreven in een Religieuze Taal, wat betekent dat ze niet als waar gebeurde geschiedenis moeten worden geïnterpreteerd maar als een taal die wordt gekenmerkt door religieuze mythes en symbolen.
Ze zijn niet objectief zoals je van non-fictie boeken verwacht. Het zijn teksten die zijn geschreven vanuit subjectieve, vaak profetische gezichtspunten. In een tijd die ver weg staat van de onze.
Bestaat er een relatie tussen metaforen
en menselijke interpretatie?
Ja zeker, deze is fascinerend en diepgaand.
- Metaforen zijn krachtige taalkundige instrumenten die ons helpen om abstracte
begrippen te verduidelijken.
- Ze overstijgen letterlijke betekenissen en bieden een nieuwe manier om
betekenis te geven aan de wereld om ons heen.
- Mensen interpreteren metaforen op basis van hun eigen ervaringen, culturele
achtergrond en perspectief.
In hoeverre speelt interpretatie een rol in de Liberale Theologie?
Rick Benjamins: ‘De filosofische hermeneutiek veronderstelt dat een mens
zichzelf en zijn wereld begrijpt door die te interpreteren. Zie bijlage Kenmerken
filosofische hermeneutiek
Dit veronderstelt dat mensen interpreterende
wezens zijn die ‘iets’ waarnemen ‘als iets’
Door interpretatie geeft een mens vorm aan zichzelf en aan de wereld. Pas door
zijn interpretatie begrijpt een mens zichzelf ‘als iemand’.
De interpretatie van het menselijk zelfbegrip is dus nooit afstandelijk, neutraal of objectief’.
Bron: 12, 2016, pg 19.
De visie van interpretatie-theologen
Rick
Benjamins schrijft: ‘Interpretatie-theologen delen de
overtuiging dat religie van belang is voor de duiding van het leven.
We doen niets anders dan ons oriënteren in
de wereld via verbeelding, symbolen en rituelen’.
Bron: 12,
2022
Wat houdt dit in?
Zie bijlage Het
duiden van de werkelijkheid, ervaringen van transcendentie
- Hoe kunnen we op mondiaal niveau omgaan
met de grote hoeveelheid religies en andere levensbeschouwingen?
- Is het mogelijk om vanuit een overstijgende visie álle vormen van religie een
gemeenschappelijke inhoud te geven?
De godsdienstfilosoof Henk Vroom geeft antwoord op deze vragen in zijn boek ‘Een
waaier van visies’.
In zijn studie geeft hij diverse invullingen over het fenomeen ‘transcendentie’.
Hieruit blijkt dat elk volk, elke groep, elke stroming een eigen specifieke
religieuze traditie heeft.
Hij maakt duidelijk dat een filosofie
die zich richt op de religie van een mondiale samenleving zich niet anders kan ontwikkelen
dan tot een theorie van verschillende levensbeschouwingen.
Zijn conclusie is dat één mondiale religie, die alle andere religies overstijgt,
onmogelijk kan bestaan. 18,2003,pg 18
Als bijlagen noem ik:
- Een waaier van visies,
2003, verschillende levensbeschouwingen
- Ik en de ander, 2014, solidair zijn in een ik-tijdperk
- Wie was hij?, 2014, Wie was Henk Vroom?
Als voorbeeld van ‘Een waaier van visies’:
twee levensbeschouwingen:
De religie in Japan. Dit land kent in feite twee religies, het shintoïsme
en het boeddhisme.
- Shintoïsme is een inheemse Japanse religie, ontstaan in het verre verleden.
De zogeheten ‘Kami’ zijn geestelijke krachten in
bomen, bergen, rivieren, zee of wind.
Deze
werden -en worden- aanbeden. Daarmee leefde -en leeft- het volk in harmonie met
de natuur.
Er is veel wederzijdse beïnvloeding geweest tussen het shintoïsme en het
boeddhisme.
- Boeddhisme is gericht op persoonlijke spiritualiteit.
Velen zien deze levensbeschouwing niet als religie omdat het geen goden vereert.
Daarvoor in de plaats gebruikt men woorden als 'traditie', 'leer' of 'levensbeschouwing',
weliswaar nauw verbonden met ethische voorschriften. Hierin staat het streven
naar ‘de goede mens’ centraal.
Vraag: wat is de hoogste, meest heilige, situatie die door een mens bereikt kan
worden?
Antwoord: dit is Nirwana, de verlichting die de Boeddha zelf bereikt
had.
Transcendentie en gesprek
Voor Levinas is transcendentie niet zozeer een
kwestie van het overstijgen van menselijke ervaring naar iets hogers of iets verhevens.
Welk accent legt hij dan wél op dit begrip?
Antwoord: transcendentie is eerder een dynamiek die inherent is aan onze
menselijke relaties, vooral in de ontmoeting met de Ander, de medemens.
Onderstaande tekst geeft hierover duidelijkheid.
Het gesprek
Hoe belangrijk kan het zijn om een serieus
gesprek te voeren met iemand anders?
Volgens Levinas is het ontzettend belangrijk. Alles bepalend zelfs.
“Vooral als het niet blijft bij enkel een uitwisseling van ideeën of een
discussie, maar dat we even onze vastgeroeste persoonlijkheden en opvattingen
ontstijgen en ons laten meevoeren door het gesprek zelf.
Misschien weten we dan namelijk elkaar echt ‘aan te spreken’, rechtstreeks en
direct.
Er zijn dan niet meer ‘ik’jes die met elkaar in
gesprek zijn, maar het is een gesprek ‘van-aangezicht-tot-aangezicht’.
In een dergelijk gesprek kan je er helemaal ‘zijn’.
Het is niet vooraf te bepalen wat er dan precies gebeurt, je zal het dus vooral
eens moeten proberen”. 45
De filosoof Levinas
maakt hiermee duidelijk dat zo’n gesprek van algemeen menselijk belang is.
Zonder deze interactie, zonder diepgaande wederzijdse communicatie, geen
waarheid, geen rechtvaardigheid, geen menselijkheid.
Muziek en transcendentie hebben een diepgaande relatie, waarbij muziek
in staat is om ervaringen te creëren die verder gaan dan het alledaagse en ons
in contact brengen met een gevoel van hogere bewustzijnstoestanden.
- Muziek kan diepe emoties oproepen en ons in
staat stellen om verbinding te maken met onze innerlijke gevoelens.
- Soms kan muziek ons het gevoel geven dat we verbonden zijn met iets groters
dan onszelf.
Als voorbeelden geef ik
- Mozart, Ave Verum
- César Franck, Panis Angélicus
- Michel Maisky,
Kol Nidrei
Het
ervaren van transcendentie door middel van muziek is subjectief.
Wat bij de ene persoon transcendentie opwekt, kan bij een ander van weinig
betekenis zijn.
Er bestaat een duidelijk verband tussen het transcendente en de situatie waarin de christelijke theologie zich bevindt.
De
vraag daarbij is of traditionele geloofsvoorstellingen voldoende zijn meegegaan
met de geest van de tijd.
Daarover het volgende:
De zone
van de innerlijke wereld werd eeuwenlang beheerst door de godsdienst.
Tijdens religieuze bijeenkomsten werd het geestelijke bewustzijn gestimuleerd
en inhoudelijk gevuld.
Een steeds groter wordend knelpunt bleek echter dat men steeds meer achterbleef
bij de ontwikkelingen in de wetenschappen, de filosofie en de natuurkunde.
Ook geloofsvoorstellingen gaan mee met de geest van de tijd.
Een samenleving is nu eenmaal in beweging en afhankelijk dáárvan komen mensen
op nieuwe gedachten.
De vraag is hoe hiermee om te gaan, terughoudend of kritisch denkend. Hierover
het volgende.
In de 20e eeuw vond een omslag plaats waar het gaat om de wijze
waarop men Bijbelteksten interpreteerde.
De waardering voor traditionele en daarmee geruststellende kennis verminderde
gaandeweg. Er ontstond een kritische houding, nog sterker, deze houding werd
hét middel voor het verwerven van geldige kennis.
Er was een drang om geloofsvoorstellingen te vernieuwen, te actualiseren. Men wilde in de pas lopen met filosofische ideeën die als kenmerk hebben zich voortdurend te ontwikkelen.
De godsdienstsocioloog Meerten ter Borg vraagt
zich af waarom gelovigen zo vaak vast houden aan traditionele, orthodoxe
kennis. Ook al is die verouderd.
Er is blijkbaar moed voor nodig, zegt hij, om een standpunt in te nemen dat
afbreuk doet aan datgene wat men gewend is. Men raakt erdoor in verwarring.
Ter Borg roept mensen op met de slogan Durf
te weten!
Het ‘durf te weten’ impliceert de harde waarheid dat we zelf
verantwoordelijk zijn voor ons geloof en onze traditie”. 19, 2010, hfd II,5
Lees de bijlage: We zijn vrij om te geloven en ons geloof te
kiezen
Als ik als uitgangspunt neem dat ik ‘durf te weten’, wát wil ik dan precies weten?
Het zijn onderstaande onderwerpen.
- Ons Godsbesef par.1
- Jezus,
wie is hij? par.2
- Verzoening in Christus, het kruis par.3
- Het hiernamaals par.4
- Het zondebesef, verschuiving par.5
- De weg naar het goede par.6
Twee
vragen:
a. Wanneer is ons menselijk Godsbesef ontstaan?
