Mensbeschouwing
Een filosofische Antropologie
(te lezen op smartphone)
Inhoud
Hoofdstuk I. De Moderne tijd (ca. 1750-heden)
2. De Verlichting en de
Moderne Tijd
- Lowen, het menselijk
lichaam
Hoofdstuk II. De mens en zijn wereld
1.1 Bergson, het menselijk bewustzijn
2. Transcendentie, de wereld binnen ons
2.1 Wetenschappelijke
Psychologie & transcendentie
2.2 Humanistische
Psychologie & transcendentie
2.3 Psycho-analyse &
transcendentie
2.4 Theologie &
transcendentie
a. Mythologische geloofsvoorstellingen
2.5 Filosofie, religie
overstijgend & transcendentie
2.6 de Ander, de
medemens, & transcendentie.
Hoofdstuk III. Theologie in beweging
3. Verzoening in
Christus, het kruis
5. Het zondebesef,
verschuiving
Hoofdstuk IV.
Filosofische Antropologie
Hoofdstuk V. De mens als zingever
1. Martela, de zin van
het leven
3. Heidegger, zingeven aan je leven
4. Hendrikse, is het
leven maakbaar?
5. Dirk de Wachter,
psychiater
- Zingeving, geluk en verdriet
Hoofdstuk VI. Mijn innerlijke wereld
4. De drie kenwijzen,
eigen denken en beleven
Hoofdstuk VII. Kernpunten weblog
Bernard Sietses
weblog, 2024
De mens onderscheidt zich door een combinatie van sociale, ethische,
esthetische en transcendente kenmerken.
Wat moet ik me hierbij voorstellen?
Wat maakt de mens tot een uniek wezen?
Ik noem vier essentiële punten:
1. Sociale dimensie
Mensen zijn van nature sociale wezens.
Dit betekent dat we van jongs af aan afhankelijk zijn van anderen om te
overleven en te floreren.
Dit vermogen om in sociale groepen te leven, te communiceren, samen te werken,
en relaties te vormen, is cruciaal voor onze ontwikkeling en het voortbestaan
van de soort.
2.
Ethische dimensie
Ethiek verwijst naar het menselijke vermogen om onderscheid te maken tussen
goed en kwaad en om volgens morele principes te handelen.
De mens ontwikkelt morele systemen die zijn gedrag sturen en de basis vormen
van wetten, sociale normen en rechtvaardigheid.
3.
Esthetische dimensie
De mens heeft een uniek vermogen om schoonheid te waarderen en te creëren.
Dit wordt duidelijk in de kunst, muziek, literatuur, en in bredere zin in onze
waardering voor esthetiek in de natuur, architectuur, en het dagelijks leven.
4.
Transcendente dimensie
Transcendentie verwijst naar de menselijke zoektocht naar betekenis en
antwoorden op de diepere vragen van het bestaan.
Mensen streven naar begrip van hun plaats in het universum en houden zich bezig
met vragen over het doel van het leven, het hiernamaals, en de betekenis van
lijden en dood.
Hoe kunnen we greep krijgen op het hedendaagse denken?
De belangrijkste voorwaarde is dat men kennis neemt van datgene wat in de afgelopen eeuwen is gebeurd.
De Renaissance,
die ruwweg tussen de 14e en de 17e eeuw plaatsvond, legde de basis voor veel
aspecten van de moderne westerse cultuur, zoals wetenschap, kunst, filosofie en
politiek.
Een nieuwe manier van denken bood zich aan.
Hoe ga ik hiermee om?
In dit weblog besteed ik de meeste aandacht aan de religie en de filosofie.
Opvallend is de verandering van de positie van de Christelijke Kerk.
Tot in de 16e
eeuw heeft de kerk het vol gehouden: de
waarheid werd in een geloofsleer verpakt en als
objectief aan de ‘gelovigen’ doorgegeven.
Andersdenkenden werden gestraft.