Voor een antwoord op deze vraag volg ik de gedachtegang van de historicus Yuval Harari.
Hij schrijft: ‘70.000 jaar geleden was er sprake van een cognitieve revolutie:
de mens verwierf betere hersenen, waardoor hij meer greep kreeg op de
wereld en zijn taalvermogen uitbreidde. Door taal was hij in staat om sociale
relaties te benoemen en te communiceren over abstracte begrippen, zoals
goden, het leven na de dood, eer en rechtvaardigheid.’ 51,
2015
b. Kan het Godsbesef zich in de loop van de tijd wijzigen? En hoe?
Een antwoord van twee theologen:
a. Carel ter Linden: ‘God’ is identiek met een geestelijke werkelijkheid, te omschrijven als ‘dragende
krachten zoals trouw, liefde, vergevingsgezindheid en
rechtvaardigheid die het leven en deze wereld bijeen houden. 03,
2014, pg 130 ev.
En verder: ‘De voor ons leven en onze samenleving essentiële grondwaarden komen ons niet van boven of
buiten ons bestaan aangevlogen; de mens heeft ze met vallen en opstaan ontdekt
als de enige weg om het leven met elkaar op deze aarde mogelijk te maken, en
herkend als eeuwige waarden.’ 03, 2014, pg 164
b. Rick Benjamins ziet
God niét als een
almachtige die de wereld naar zijn hand zet.
Hoe ziet hij wél de relatie ‘de mens en het goddelijke’? Antwoord:
- ‘In een spirituele wereld worden mensen aangedaan of
aangeraakt door het oneindige, het irrationele. Het is alleen de mens die de
mogelijkheid heeft dit te beleven, dit vanwege zijn geest die verbonden is met
het transcendente, het goddelijke. Deze verbinding overkómt je als mens’. Bron:
12,
2016, pg 16
Verschillende toelichtingen:
De Amsterdamse School
De Amsterdamse School is een stroming, in de jaren 1960, binnen
de protestantse theologie.
Deze had veel aandacht voor de wijze waarop de bijbelverhalen werden verteld.
De predikant Nico ter Linden vatte deze benadering samen met de woorden:
veel bijbelverhalen zijn wel waar, maar niet echt gebeurd. Zie 04
Een belangrijke vertegenwoordiger van de Amsterdamse School was Rochus Zuurmond.
Hierover
het volgende.
De theoloog Rochus Zuurmond:
Over de vraag ‘Bestaat God? schrijft hij:
‘Het valt ons als moderne mensen op dat theologen en filosofen in de
oudheid kennelijk geen probleem hadden met het onhistorische karakter van
mythologische verhalen’.
Beeldspraak is bij hen niets anders dan een manier van doordacht spreken.
Of die manier, vergeleken bij een logisch betoog, inferieur is, hangt af van
het soort onderwerp. Sommige onderwerpen behandel je beter als logos,
andere als mythos. (anders gezegd: als feit
of als fictie).
Het bestaan van goden zou daarom ook voor ons geen probleem behoeven te zijn. Kijk maar om je heen; je ziet ze overal, iedere dag.
Wij noemen ze weliswaar geen goden, maar machten die onze samenleving bepalen
zijn er wel degelijk, zoals de Economie, de Markt, de Media, de Democratie, de
Mode, de Rechtbank, Seksualiteit en Onze Cultuur. 'Economische groei' is ook
typisch zo'n idee waarin we maar blijven geloven, net zoals ‘marktwerking’.
Wij kennen zulke machten geen persoonlijkheid toe, omdat wij anders denken over
'personen'. Maar in de praktijk functioneren ze precies zoals de goden in de
oudheid. Het zijn de machten in de samenleving die zó vanzelfsprekend zijn dat
ze bij ons niet als macht (god) worden herkend. Hun gezag wordt probleemloos
als vanzelfsprekend ervaren’. 08, pg 84
De
theoloog Ton Veerkamp:
‘God als naam voor een functie, niet voor een persoon. Zoals ‘koning’ dat ook
is’.
‘God’ als een maatschappelijke basisorde. Dat is ‘een orde van recht en
waarheid, vrijheid en gelijkheid’. 07
De godsdienstsocioloog Meerten ter Borg zegt dat mensen beschikken
over het vermogen tot transcendentie: ze zijn in staat dingen te zien die er
niet zijn. Dat geldt ook voor ‘God’. 19
Harry Kuitert. Zijn theologische ontwikkeling.
Hoe kan Transcendentie (ander woord voor God) in onze werkelijkheid zijn zonder
daarvan een onderdeel te worden? Er is maar één deugdelijk antwoord: wij voelen
ons aangesproken, en ervaren daarin de Macht die met het woord 'God' wordt
bedoeld. 06, 2000 pg
182
Lees verder: De levensweg van Harry Kuitert en zijn
boodschap
De
filosoof Ger Groot:
‘Het gaat om het vinden van de eigen weg, die aanvankelijk leidt naar God,
vervolgens naar het goede, naar een goed leven en ten slotte naar
zelfrealisatie, zoals het aan het eind van de twintigste eeuw zal gaan heten,
inmiddels los van iedere religieuze context. Ieder mens heeft de opdracht zijn
volstrekt particuliere eigenheid te verwerkelijken: daarin ligt zijn unieke
waarde’. 40
Jezus, zowel historisch als mythologisch kenbaar. Wat houdt dit in?
Een omschrijving van verschillende theologen:
Kuitert:
Binnen het Christendom is Jezus de centrale figuur. Hij was een méns die leefde
in déze wereld en wilde als Jood de God van Israël nieuw leven inblazen.
Merkwaardig dat vele jaren later het idee opkwam dat hij naast een menselijke
ook nog een goddelijke natuur bezat.
Jezus heeft zichzelf niet als een buitenaards mens gezien, in het bezit van een goddelijke natuur, maar als méns onder de ménsen, zij het met een bijzondere taak. 06, 1998
De theoloog Doornbos gaat verder met deze
denkwijze en stelt de vraag hoe bijbelteksten moeten worden gelezen en hoe ze
moeten worden geïnterpreteerd. Daarover het volgende…
Doornbos (1946) vraagt zich af waar het idee
vandaan komt om Jezus letterlijk als zoon van God te beschouwen.
Hij geeft als antwoord dat dit ongetwijfeld wordt veroorzaakt door het veel te
letterlijk lezen van Bijbelteksten. Men hield daarbij geen rekening met de
totaal andere taalwereld van de schrijvers. Men zag onvoldoende dat er in
geloofstaal werd geschreven te midden van de oosterse verhaalcultuur. 05, pg 109 ev
Soms wordt in Bijbelteksten gezegd, of minstens gesuggereerd, dat Jezus
letterlijk bij God zelf vandaan komt, uit de hemel. Hoe kan dit? Doornbos geeft
als antwoord:
De evangelisten schreven hun teksten in geloofstaal.
Het zijn stuk voor stuk achteraf geschreven verhalen waarin mensen vertellen
over hun ervaringen met Jezus. 05, pg 112
Labuschagne: Jezus werd bij zijn doop in de Jordaan toegerust met de Geest van God. Deze zou hem in staat stellen om zich te wijden aan zijn bijzondere opdracht. 10, pg 215.
(Overigens: ‘Het is niet alleen Jézus die de Geest van God ontvangt; zij wordt ook geschonken aan gewone mensen’, aldus Labuschagne. 10, pg 213)
Op welke wijze zou Jezus na zijn dood blijven leven? (Hij had immers beloofd
terug te komen). Het antwoord is dat zijn volgelingen hem zullen leren kennen
als ‘een Geestelijk teruggekeerde Jezus’. 10, pg 223
In navolging van de apostel Paulus plaatst de theoloog Edward
van der Kaaij Jezus op spiritueel en mythologisch
niveau.
Hij schrijft: ‘de Messias van Paulus leek veel op de mysteriegoden in het oude
Egypte. Daar bestond de zoon van God met de naam Osiris die verbonden was met een andere wereld’.
Op grond hiervan komt hij tot de uitspraak:
‘Alle gebeurtenissen in
het leven van Jezus Christus moeten worden uitgelegd als metafoor van ons eigen ideale bestaan’ 09, pg 173
Het uitgangspunt van
Edward van der Kaaij (1952) is dat het ‘leven
van Jezus Christus moet worden gezien als een metafoor.
Met als voorbeeld De opstanding van Jezus.
Hij schrijft:
‘Of Jezus letterlijk is opgestaan uit de dood doet er helemaal niet toe.
Het gaat er om dat je als gelovige zelf opstaat uit je (geestelijke) dood.
En of Jezus letterlijk blinden ziende heeft gemaakt is niet van belang, de
genezing wil ons ertoe brengen dat wij zelf onze blindheid zien.
Of Jezus doven de oren heeft geopend maakt niet uit, het gaat erom dat Jezus
ons gehoorzaam maakt’.
Geen enkel ‘feit’ uit het leven van Jezus doet er toe, het kan net zo
goed niet echt gebeurd zijn.
Van de historische Jezus los, zou ik de verhalen zo uitleggen dat de wonderen
ons ertoe willen brengen dat wij in Christus gaan horen en zien en in Christus
uit onze dood opstaan.
Dus dat hij de Levende in ons bestaan wordt. De
opstanding, maar ook het leven van Jezus Christus, moet worden uitgelegd als
metafoor van ons eigen ideale bestaan’. 09, pg 147
Zie ook De Jezusmythe
Edward van der Kaaij noemt
de boeken van Tjeu van den Berk en Freke & Gandy als
uitermate interessant.
Hieronder een eerste indruk.
Het oude Egypte: bakermat van het jonge Christendom
De theoloog Tjeu van den Berk
stelt de vraag: bestaat er een relatie tussen mythische oerbeelden en het op de
Bijbel gebaseerde Christendom?
Zijn antwoord: ‘Deze relatie is juist fundamenteel, de christelijke leer is gebaseerd op universeel aanwezige oerbeelden’.
Tjeu van den Berk:
‘De godsdienst-fenomenologen
hebben ons geleerd op wat voor wijze de eerste Christenen in hun
levensbeschouwing aansloten bij de mythen en symbolen van de Oude Egyptenaren.’
‘Het is niet zo, stellen zij, dat Christenen die beelden bewust ontleenden aan
andere culturen. Ze werden onbewust door die beelden zelf gedreven’.
‘De grote mythen van het jonge christendom ontstonden niet in het orthodoxe
Jeruzalem, het klassieke Athene of het wettische Rome, maar in de smeltkroes
van het gnostieke, Egyptische Alexandrië.
Daar ontleende een groep vrijzinnige joden, zij het meestal onbewust, hun
identiteit aan een drieduizend jaar oude religie die gebaseerd was op de
Egyptische Osiris-mythe. De mythe van Christus is een geschenk van de Nijl’. 01,2011
Tjeu van den Berk
claimt dat door Egyptologische studies na 1990 steeds duidelijker wordt dat de
wortels van het christendom meer in Egypte dan in het jodendom liggen.
Het lijdensverhaal van de god Osiris zou een oermythe zijn die precies past op
het lijdensverhaal van Christus: een god die als een mens lijdt.
Ook blijkt dat in het vroege christendom de mythe en de uitbeelding van Isis en
haar zoon Horus model hebben gestaan voor afbeeldingen van Maria met het kindje
Jezus.
En verder…
> Een goed leesbaar overzicht van Tjeu van den Berk:
De
zaak die nu christelijke religie heet, bestond reeds bij het oude Egypte
>
De
video waarop Tjeu van den Berk zijn
verhaal vertelt
Video youtube, 5 minuten:
Komt het vroege christendom
uit het oude Egypte?
Staat Tjeu van den Berk alleen in zijn
zienswijze?
Nee, zeker niet.
Echter… het onderzoek van de wetenschappers Freke en Gandy naar mythische oerbeelden neemt een zeer belangrijke
plaats in.
Een indruk van hun werk is hieronder lezen
en te zien…
Freke en Gandy stellen als onderzoeksvraag:
Was Jezus oorspronkelijk een heidense God?
Daarbij zijn hun vragen:
• Wat als duizenden jaren vóór het christendom ook heidenen een Zoon van God hadden aanbeden?
• Wat als deze heidense verlosser op 25 december vóór drie herders uit een maagd werd geboren, water in wijn veranderde, stierf en met Pasen weer tot leven kwam, en zijn lichaam en bloed offerde als heilige communie?
• Wat als deze heidense mythen herschreven waren als het evangelie van Jezus Christus?
• Wat als er absoluut geen bewijs zou zijn voor het bestaan van een historische Jezus?
• Wat als de eerste christenen wisten dat het Jezusverhaal een mythe was?
• Wat als de waarheid voor ons verborgen is gehouden door de grootste doofpotaffaire uit de geschiedenis?
Bovenstaande vragen zeggen genoeg.
Het zijn geen vragen maar feiten.
Ze leveren overtuigend bewijs dat de uitleg
die door het Westers Christendom werd
gegeven ondeugdelijk is. 62,
2005
Waarom? Het is gebaseerd op een letterlijke interpretatie van mythische
allegorieën. Een onmogelijke manier van denken.
Wat door middel van beeldspraak duidelijk wordt gemaakt kan niet als waar
gebeurd feit worden uitgelegd.
Een juiste manier van interpreteren kwam van de (heidense) gnostici: zij waren
zich ervan bewust dat alle goden en godinnen in
wezen bestonden uit twee
universele archetypen.
Zie 62 ,2007,pg.27
Freke en Gandy: als
onderzoekers van wereld- en klassieke mystiek herkenden wij de grote
overeenkomsten tussen het verhaal van Jezus en die van stervende en verrijzende
heidense godmensen. Ook als muziek te beluisteren:
- Osiris,
Egypte, Opera: Osis en Osiris , Laszlo Polgar of Osis
en Osiris, In diesen heil'gen
Hallen
- Dionysus,
Griekenland
- Mithras, Perzië
- Orpheus,
Opera: Orpheus
en Euridice
- Adonis,
Syrië. Opera: Venus
en Adonis
- Baäl en
Asjera,
Kanaän
Elk volk heeft zijn eigen mysterieën
Freke en Gandy leveren
fascinerend bewijs voor hun stelling dat ‘bijna alle volkeren rond de
Middellandse Zee op een bepaald tijdstip de heidense mysteriën hadden aanvaard
en deze hadden aangepast aan hun eigen nationale voorkeur’.
In de eerste eeuwen vóór Christus had op een gegeven moment een groep joden
dit ook gedaan en een joodse versie van de mysteriën gemaakt.
Joodse ingewijden bewerkten de mythen van Osiris-Dionysus om het verhaal te
creëren van een joodse stervende en weer verrijzende godmens: Jezus Christus.
Bron: 62,2005
Freke en Gandy geven als informatie een indrukwekkende toelichting door
middel van youtube-video’s.
Het zijn twee documentaires van elk 52 minuten:
Jezus zoon van God – deel 1
Jezus
zoon van God – deel 2
Gnostische filosofie
als manier van denken
Freke en Gandy: we moeten onderscheid maken tussen enerzijds de levende wijsheid
van de gnosis en anderzijds de religieuze dogma’s die ons al eeuwen hebben
verstikt.
Gnostische filosofie
is geen intellectuele theorie over de werkelijkheid.
Het is een manier van denken, bedoeld om ons te helpen zelf de werkelijkheid te
ervaren. 62,2006
pg 142
De Jezus van Paulus
Wie is
Jezus?
Freke en Gandy:
- ‘De Jezus van Paulus is een duidelijk mythisch figuur die niet in een
bepaalde plaats of tijd woont.
Paulus citeert Jezus nooit en schildert hem niet af als een kortgeleden Joodse
leermeeser.
Hij behandelt hem zelfs helemaal niet als iemand die echt geleefd had’.
- ‘Als Paulus ons ‘het geheim’ van het christendom onthult, heeft het volstrekt
niets te maken met een historische Jezus’. 62,2005 pg 201
-
‘De Jezus van Paulus is de stervende en herrijzende godmens van de gnostici,
niet de historische figuur van de orthodoxen.’ 62,2005 pg 196
-
‘Als gnosticus beschrijft Paulus de verhalen in de heilige schriften al allegorisch
en symbolisch’.
62,2005 pg 199
Hoofdstukken met een centraal thema,
het actualiseren van geloofsvoorstellingen.
Er bestaat veel onrecht in deze wereld, veroorzaakt door o.a. hoogmoed, hebzucht, jaloezie, woede en onwetmatig machtsvertoon. Hoe hiermee om te gaan?
Kan dit alles worden rechtgezet door Jezus die voor ‘al onze zonden’ stierf aan het kruis? En daardoor vrede en verzoening mogelijk maakte?
De logica hiervan is voor mij niet te vatten.
De
teksten die ik hieronder geef spreken mij wél aan.
Het is de evangelist Marcus die de betekenis van het kruis weergeeft. Hij schrijft ‘keer om op je egoïstische levensweg en ga mee op het pad van de waarheid, van het licht. In Marcus 8 vers 34 is te lezen dat Jezus de menigte bij zich riep en zei ‘wie mijn volgeling wil zijn moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en zo achter mij aankomen’. 45, 2003, pg 128
De
Frans-Joodse filosoof Emmanuel Levinas, 20e eeuw,
schrijft dat ‘verzoening in Christus’ niet verstaan zou moeten worden als
een miraculeuze goddelijke vergeving van alle zonden maar veeleer
als appél aan mij persoonlijk tot een Messiaanse levenshouding waarbij ik,
bevrijd van het kwaad dat mij isoleert en mij op mezelf richt, mij
verantwoordelijk weet voor alle anderen’. 45 pg 128
Het
is de theoloog Edward van der Kaaij
die zegt dat de vele
bijbelverhalen als metaforen (beeldspraak) moeten
worden opgevat. Het leven van Jezus Christus moet worden
uitgelegd als metafoor van ons eigen ideale bestaan.
Hij schrijft: ‘Of Jezus letterlijk is opgestaan uit de dood doet er helemaal
niet toe. Het gaat er om dat je als gelovige zélf opstaat uit je (geestelijke) dood’. 09, pg 147
De theoloog Cees den Heyer (1942-2021) schreef een boek over de ‘Verzoening’ (1997). Hij komt daarin tot de conclusie dat de verzoeningsleer waarbij Jezus is gekruisigd om God en mensen te verzoenen niet als dogma is terug te vinden in de Bijbel.