Het probleem bleef echter dat ieder mens op een eigen subjectieve manier
waarneemt, beleeft en denkt.
Het bleek onmogelijk om iedereen op dezelfde wijze te laten ‘geloven’.
Zie ook 12, 2016, hfd 3
De
Verlichting in de 17e en 18e eeuw was een reactie op een dogmatisch
autoriteitsgeloof.
Er ontstonden twee hoofdstromingen, het Rationalisme en als reactie de
Romantiek.
Tot
in de Middeleeuwen werd de Christelijke Religie voorgeschreven door specialisten,
geestelijken die op de hoogte waren van de kerkelijke leer.
De
filosoof René Descartes (1596-1650) bracht daar verandering in. Hij
wilde de religie niet meer als een allesbepalend uitgangspunt nemen.
In plaats daarvan gaf hij prioriteit aan het menselijke verstand.
Zijn gedachtegoed werd bekend onder de naam rationalisme, een stroming die het
denken tijdens de Verlichting zou gaan bepalen.
Nieuwe
vragen werden gesteld, zoals:
- waarvoor zouden we God nodig hebben als ons eigen verstand toch ook antwoord
kan geven op onze zingevingsvragen?
- wat moeten we met een kerk die ons wil overtuigen van haar eigen gelijk, van
datgene waarvan zij zeggen dat het de absolute waarheid is?
Welk antwoord geeft Descartes? Lees: Kenmerken van
Descartes' Rationalisme
En verder…
Het denken van René Descartes heeft een vervolg bij wetenschappers als Kant en
Hegel.
De
filosoof Immanuel Kant (1724-1804)
geeft religie een plaats binnen de grenzen van het gezonde verstand.
Hij leverde een cruciale
bijdrage aan de Verlichting door zijn nadruk op de autonomie van de rede en het
kritisch denken.
In zijn essay "Wat is Verlichting?" definieerde hij Verlichting als "de bevrijding van de mens uit
zijn onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is."
Kant stelde dat mensen hun verstand moesten gebruiken zonder de leiding van
anderen, wat leidde tot een nadruk op individuele vrijheid, rationaliteit en
ethiek.
In 1793 publiceert Immanuel Kant zijn boek "Religie binnen de Grenzen van
de Rede Alleen".
In dit werk onderzoekt hij hoe religie
kan worden begrepen binnen de grenzen van de menselijke rationaliteit.
Lees meer hierover in de bijlage Moreel handelen
De
filosoof Georg Hegel (1770-1831) meende dat het in de religie
niet gaat om morele plichten, zoals bij Kant, maar om kennis van de Geest.
Hoe komt een mens aan deze kennis?
Antwoord:
Een mens ontwikkelt zijn ‘kennis van de geest’ in drie fasen, het zijn:
1. De subjectieve Geest. Dit is de geest van de individuele mens. Deze
begint met het bewustzijn van externe objecten.
2. De objectieve Geest. Dit is de geest van de staat en de samenleving.
Deze bestaat uit wetten en moraal, het ethische leven.
3. Absolute Geest. In deze fase
is vrijheid volledig gerealiseerd.
Dit betekent dat de Geest niet langer beperkt wordt door externe
omstandigheden.
De Absolute Geest kent drie hoofddomeinen, het zijn:
- Kunst: Hierin
wordt de Geest intuïtief en zintuiglijk waargenomen.
- Religie:
Hierin wordt de Geest voorgesteld door middel van symbolen en
geloofssystemen.
- Filosofie: Dit is de hoogste vorm van de Geest. Hierin
begrijpt een mens zichzelf, zowel rationeel als begripsmatig.
In hoofdstuk VI kom ik hierop terug.
Rousseau
Als reactie op het Rationalisme ontwikkelde zich de Romantiek, een stroming die zich
vooral aan het eind van de 18e en in de 19e eeuw sterk deed gelden in de kunst
(beeldende kunst, literatuur en muziek).
Tijdens de Romantiek werden subjectieve ervaringen als uitgangspunt genomen.