Mijn conclusie? De verzoeningsleer is geen
leer, het is niet meer en niet minder dan een geloofsvoorstelling. ‘Verzoening in Christus’ zou moeten worden gerealiseerd in ons
hedendaagse leven. De filosoof Levinas geeft mijns inziens de juiste invulling
met zijn wijze van denken: de
gewetensvolle mens die onderweg is naar het goede.
Is het denken over een hiernamaals realistisch? Of is het niet meer en niet minder dan een geloofsvoorstelling?
Plato en zijn
bovenwereld
Het
is de filosoof Plato die ca. 400 v Chr
een basis legde voor een dualistisch wereldbeeld, een bovenwereld en een aardse
wereld.
Kenmerkend voor de bovenwereld is dat daar de oerbeelden bestaan van
alles wat we op de aarde tegenkomen. Deze bestaan eeuwig, in perfecte vorm.
Kenmerkend
voor het aardse leven is het omgekeerde. Alles wat daar bestaat is
tijdelijk, onvolmaakt en aan verval onderhevig. Niets is er blijvend.
Plato is van mening dat er met de mens, als bezield wezen, iets uitzonderlijks
aan de hand is. Vanuit een vóór-bestaan daalt een ziel naar de aarde om daar
plaats te nemen in het fysieke lichaam van een mens.
Deze ziel blijft het hogere en onsterfelijke deel van een mens en verlangt ernaar ná het aardse leven weer terug te keren naar de bovenwereld waar hij zijn eeuwige leven kan voortzetten.
Wat we als mens goed moeten weten is dat we door onze beperktheid denken
dat we op deze aarde in de werkelijkheid leven. Dit echter is slechts
een schijnwerkelijkheid. Als middel om deze theorie te verduidelijken
schrijft Plato zijn beroemd geworden grotmythe.
Met zijn visie distantieert Plato zich van het aardse leven en zoekt de ware
werkelijkheid in het rijk van de oerbeelden (ideeën) die eeuwig zijn en
onveranderlijk.
De schrijvers van het Nieuwe Testament gingen door met deze gedachte. Hemel en
aarde bleven volstrekt gescheiden. Bij de lichamelijke dood stijgt de
menselijke geest op naar een andere, hogere werkelijkheid.
Tot de Moderne tijd, de Verlichting, bleef de opvatting van ‘twee werelden’
bestaan.
Het nieuwe
denken over ‘hiernamaals’
Typerend
voor de Moderne tijd is de uitspraak van de filosoof Schopenhauer (ca 1850).
Hij schrijft Ik weet
dat mijn bestaan net zo kortstondig is als een lichtflits tussen twee duistere
eeuwigheden. 42 pg 196
We zien hier hoe de dualistische visie van Plato definitief is verlaten en wordt vervangen door een relatief kort menselijk bestaan dat plaats vindt als een onderbreking van ‘de duistere eeuwigheid’.
Hoe ga ikzelf om met deze ‘lichtflits’-gedachte? Het betekent nogal wat om een hemelse eeuwigheid in te wisselen voor een aardse werkelijkheid.
Het zijn opnieuw Liberaal-Christelijke theologen die duidelijkheid bieden.
Het is Kuitert die naadloos aansluit bij de uitspraak van Schopenhauer. Hij schrijft
“Wij zijn onszelf een raadsel, weten niet waar we vandaan komen en waar we heen gaan. Waarom zijn we er maar even, en daarna niet meer? Elk mens is een tijdelijk verschijnsel. Zijn macht, waarde en waardigheid is begrensd door zijn tijdelijkheid.
Mensen zijn niet onsterfelijk, en hebben ook niet een onsterfelijke component.
Als de levensgeest is geweken is het over en uit. Het hierNA-maals ruilen we in
voor het hierNU-maals”. 06, 2002, pg 206
Maar
hoe staat het dan met mijn relatie met het goddelijke? Het is toch de God Jahwè
die altijd met mij mee gaat? Kuiterts antwoord is weliswaar positief maar voegt
daar wel aan toe dat God met
ons mee gaat zolang we ademen.
Hij schrijft hierover: “Geest en adem horen bij elkaar,
de samenhang tussen die twee verduidelijkt waarom wij voor een tijd een plaats
van god zijn. Doodgaan is inleveren, adem inleveren.
Wij zijn - heel letterlijk - voor ons bestaan aangewezen op lucht, op de lucht
die we inademen.
Is er geen lucht meer, dan stokt de adem en gaan we dood, en omgekeerd is
doodgaan ophouden met ademen.
Aangewezen op adem, op iets van buiten: dat element delen mensen met elkaar, zo
handhaven ze zich. Zolang het duurt, ademen houdt een keer op: een mens blaast
de laatste adem uit, zeggen we. We zijn 'plaats van god' af, als we
doodgaan”. 06, 2002,
pg 195/196
Zoals eerder gezegd gaan we in deze Moderne Tijd niet meer mee met de visie van Plato’s ‘Bovenwereld’. Hetzelfde gebeurt met het ‘Hiernamaals’.
Wat nu?
De woorden van Kuitert neem ik heel serieus. “De troost van een hiernamaals in
te ruilen voor de upgrading van het nu, dat is het waar ik de voorkeur aan
geef.
Als we het doodgaan aanvaarden als natuurlijk lot, blijven we bovendien dicht
bij de ervaring van het werkelijke leven.
Geest is niet ons eigendom, het doodgaan
bewijst dat tamelijk rigoureus. Het fantaseren van een verlengstuk aan ons
leven doet in elk geval niets af of toe aan het harde feit van dat 'inleveren'.
De hemel kun je ontkennen, bijzetten bij de illusies, maar dat je de geest weer
inlevert, daar kan geen mens omheen. Wie dood is, is uitgepraat. 'De geest
keert terug' is dus veel realistischer.
De uitdrukking stamt uit het boek Prediker, een bijbelboek
van een auteur die alle verhalen over god, mens en wereld achter zich heeft
gelaten. In hoofdstuk 12 vers 7 is te lezen 'De geest keert terug tot God, die hem heeft gegeven'. We hebben de
geest maar even, zolang als we leven”. 06, 2002 pg 209
“Geest is niet een bezit, mensen zijn geen eigenaars. Hij is er voor een
bepaalde tijd, en daarna houdt het leven op, en dat 'ophouden' is hetzelfde
als: de geest keert terug tot wie hem heeft gegeven”. 06, 2002 pg 210
Hoe denkt Carel ter Linden hierover?
Hij
schrijft ‘Ik
kan mij een perspectief over de grens van de dood als gelovige niet indenken.
En wel omdat God, het levensgeheim, een geestelijke werkelijkheid is. De
dragende kracht van deze wereld en van dit leven’.
'Leven' betekent: mij in
mijn leven voor deze krachten openstellen, om hiermee in
verbinding met God te blijven, en mijn roeping als mens te kunnen vervullen.
Maar ik kan die krachten niet
los denken van ons lichamelijk en geestelijk bestaan op aarde, waarmee ze
onverbreekbaar verbonden zijn. Als ik sterf, houdt die
verbinding op. Die krachten hebben dan hun werk gedaan.’ 03 pg 176
Rochus
Zuurmond heeft een heel andere invalshoek. Hij laat
daarmee zien dat we er lange tijd naast hebben gezeten.
Hij zegt “Als het over het hiernamaals gaat moet worden
bedacht dat 'leven' en 'dood' in de Bijbel geen primair biologisch
gedefinieerde begrippen zijn, maar vooral sociale noties. 'Leven' is het goede,
actieve leven, samen met anderen”. 08 pg 145
Mijn eigen
visie
De
hierboven genoemde theologen geven mij een overtuigend antwoord. De levensloop
van alles wat leeft, dus ook van een mens, bestaat uit drie fasen: groei, bloei
en verval. Geen mens is onsterfelijk, als zijn levensgeest is geweken is er een
einde gekomen aan zijn leven. Valt na deze uitspraak verder niets meer te
zeggen? Toch wel.
Het is de filosoof Levinas die een passend antwoord geeft. Hij zegt ‘dat ik,
over de dood heen, verder ga in mijn kind en tegelijk ook niet.
Met andere woorden: de dood blijft voor mij een absolute grens die op mij botst
met als gevolg verlies van mijzelf.’ 46,
2018 hfd 1.2.5
Is hierover nog iets meer te zeggen?
Het antwoord is ‘Ja’
Het is de neuropsycholoog Dirk J Bakker die er veel meer informatie over kan geven. 22
Hij zegt:
- Het
leven wordt zowel genetisch als epi-genetisch doorgegeven.
- Interessant is zijn deskundigheid op het terrein van de epi-genese:
zie daarvoor de bijlage epi-genese.
De volgende geloofsvoorstelling gaat over de menselijke ethiek ofwel de kennis van goed en kwaad.
Een psalm of gebed waarin de door mijzelf gemaakte zonden centraal staan heeft
mij nooit aangesproken. Ik kon er niets mee, niet in mijn adolescentiejaren en
nu nog steeds niet.
Om die reden waren de woorden van Kuitert voor mij een opluchting: ‘De Christelijke religie heeft te lang
mensen klein gehouden.
Eeuwenlang heeft de kerk mensen zondebesef ingedruppeld, en daarmee het leven
van miljoenen mensen geordend, bepaald, ook ontregeld, en vaak gefnuikt.