Hierdoor kwamen introspectie, intuïtie,
emotie, spontaniteit en verbeelding centraal te staan.
Een bekende vertegenwoordiger van deze stroming was de filosoof Jean Jacques
Rousseau.
Bij hem stond niet de rede centraal die tot vooruitgang leidde, maar het hart
en de ‘natuurlijke toestand’ van de onbedorven mens.
Deze leefde als wilde of als plattelandsmens, twee types die Rousseau
verheerlijkte omdat ze een natuurlijk leven leiden.
De mens was in zichzelf vrij en onafhankelijk, aldus Rousseau, maar werd
uiteindelijk bedorven door luxe, vooruitgang en wetenschap.
De Verlichting, ook wel de Eeuw van de Rede genoemd, was een intellectuele en
culturele beweging die zich in de 17e en 18e eeuw in Europa ontwikkelde.
Deze beweging legde de basis voor veel aspecten van de moderne tijd, met nadruk
op rede, wetenschap, individualisme en secularisme.
Voor een goed overzicht, zie de bijlage Verlichting en de Moderne Tijd
Verlichting,
een doorbraak
Het belangrijkste kenmerk van de Verlichting is dat de theologische antropologie verandert in een filosofische
antropologie.
Het is de méns die de grondslag wordt van alles wat gebeurt. Men wilde niet
meer zoeken in ‘een hogere werkelijkheid’.
De méns neemt de plaats in van God.
Het
nieuwe uitgangspunt wordt de wereld zoals deze zich voordoet.
Als realiteit, voor de
mens waarneembaar.
Eind
jaren 1950 krijgt de Moderniteit
een nieuwe fase. Het póstmodernisme doet zijn intrede!
Het
postmodernisme is een cultuurstroming die ontstond aan het eind van de jaren 1950.
Kenmerkend ervan is de radicale twijfel aan waarheid zoals die wordt opgeëist door
systemen die hun eigen wetgeving vaststellen.
Het gaat daarbij om de ‘grote verhalen’ die waarheid claimen, zoals gebeurt in
de politiek en in de theologie.
Eigen ervaringen
In het gereformeerde milieu waarin ik opgroeide stonden de christelijke waarden
en normen vast; ze waren een richtlijn voor mijn opvoeding.
Ze domineerden zowel thuis als op school, in ‘onze’ politieke partij als in
‘onze’ krant.
Boeken van de theoloog Henk Berkhof, zoals ‘Christelijk geloof’ en ‘de mens onderweg’, werden te
licht bevonden. 13
Ik herken mezelf helemaal in de publicaties van Agnes Amelink, 52, en van Wim Wijnands, 53.
De gereformeerde identiteit werd mij als kind overgedragen.
Mijn adolescentie en de jaren die daarop volgden vielen volop in de tijd van
het postmodernisme.
In de vele gesprekken die ik had met familie en vrienden was ‘levensbeschouwing’
nogal eens hét onderwerp.
Ik voelde me thuis in de vele discussies waarbij gereformeerde waarden onder de
loep werden genomen.
Mijn uitgangspunt was om niet alles voor zoete koek aan te nemen, maar te vragen
naar achtergronden.
Dat
deze discussies belangrijker waren dan ik in die tijd besefte, bleek jaren
later.
Het werd me steeds meer duidelijk dat ‘onze kerk’ een heel eigen weg volgde.
Waaruit
bestond ‘die eigen weg’?
Het
antwoord is te lezen in de bijlage:
De Gereformeerde Kerk rond 1960
Na het lezen van deze bijlage is het te begrijpen dat dit niet zo kon blijven.
Er moest iets gebeuren.
Een reactie kwam van de theoloog Harry Kuitert.
Wie
was hij?
Harry Kuitert begon zijn carrière als predikant. Later werd
hij hoogleraar theologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.
Hij bracht vernieuwende ideeën in de gereformeerde traditie.