Gewone mensen waren zondaars, en dat moesten ze weten: zondaars mogen niet te
hoog van de toren blazen’ 06 2002 pg
159
Bram Moerland omschrijft deze situatie treffend: ‘Niet iedereen ging naar de
hel. Er was ook genade. Maar de toorn van God vanwege de zonden was zo groot
dat de kans op genade maar heel klein was...’
Lees verder zijn jeugdherinneringen.
Het deed me goed kennis te nemen van een
eigentijds en vernieuwd zondebegrip. Deze kwam van Fokko Omta, theoloog, geb.
1956, die het zondebegrip als onderwerp had gekozen voor zijn dissertatie
(2019). 11
Hij schrijft “er is onder veel Christenen een verandering gaande
waarbij men van het traditioneel theïstisch beeld van een persoonlijke God verschuift naar het ‘goddelijke’ als een immanent principe, als kracht of geest”.
Zie verder de bijlage Post-theïsme & de zonde
Conclusie:
Een essentiële
geestelijke kracht in de mens is dat hij vanwege zijn ethisch
bewustzijn kan kiezen tussen goed en kwaad.
De mens kan voor zijn
‘medemens een wolf’ zijn, zie bijlage
Hij kan ook ‘de weg van het goede’ in te slaan.
De mens heeft -anders dan dieren- de vrijheid te kiezen tussen goed en kwaad.
In hoeverre volgen mensen de weg naar het goede?
De historicus Rutger Bregman geeft antwoord in zijn boek ‘de meeste mensen deugen’.
Hij constateert dat de meeste mensen altruïstisch en sociaal zijn ingesteld.
55,
2019
Bregman heeft kritiek op de heersende negatieve perceptie die vaak wordt gecreëerd
door de publieke media. Deze belichten vooral de uitzonderingen op positief gedrag.
Bregman baseert zijn stellingname op
verschillende onderzoeken uit de psychologie, antropologie en biologie.
Zie verder de bijlage Rutger
Bregman, de weg naar het goede
Vanaf de Verlichting, in de 18e eeuw, maar zeker ook aan het eind
van de jaren 1950, tijdens het postmodernisme,
is de theologische antropologie veranderd in een filosofische antropologie. Met als uitgangspunten:
- Het is de méns die de grondslag wordt van alles wat gebeurt.
- Men wilde niet meer zoeken in ‘een hogere werkelijkheid’.
- De méns neemt de plaats in van God.
Het
nieuwe uitgangspunt wordt de wereld
zoals deze zich voordoet. Als realiteit,
voor de mens waarneembaar’.
En verder…
De filosofische stroming die mijn voorkeur heeft is bekend onder
de naam ‘fenomenologie’.
Hoe deze te omschrijven?
Ik kies de formulering van de filosoof Ger Groot.
‘De fenomenologie is een filosofische stroming die zich richt op verschijnselen
zoals ze zich aan ons mensen voordoen.
Dit alles gebeurt zonder voorafgaande theoretische aannames of interpretaties.
Daarbij geldt dat feit en interpretatie niet -in absolute zin-
zijn te scheiden: elk mens geeft op subjectieve
wijze betekenis aan datgene wat hij intuïtief waarneemt.
Onze waarnemingen worden beïnvloed door onze eigen overtuigingen, ervaringen en
culturele achtergrond.
Fenomenologie heeft een brede invloed gehad, niet alleen in de filosofie, maar
ook in andere disciplines zoals de psychologie en de sociologie. 40,2011
De filosoof Edmund Husserl wordt beschouwd als de grondlegger van de
fenomenologie.
Hij bracht grote verandering in de filosofie omdat hij het oude probleem van de
verhouding tussen bewustzijn en wereld op een totaal eigen manier oploste.
De vraag naar de verhouding tussen bewustzijn en
wereld suggereert het bestaan van de twee als gescheiden zaken.
Husserl stelde echter: de wereld is er alleen voor zover ze zich aan het bewustzijn toont.
Het
bewustzijn zelf is dan ook geen te begrijpen object maar veel meer te
kenschetsen als een openheid naar de wereld.’
Welke plaats geeft Edmund Husserl de metafysische, transcendente,
wereld?
Zijn
antwoord:
Er bestaat geen wereld
áchter de wereld zoals die zich aan ons bewustzijn toont.
‘Toch hebben wij mensen een natuurlijke neiging om een wereld op zich te
veronderstellen áchter de waarneming van onze eigen wereld’. 40, pg. 235 ev
En verder…
‘Wat is de zin van mijn leven?
Dit is een vraag die de hedendaagse mens zichzelf stelt. Het is voor hem van
essentieel belang dat zijn leven betekenis heeft.
Hierover gaat
het volgende hoofdstuk.
De filosoof Frank Martela (1981) schrijft dat ‘bijna iedereen weleens
wordt overvallen door het gevoel dat zijn bestaan volledig zinloos is.
Dit kan gebeuren wanneer je je werk ervaart als nutteloos.
Of dat je te maken krijgt met een groot verlies zoals de dood van iemand waar je heel veel van houdt.
Ineens
komt de gedachte bij je op: mijn leven stelt niets voor, mijn leven is zinloos
geworden’. 44
Een populaire
gedachte in deze tijd is dat we de wereld naar onze hand kunnen zetten, dat we
in een ‘maakbare wereld’ leven. Men kan tegenwoordig veel, met name op het
gebied van techniek, economie en geneeskunde. In
onze huidige wereld leggen we ons lot niet meer in de handen van een God, maar
van onszelf.
Ons tijdperk is er één van individuele verantwoordelijkheid. We zijn bezig met
zelfbeschikking.
We willen ook ons ZIJN regelen - wie ik in wezen ben,
en de ZIN van ons leven - het weten waarvoor ik leef.
Maar daar gaat het mis. Hoe kan dit? Hieronder een antwoord op deze vraag.
De filosoof Martin Heidegger (1889-1976) zegt “als het bestaan een zin heeft, dan is die er
slechts in de mate waarin deze mij toevalt, ik kan die zin niet zelf maken.
Vertrouwdheid en overgave aan het bestaan zijn daarvoor noodzakelijk.
De
wereld waarin ons bestaan zinvol kan zijn, wordt niet van begin af aan door
onszelf ingericht.
‘Zin’ geef je niet aan je leven. Zin is er of is er niet.
Je kunt hem niet ‘produceren’ zoals we dat doen met een gebruiksvoorwerp.
Zin is meestal onopgemerkt aanwezig binnen ons bestaan”. 40, 2017, pg 275
De theoloog Klaas Hendrikse schrijft ‘Je leven is geen eigen fabricaat,
je hebt jezelf niet gemaakt, en datgene waar je gelukkig van wordt ook niet.
De tijdgeest stelt de mens voor als een onafhankelijk, autonoom individu dat
zelf verantwoordelijk is voor het uitstippelen van de route naar een geslaagd
leven.
Of het nu gaat om succesvol zijn, er jonger uitzien dan je bent, veiligheid, welstand, geluk of bewondering, er leeft of heerst in onze samenleving een collectieve veronderstelling dat we ons leven in eigen hand hebben. Het ideaal is de vrije mens die heer en meester is over zijn eigen leven’.
‘Dit is onzin’ schrijft Hendrikse: ‘je kunt wel zelf bepalen dat je morgen op reis gaat, maar niet dat je levend terugkomt.
Iedereen is afhankelijk van omstandigheden die niet beheersbaar zijn.
Je leven is maar ten dele maakbaar, het is vooral kwetsbaar: het komt zoals het komt, met gebreken, mislukkingen en teleurstellingen.
Tragiek
ligt altijd op de loer en er bestaat geen God die je behoedt voor tegenslag en
verdriet.’ 02, 2007, pg 100
- Psychologische problemen
In zijn boek ‘Borderline times’ schrijft de psychiater Dirk De Wachter dat veel mensen vastlopen door psychologische problemen die veroorzaakt worden door de veel eisende samenleving. Het leidt tot spanningen die iemand zelf niet meer aan kan.
Oorzaken kunnen zijn:
- het weggevallen van het eigen religieuze instituut
- het verdwijnen van transcendente momenten
die in groepen wordt beleefd
- het niet meer hebben van een pastoraal gesprek als daar behoefte aan is.
De Wachter: ‘als dit alles niet meer bestaat, wie kan ze dan nog helpen?
Antwoord: het zijn psychiaters en psychologen die in de bres springen.
In de psychiatrie is borderline met
voorsprong de meest gestelde diagnose. Bovendien is de lijn tussen patiënten en
niet-patiënten flinterdun’. 31
Dirk De Wachter vraagt zich af of wij collectief op weg zijn naar ziekte en ongenoegen en of we op weg zijn naar verbrokkeling, impulsiviteit en zinloosheid. ‘Mensen gaan zich verzetten tegen deze symptomen. Ze willen opnieuw de waarde inzien van hechting, engagement, solidariteit en gemeenschapszin.
Al te veel zélfverwerkeling leidt tot
individualisme en daarmee eenzaamheid. De kern van mens-zijn is relatie met de
medemens’. 31
Onze
samenleving, zegt Dirk De Wachter, is er een geworden van de hoogste pieken,
van het steeds beter,
verder en hoger.