Hij deed dit door in zijn werk de dogmatische opvattingen over de Bijbel en het
christelijke geloof ter discussie te stellen.
Hij introduceerde het idee dat geloofswaarheden niet zozeer "gegeven"
zijn, maar veeleer door mensen geconstrueerd worden.
Hij vond dat de Bijbel gelezen moest worden met als uitgangspunt dat bijbelteksten
waren geschreven binnen een historische en culturele context.
Dit riep de vraag op hoe tijdloos en objectief de geloofswaarheden eigenlijk
waren.
Dit idee vond veel weerklank bij mensen die zochten naar een moderne
interpretatie van hun geloof.
Kuitert
kwam in conflict met orthodoxe opvattingen door aan te geven
- dat geloof en twijfel samengaan,
- dat de menselijke ervaring centraal staat in de geloofsbeleving.
Hij was van mening dat dogma's geen vaststaande waarheden waren, maar
voortkwamen uit menselijke interpretatie.
Deze benadering maakte het geloof veel beter toegankelijk voor mensen die
moeite hadden met de absolute waarheidsclaims van de orthodoxe traditie.
Dit sprak vooral jongere generaties aan die op zoek waren naar meer ruimte voor
- persoonlijke interpretatie en
- inhoud van hun geloof.
Hiervoor gaf Kuitert steun in zijn vele boeken, zie onder nummer 06.
Wanneer en Wat zegt Kuitert in zijn boeken?
1974,
Ieder mens, religieus of niet, heeft een vorm van geloof nodig om goed te
kunnen leven.
Een "mens met geloof" heeft
basisvertrouwen, heeft een oriëntatiepunt waarmee hij betekenis en richting
vindt.
Lees verder… Zonder geloof vaart niemand wel
1994, Kuitert onderzoekt op kritische wijze het traditionele
christelijke geloof.
Hij trekt de zekerheid van dogmatische
geloofswaarheden in twijfel.
Hij benadrukt dat veel geloofsovertuigingen door mensen zelf zijn gevormd en
niet noodzakelijk van God afkomstig zijn.
Lees verder… Het
algemeen betwijfeld christelijk geloof
1998, Kuitert maakt onderscheid tussen:
a. de "historische Jezus", als Joodse prediker die leefde in de
eerste eeuw , en
b. de "Christus van het geloof" zoals die door de eeuwen heen in het
christendom is ontwikkeld.
Hij moedigt christenen aan om deze "nalatenschap" van het christendom
kritisch te bekijken.
Hij nodigt hen uit om op zoek te gaan naar een geloof dat past binnen een
modern wereldbeeld en dat zich richt op universele waarden zoals
medemenselijkheid, gerechtigheid en compassie.
Lees verder… Jezus nalatenschap van het Christendom
2000, Kuitert stelt dat religieuze voorstellingen menselijke constructies zijn.
Hij benadrukt dat alle kennis over God afkomstig is uit menselijke ervaring en
niet uit een goddelijke openbaring die onafhankelijk van ons bestaat.
Lees verder… Over
religie
2002, Kuitert stelt in dit werk dat
religie niet langer een universeel, absoluut gegeven is.
In plaats daarvan ziet hij religie als een historisch en cultureel verschijnsel
dat voortdurend verandert.
Lees verder… Voor
een tijd een plaats voor God
2005, Kuitert beschrijft religie als een menselijk product dat betekenis geeft
aan het leven. Religie geeft geen afspiegeling van bovennatuurlijke waarheden.
Lees verder… 2005, Hetzelfde
anders zien
2014, Waarom kon de wereld zich na de Verlichting prima redden?
De Verlichting introduceerde rationeel denken als basis voor kennis en ethiek.
Hierdoor begonnen mensen te erkennen dat moraal, rechtvaardigheid en kennis
niet per se gebonden waren aan religieuze bronnen.
Lees verder… 2014, Kerk als constructiefout
De boeken van Kuitert hadden grote impact op het denken binnen gereformeerde kringen
en daarbuiten.