Wat erger is: we staan er bijna niet meer bij stil dat die pieken de laagtes niet
opvullen. We zien geen onderscheid tussen wat ons heel even gelukkig maakt en
wat het leven echt zin geeft.
Dirk de Wachter als
Christelijk non-theïst
Wat houdt dit in?
Een Christelijk non-theïst gelooft in de ethische en morele waarden van het
christendom zonder te geloven in een persoonlijk god.
Denk daarbij aan religieus humanisme.
Een mens kan een sociale betrokkenheid bij het christendom ervaren zonder de
traditionele theologische overtuigingen te delen.
Zie in de bijlage hoe Dirk de Wachter zijn gedachten
onder woorden brengt.
Dirk De Wachter stelt dat ‘geluk’ niet maakbaar is, maar dat zingeving
wél de deur naar geluk kan openen.
Hij betoogt dat we meer elkaars psychiater moeten worden. Verdriet mag er
zijn.
We dienen te accepteren dat we soms ongelukkig zijn. En dat we het ongeluk
mogen delen met onze naasten. 31,
2022
Bron: Een medische
bespreking
De kunst van het ongelukkig zijn
In
2022 krijgt Dirk de Wachter zelf te maken met gezondheidsproblemen. Hij
schrijft daarover: ‘Ik had het al van mijn leermeesters meegekregen. Maar nu ik
de afgelopen jaren zelf met een ernstige ziekte ben geconfronteerd en de dood
in mijn nek voelde blazen, kan ik het ook uit eigen ervaring vertellen.
Er zijn voor een ander, dat is cruciaal in mijn vakgebied. Die menselijke
nabijheid, die aanraking, heeft mij zelfs letterlijk in leven gehouden’.
Lees verder: vertroostingen,
2023
Zie ook:
- Dirk De Wachter over wat kanker met
hem doet, 2023
Hoe verloopt het leven van een mens?
Te beginnen met de ontwikkeling van een 12-jarige.
1. Adolescentie, 12-18 jaar
Een goede identiteitsontwikkeling
tijdens de adolescentie is van cruciaal belang voor het vormen van een gezonde
en zelfbewuste volwassene. Hieronder de kenmerken
van een positieve identiteitsontwikkeling bij adolescenten:
Zelfvertrouwen, identiteit
- Ze hebben een goed gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Ze
geloven in eigen capaciteiten.
- Ze hebben het vermogen om onafhankelijk te zijn en zelfstandig
beslissingen te nemen.
- Ze maken zich los van ouderlijke controle en ontwikkelen een gevoel van
autonomie.
- Ze staan open voor nieuwe ervaringen en ideeën.
Emoties, relaties
- Ze hebben het vermogen om emoties te herkennen en te begrijpen.
- Ze kunnen gezonde en ondersteunende relaties aangaan met leeftijdsgenoten,
familie en anderen.
- Ze weten hoe conflicten op te lossen en er effectief over te communiceren.
Het is belangrijk op te merken dat identiteitsontwikkeling een complex proces
is en dat niet alle adolescenten zich op dezelfde manier ontwikkelen. Sommigen
kunnen moeite hebben met bepaalde aspecten van identiteitsvorming, en dat is
normaal. Steun, begrip en begeleiding van ouders, verzorgers, leraren en andere
vertrouwde volwassenen kunnen een cruciale rol spelen bij het bevorderen van
een positieve identiteitsontwikkeling bij adolescenten.
2. Vroege
volwassenheid, 18-35 jaar
Een diepgaande en intense liefdesrelatie tussen
een man en een vrouw kan
verschillende kenmerken hebben die deze relatie uniek en betekenisvol maken.
Het is belangrijk op te merken dat elke relatie uniek is en dat niet alle
kenmerken op elke relatie van toepassing hoeven te zijn.
Hier zijn echter enkele veelvoorkomende kenmerken van
een diepgaande en intense liefdesrelatie:
Emotionele binding en vertrouwen:
- Partners voelen een sterke emotionele band met elkaar.
- Ze tonen empathie voor elkaars emoties en bieden elkaar ondersteuning in
moeilijke tijden.
- Ze begrijpen elkaars gevoelens en behoeften zonder woorden.
- Ze voelen een liefde voor elkaar die diep en onvoorwaardelijk is, ook met
alle tekortkomingen.
- Ze delen fysieke intimiteit en genegenheid, wat hen helpt een diepe band te
creëren.
- Ze vertrouwen elkaar volledig en zijn loyaal aan elkaar, waardoor ze zich
veilig voelen in de relatie.
Respect:
- Ze respecteren elkaar als individuen en waarderen elkaars eigenschappen,
interesses en prestaties.
- Ze kunnen openlijk met elkaar communiceren over hun gedachten, gevoelens en
zorgen, zonder angst voor veroordeling.
- Ze kunnen conflicten en meningsverschillen op een gezonde en constructieve
manier oplossen, zonder het respect voor elkaar te verliezen.
Het is essentieel om te onthouden dat een diepgaande en intense liefdesrelatie
tijd en moeite vergt van beide partners. Het ontwikkelt zich in de loop van de
tijd en kan worden versterkt door respect, communicatie en wederzijdse inzet.
3. Middelbare leeftijd (35- 60 à 65)
Het realiseren van je levensdoel op middelbare leeftijd is een prachtig streven en zeker
haalbaar. Het is belangrijk om te onthouden dat leeftijd geen belemmering hoeft
te zijn voor persoonlijke groei, prestaties en het najagen van je dromen.
Hier zijn een paar stappen die je kunnen helpen om je levensdoel te realiseren:
Verschillende aspecten
- Neem de tijd om na te denken over wat jouw levensdoel eigenlijk is. Wat zijn
je passies, waarden en wat wil je echt bereiken in het leven? Dit kan een
diepgaand proces zijn, dus wees geduldig en eerlijk met jezelf.
- Het bereiken van je levensdoel kan uitdagend zijn en vraagt om
vastberadenheid en doorzettingsvermogen. Laat je niet ontmoedigen door
tegenslagen, maar zie ze als leermomenten en ga door.
- Zoek steun en inspiratie bij vrienden, familie of gelijkgestemde mensen. Een
ondersteunend netwerk kan je motiveren en je door moeilijke tijden heen helpen.
- Terwijl je je richt op het waarmaken van je levensdoel, is het belangrijk om
ook balans te behouden in andere aspecten van je leven, zoals gezondheid,
relaties en ontspanning
- Positiviteit en optimistisme kunnen je helpen om gemotiveerd te blijven,
zelfs als je voor moeilijk op te lossen uitdagingen komt te staan.
Onthoud dat het waarmaken van je levensdoel op elke leeftijd een reis is. Het
is nooit te laat om je dromen na te jagen en te streven naar vervulling in het
leven. Wees vriendelijk voor jezelf en geniet van de reis terwijl je stappen
zet richting het realiseren van je levensdoel.
4. Late volwassenheid, vanaf 60 à 65 jaar
Het is gebruikelijk dat mensen, vooral in hun latere volwassenheid, gaan nadenken over de zin van het leven.
Naarmate we ouder worden, kunnen levenservaringen, prestaties en verlies van
dierbaren ons ertoe brengen diepere vragen te stellen over het doel en de
betekenis van ons bestaan.
Hier zijn enkele veelvoorkomende perspectieven die late volwassenen kunnen
hebben als ze terugkijken op de zin van het leven:
- De betekenis van het leven
- Veel mensen beseffen dat de betekenis van
het leven niet zozeer ligt in materiële bezittingen of prestaties, maar eerder
in de waardevolle ervaringen die ze hebben gehad en de relaties die ze hebben
opgebouwd met anderen.
- Het kunnen terugkijken op een leven vol vreugde, liefde en verbondenheid met
anderen kan als zeer zinvol worden ervaren.
- Voor anderen kan de zin van het leven te vinden zijn in de alledaagse,
ogenschijnlijk kleine dingen: de schoonheid van de natuur, vreugde in het
moment, het ervaren van plezier in dagelijkse activiteiten, en het cultiveren
van dankbaarheid voor het leven zelf.
- Mensbeschouwing
- Mensbeschouwing vormt de kern van veel levensbeschouwingen
en filosofieën. Het kan helpen om de fundamenten van onze geloofssystemen en
overtuigingen te begrijpen en te versterken.
- Het is belangrijk op te merken dat de
zoektocht naar de zin van het leven een zeer persoonlijke en subjectieve
ervaring is. Wat voor de ene persoon betekenisvol is, kan voor een ander
misschien niet zo belangrijk zijn.
- Het is een reis die zich gedurende het hele leven kan ontvouwen, en het is
normaal dat het antwoord kan veranderen naarmate iemand nieuwe ervaringen
opdoet en zich verder ontwikkelt.
- Het erkennen van de eigen waarden, overtuigingen en aspiraties is essentieel
om de zin van het leven te ontdekken en een gevoel van vervulling te ervaren.
De
psychiater Erik Erikson beschrijft hoe een mens in
verschillende levensfasen psychische schade kan oplopen. Wat moet ik me daarbij
voorstellen? Zie psychische schade
Bronnen: Lievegoed 26, de Wit 27 en Erikson 34
In een
spirituele wereld worden mensen aangedaan of aangeraakt door het oneindige, het
irrationele.
Dit verschijnsel kan zich op
allerlei momenten voordoen, in het bijzonder in de omgeving van
muziek, religie en filosofie.
Een indruk van mijn innerlijke wereld:
Muziek, religie
en filosofie
- Wat gebeurt er als ik naar klassieke muziek luister?
Ik word opgetild in een wereld van muzikale schoonheid.
Het is een genieten en een afdwalen naar een innerlijke wereld.
Niet in woorden uit te drukken.
Hoe is dat mogelijk?
Muziek roept emoties op die
diep in ons verankerd zijn en ons verbinden met iets groters dan onszelf.
Luister naar:
- W.A. Mozart Laudate Dominum
- J.S. Bach Sheep may savely grace
- G.F. Handel He shall feed his flock
- J. Mendelsson Ich harrete des Herrn…
De spirituele wereld en muzikale taal
Harry Kuitert
‘Het Goddelijke is van muzikale
taal,
de hemel is van muzikale taal,
het paradijs waar de engelen je naar toe mogen dragen, is ook van muzikale taal.
Het is alles van muzikale taal en moet van muzikale taal blijven, wil het zijn betekenis houden’.
06, 2005 pg 191
Wat wil Kuitert zeggen met deze beeldende taal?
Antwoord: Muzikale Taal als spiritualiteit
Hoe kunnen sterke emoties worden opgeroepen?
De psycholoog Carl Jung geeft antwoord, zie zijn boek Archetypen,
nr. 30
Muziek kan sterke emoties oproepen
en diepe spirituele ervaringen teweegbrengen.
Dit alles kan worden verklaard door de echo van archetypische
symbolen die door muziek worden opgeroepen.
Wat voor symbolen bedoelt hij? Lees de bijlage de
Moeder, de Held, de Schaduw, de Wijze Oudere.
De intensiteit waarmee mensen religieuze muziek beleven, kan worden versterkt
door de herkenning van deze symbolen die resoneren vanuit een menselijk collectief onbewuste,
een soort opslagplaats van latente beelden die de mens als soort heeft geërfd
uit zijn verre verleden
Luister naar…
- Handel As steals the morn
In
het transcendente gebied van het menselijk bewustzijn bevindt zich de ‘wereld
van het goede, het ware en het schone’.
Ik denk daarbij aan de ideeënleer van Plato
Kenmerkend voor de religieuze kenwijze is dat deze alleen subjectief kan
worden belééfd.
In hoeverre zijn menselijke geloofsvoorstellingen te verbinden met
religieuze ervaringen?
De veelheid aan Christelijke kerken laat zien dat er verschillende
toegangspoorten open staan.
Echter: een keuze wordt door mensen zélf gemaakt.
Mijn eigen keuze is sterk beïnvloed door de theoloog Harry Kuitert.
Een indruk van Kuitert’s opvattingen
Het boek Hetzelfde anders zien markeert een definitieve
verschuiving in Kuiterts denken naar een meer humanistische, niet-theïstische
interpretatie van het christelijk geloof.
Hij ziet religie als een menselijk product dat betekenis geeft aan het leven,
maar niet als een afspiegeling van bovennatuurlijke waarheden. 06, 2005
Zie verder de bijlage: Hetzelfde
anders zien. Het christelijke geloof als verbeelding
Rick Benjamins
Met Kuitert’s opvattingen als basis maak
ik kennis met de boeken van Rick Benjamins.
Zijn denken als Liberaal Christen geven een goed vervolg.
Hij schrijft:
Religie biedt mensen een
handvat om de overweldigende ervaringen van het leven te duiden.
Wat houdt dit in?
Een mens ontvangt religie doordat hij ervaringen van transcendentie opdoet.
Zo’n ervaring van transcendentie is nadrukkelijk geen ervaring van een
bovennatuurlijk object, maar een ervaring van de werkelijkheid.
Deze maakt zo’n indruk dat de mens zich daardoor van buitenaf uitgenodigd voelt
om die ervaring als goddelijk, heilig of bovennatuurlijk te duiden.
Zulke ervaringen van transcendentie, die voor hun totstandkoming moeten leunen
op een religieus symbool-systeem, werpen licht op een
menselijk leven.
Een mens kan daardoor op een beter en rijker komen tot het verstaan van
zichzelf en hun bestaan.
Bron 12, 2022
pg27
Kenmerken
van het Liberaal Christendom:
- Filosofische, psychologische en nieuwe historische inzichten worden serieus
genomen en beïnvloeden het theologisch denken.
- Het is een Christendom dat zich kenmerkt door een meer progressieve interpretatie van de Bijbel en een ruimdenkende
benadering van geloof en ethiek.
- In plaats van geloof wordt gesproken over geloofsvoorstellingen
wat inhoudt dat het ménsen zijn die op basis van persoonlijke ervaringen,
belevingen en denken zich verbonden weten met een goddelijke dimensie die hun
leven geestelijk verrijkt. 12, 2016
- Bijbelse verhalen worden kritisch geïnterpreteerd, ervan uitgaande dat
gebeurtenissen veelal niet echt gebeurd zijn maar wel een diepe religieuze
waarheid bevatten. Veel bijbelteksten zijn geschreven als mythe, symbool of
metafoor. 12, 2022
De filosofie geeft mij inzicht in een fundamenteel andere manier van denken.
Filosofen zijn niet gebonden aan richtlijnen die gelden voor wetenschappelijk
onderzoek en ook niet aan theologische waarheden. De filosoof overkoepelt beide kenwijzen, hij construeert zijn studie
vanuit een filosofische metapositie.
Het waren de colleges filosofie van de hoogleraar Dr.
J.G. Bomhoff die bij mij een doorbraak teweeg brachten. Dit
gebeurde eind jaren 1960.
Ik ontdekte dat filosofie je leven buitengewoon kon verrijken en je ongekende
perspectieven kon bieden.
Een
filosofische stroming waar ik voor kies is de fenomenologie.
Met als kenmerken:
- De
fenomenologie is gericht op verschijnselen zoals ze zich aan ons mensen
voordoen.
- De wereld is er alleen voor zover ze zich aan het bewustzijn toont.
- Dit alles gebeurt zonder voorafgaande theoretische aannames of
interpretaties.
- Elk mens geeft op subjectieve wijze
betekenis aan datgene wat hij intuïtief waarneemt.
Als filosofisch denker noem ik de
meest belangrijke aspecten binnen mijn eigen innerlijke wereld. Het zijn:
1. Klassieke muziek en transcendentie.
2. Liberaal christendom als religieuze component.
3. Fenomenologie als filosofische stroming.
Het is deze filosofie die beide andere componenten overstijgt.
Deze drie kenwijzen kan worden omschreven als…
‘De innerlijke wereld van de Denker kenmerkt zich door drie belangrijke
criteria die zijn intellectuele en spirituele leven vormen.
Hieronder een nadere beschouwing van deze componenten:
1. Klassieke muziek en transcendentie
2. Liberaal christendom als
religieuze component
3. Fenomenologie als filosofische
stroming
Voor mij interessant om kennis te
nemen van de waarderende woorden.
Twee verschillende structuren
A. De Absolute Geest van de filosoof
Hegel bestaat uit :
1. Kunst, 2. Religie, 3. Filosofie
B. De innerlijke wereld van De Denker bestaat uit:
1. Muziek, 2. Transcendentie, 3. Fenomenologie.
Welke overeenkomst is te zien tussen A en B?
Te lezen in drie stappen, in opklimmende lijn:
Enkele opmerkingen over de inhoud van dit weblog.
Het
is de filosofische antropologie die de basis legt onder mijn mensbeschouwing.
Uitgangspunt is het denken binnen de filosofie, psychologie, psycho-analyse en
theologie.
Filosofie
-
Met de buitenkant van het bewustzijn maakt een mens kennis met een
zintuiglijk waarneembare wereld.
- De binnenkant is als een droomwereld. Deze speelt zich af in het
onbewuste, zonder tijd en ruimte, roept beelden op van een surrealistische
omgeving.
In zo'n wereld kunnen gebeurtenissen willekeurig en onsamenhangend lijken.
De
droomwereld is geworteld in het onbewuste, daagt ons uit om na te denken over
de aard van onze psyche en de manier waarop we de werkelijkheid ervaren.
Psychologie
Het
menselijk bewustzijn wordt sterk beïnvloed door intuïtie en subjectiviteit.
Enkele belangrijke punten om dit verder te verkennen:
Intuïtie
- Intuïtie is vaak gebaseerd op de snelle, onbewuste verwerking van informatie. Ons brein kan patronen en verbanden herkennen zonder dat we ons daar bewust van zijn.
- Intuïtieve beslissingen worden vaak gevormd door eerdere
ervaringen en kennis.
- Intuïtie stelt ons in staat om snel beslissingen te nemen, wat
cruciaal kan zijn in situaties waarin tijd van essentieel belang is.
Subjectiviteit
- Onze persoonlijke ervaringen en emoties kleuren onze waarnemingen en interpretaties. Wat voor de ene persoon logisch lijkt, kan voor een ander onbegrijpelijk zijn.
- De manier waarop we de wereld waarnemen, wordt beïnvloed door onze
zintuigen, culturele achtergrond en persoonlijke geschiedenis.
- Dit betekent dat verschillende mensen dezelfde situatie op heel verschillende
manieren kunnen interpreteren.
Psycho-analyse
- Het persoonlijke onbewuste is een opslagplaats van materiaal dat
niet meer bewust is maar dat gemakkelijk tot het bewuste kan opstijgen.
- Het bestaat uit herinneringen en gedachten die uit het bewuste zijn gestoten
omdat zij onbelangrijk of bedreigend zijn.
- Het collectief onbewuste is de machtigste kracht in de
persoonlijkheid. In dit onbewuste bevinden zich oerbeelden. Deze zijn afkomstig
van menselijke ervaringen uit een zeer ver verleden.
Theologie
- De diepe
Bijbelse waarheid heeft als doel richting te geven aan het leven van mensen.
- Bijbelverhalen geven veelal mythologische en symbolische voorstellingen. Ze
zijn de verpakking van een boodschap die ons een nieuwe kijk wil geven
op onszelf en op ons bestaan.
- Mijn visie is post-theïstisch. Daarin verschuift het beeld van een
persoonlijke God naar het ‘goddelijke’ als een transcendent principe, als een
geestelijke kracht.
- De vele diepliggende Bijbelse boodschappen
zijn tijdloos. Het zijn geen verhalen over datgene wat eeuwen geleden heeft
plaats gevonden. Ze gebeuren steeds, ook in déze tijd.
- Interpretatie van de Bijbel is tijdgebonden. Afhankelijk van
veranderde inzichten zullen geloofsvoorstellingen moeten worden aangepast.
- In plaats van ‘de zondige mens’
kies ik voor een gewetensvolle mens die onderweg
is naar het goede.
Het leven van de mens
- Tussen geboorte en dood vindt
een menselijk leven plaats. Leeft een gedeelte van hem, zijn geest, verder na
zijn dood?
Het antwoord is: nee, elk mens is een tijdelijk verschijnsel
zowel lichamelijk als geestelijk.
Bernard Sietses (geb. 1945)
studie: doctoraal pedagogische wetenschappen, Universiteit Leiden
loopbaan
docent Prot. Chr. Pedagogische Academie Basisonderwijs, Den Haag
‘Kom tot je ZÉLF.
Maak het jezelf niet gemakkelijk door mee te liften met diegene die wél een
eigen gefundeerde levensbeschouwelijke opvatting heeft.
Die ander ben jij niet en jij bent die ander niet’.
Het blijkt dat het er bij ‘worden wie je bent’ niet om gaat om een ‘ZELF’ te vinden waar je altijd al naar
op zoek bent geweest.
Jouw ZELF is voortdurend actief, het
is een doorgaand proces dat goed wordt weergegeven door het werkwoord worden’. Nietzsche 43, pg 299ev
Terugblik
De door mij gekozen inhoud geeft mij een goed gevoel.
Mijn gedachtegoed is beter geordend en verder verdiept.
Het omvat beschouwingen die gefundeerd zijn op het werk van (voor mij
interessante) filosofen, theologen, psychologen en andere wetenschappers.
01 Tjeu van den Berk, 2007, Het
mysterie van de hersenstam
01 Tjeu van den Berk, 2011, Het oude Egypte: bakermat van het jonge Christendom
02 Klaas Hendrikse, 2007, Geloven in een God die niet
bestaat
02 Klaas Hendrikse, 2011, God bestaat niet en Jezus is zijn zoon
03 Carel ter Linden, 2014, Wat doe ik hier in godsnaam? Een zoektocht
04 Nico ter Linden, 1996-2003, Het verhaal gaat… Zes delen
05 Harry Doornbos, 2003, Achter een Joodse man aan
06 Harry Kuitert, 1974, Zonder geloof vaart niemand wel
06 Harry Kuitert 1994, Het algemeen betwijfeld christelijk geloof
06 Harry Kuitert, 1998, Jezus nalatenschap van het Christendom. Schets voor een
christologie
06 Harry Kuitert, 2000, Over religie
06 Harry Kuitert, 2002, Voor een tijd een plaats voor God
06 Harry Kuitert, 2005, Hetzelfde
anders zien
06 Harry Kuitert, 2014, Kerk als constructiefout
07 Ton Veerkamp, 2015, De wereld anders. Politieke geschiedenis van het grote
verhaal
08 Rochus Zuurmond, 2018, God en de moraal. Een andere kijk op bijbelse ethiek
09 Edward van der Kaaij, 2015, De ongemakkelijke waarheid
van het christendom. De echte Jezus onthuld.
10 Casper Labuschagne, 2000, Zin en onzin rond de
bijbel, Bijbelgeloof bijbelwetenschap en bijbelgebruik. Beschouwing over de
bedoeling van de schrijvers van oudtestamentische teksten
11 Fokko Omta, 2019, Tijd voor een post-theïstisch zondebegrip
12 Rick Benjamins, 2016,
Liberaal Christendom, ervaren doen denken
- Zie Het
duiden van de werkelijkheid, ervaringen van transcendentie
12 Rick Benjamins, 2022, Boven is onder ons. Zie: Bert
Altena, blog
Godsdienstfilosofie
18 Henk Vroom, 2003, Een waaier van visies, godsdienstfilosofie en
pluralisme
18 Henk Vroom, Ik
en de ander
18 Henk Vroom, Wie
was hij?
Godsdienstsociologie
19 Meerten ter Borg, 2010, Zijn boek, gratis te
downloaden: Vrijzinnigen hebben de toekomst
20 Dick Swaab, 2010, We zijn ons brein
20 Dick Swaab, 2016, Ons creatieve brein
21 Daniel Kahneman, 2019, Ons feilbare denken
22 Dirk J. Bakker, 2012, Wind in het grijze woud; het brein als ontvanger en gever van leven
22 Dirk J. Bakker, 2014, Contactblad, Nieuwkoop. Epigenese
23 Abraham Maslow, 1974, Motivatie en persoonlijkheid
23 Duane Schultz, Groeipsychologie, 1979. Hierin: Het mensbeeld van Abraham
Maslow
24 Gerd Gigerenzer, 2022, De kracht van je intuïtie: de intelligentie van het onbewuste
25 Alexander Lowen, Je bent je lichaam, 1975, Bio-energetica
26
Bernard Lievegoed, De
levensloop van de mens
27
J. de Wit, Psychologie
van de adolescentie
28
M.J. Langeveld, Theoretische
Pedagogiek
30 Carl G. Jung, 1977, Archetypen
30 Carl G. Jung, 1982 Oerbeelden.
30 Duane Schultz, 1979, Groeipsychologie. Hierin: Het mensbeeld van Carl Jung
31 Dirk De Wachter, 2012, Borderline times. Het einde van
de normaliteit
31 Dirk De Wachter, 2022, De kunst van het ongelukkig zijn
32 Edith Eger, 2018, De keuze. Leven in vrijheid.
33 Frankl Viktor, 1978, De zin van het bestaan, een inleiding tot de logotherapie
34 Erik H. Erikson, 1971, Het kind en de samenleving
34 Erik H. Erikson, 1972, Identiteit, jeugd en crisis
40 Ger Groot, 2017, De geest uit de fles. Hoe de moderne
mens was en wie hij is. Zie zijn Acht
hoorcolleges
41 Bertrand Russell, 1990, Geschiedenis der westerse filosofie
42 André Klukhuhn, 2023, De geschiedenis van het westerse denken.
42 André Klukhuhn, 2020, De vreemde lus. Over bewustzijn en het verbond tussen wetenschap, kunst, filosofie en mystiek.
42 André Klukhuhn, artikel Wie
denken we wel dat we zijn?
42 André Klukhuhn, artikel Kennis
van de rede en van het hart
43 John Kaag, 2019, Met Nietzsche de bergen in
44 Frank Martela, 2020, Een prachtig leven. Hoe vind je zin in je bestaan?
45 Joachim Duyndam, 2003, Levinas, Trouw, Serie De grote filosofen
46 Jan Keij, 2018, De filosofie van Immanuel Levinas
47 Rens Bod, 2023, Waarom
ben ik hier? Een kleine wereldgeschiedenis van zingeving
48 Henri Bergson, de
buitenstaander en de deelnemer
50 Stephen Fry, 2017, Mythos De
Griekse mythen herverteld
51 Yuval Harari, 2015, Sapiens, een kleine geschiedenis van de mensheid
51 Yuval Harari, 2017, Homo Deus: een kleine geschiedenis van de toekomst
52 Agnes Amelink, 2001, De Gereformeerden
53 Wim Wijnands, 2012, Niet fietsen op zondag. Kleine kroniek van een gereformeerde jeugd.
54 Jan Baars, 2021, Een kleine kerkgeschiedenis
55 Rutger Bregman, 2019, De meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van
de mensheid
56 ChatGPT
60 Bram Moerland, 2017, Gnosis en gnostiek
- Artikel Gnosis en gnostiek, wat is dat?
60 Bram Moerland, 1992, Montségur, Gnosis, gnostiek en de kartharen
60 Bram Moerland, Het evangelie van Thomas
61 Jacob Slavenburg, 1994 Nag Hammadi geschriften I
61 Jacob Slavenburg, 1995 Nag Hammadi geschriften II
61 Jacob Slavenburg, 2006, De vrouw die Jezus liefhad, Maria Magdalena
62 Thimothy Freke
en Peter Gandy, 2005, De mysterieuze Jezus.
62 Thimothy Freke en Peter Gandy,
2006, De lachende Jezus
62 Thimothy Freke en Peter Gandy,
2007, Jezus en de verloren godin