Tot slot de vraag van Kuitert: Wie is God? Voor een antwoord: zie de bijlage
Vooraf
Hoe beoordeelden de Gereformeerden in de jaren 1960 het omgaan met humanisten?
Waarom moest je niet met hen in gesprek gaan?
Waarom waren ze gevaarlijk omdat ze met bedreigende argumenten konden komen?
Voor een impressie: Lees de bijlage
En verder…
De humanistische
psychologie van Abraham Maslow maakte op mij veel indruk.
Hij ontwikkelde een humanistische psychologie, een
stroming die van grote waarde bleek binnen mijn mensbeschouwelijk denken. 23
Centraal
in zijn wetenschappelijk denken staat de optimale ontwikkeling van het méns-zijn.
Het essentiële hiervan is Worden wie jíj bent.
Je kunt dit realiseren via zijn psychologische piramide met als hoogste niveaus:
zelfverwerkelijking en zelfoverstijging.
Het menselijk lichaam
Hoe beoordeelden de Gereformeerden in de jaren 1960 de omgang met het menselijk
lichaam?
Werd dit overschaduwd door de zonde van elk mens? Hoe?
Voor een impressie: Lees de Bijlage
Na de somberheid die in de bijlage wordt beschreven kom ik bij de omgang van
het menselijk lichaam, zoals dat in de jaren 1970 werd beschreven door Alexander
Lowen.
Het is Alexander
Lowen die alle
aandacht gaf aan een goed functioneren van het
menselijk lichaam.
Zijn
boodschap
Er bestaat een sterk verband tussen lichaam en geest.
Dit is duidelijk te zien aan negatieve levenservaringen die in de vorm van spierspanning worden ‘opgeslagen’ in het lichaam.
Deze spanningen kunnen leiden tot een negatief lichaamsgevoel, d.w.z.
- minder beweeglijkheid,
- een moeizame ademhaling en
- een
verstoorde lichamelijke energiestroom.
Ook
kunnen spanningen ontstaan tussen lichaam en in sociale relaties:
stemming, vitaliteit, levenslust en zelfvertrouwen kunnen negatief worden
beïnvloed.
Hoe beter om te gaan met eigen levensenergie?
Hoe om te gaan met spierspanningen?
Voor een antwoord, zie: Bio-energetica, Levensenergie, therapie
Het
postmodernisme heeft geleid tot persoonlijke emancipatie, het mogen zijn wie je
bent.
Een positieve ontwikkeling, zeer zeker.
De keerzijde is echter dat deze vernieuwing gepaard is gegaan met een op hol
geslagen individualisme en weinig of geen interesse voor de medemens. Met als
gevolg sociale vereenzaming.
Daarnaast heeft het geleid tot oppervlakkigheid, een toenemend materialisme en
overdreven gerichtheid op eigenbelang.
In 2023 schrijft de Amerikaanse geschiedkundige James Kennedy hierover een column in dagblad Trouw.
Eén essentiële zin daaruit:
‘Ik mis normerende en levensbeschouwelijke
gesprekken in dit land.
Nederlanders zijn gericht op hun eigen welzijn en de kwaliteit van het leven, maar
gesprekken over de zin van het leven, de dood, ethiek, de waarde van relaties
en de betekenis van geloof en zingeving zijn spaarzaam’.
En verder…
De opmerking van James Kennedy dat hij ‘normerende en
levensbeschouwelijke gesprekken’ in onze samenleving mist, raakt de kern van dit weblog.
Mijn mensbeschouwing geeft verheldering vanuit een filosofisch perspectief.
Met als thema’s:
- De mens en zijn wereld, hfd II
- Theologie in beweging, hfd III
- Filosofische Antropologie, hfd IV
- De mens als zingever, hfd V
- Mijn innerlijke wereld, hfd VI
- Kernpunten weblog, hfd VII
Hoe kent de mens zijn wereld?
Twee filosofen:
De filosoof Henri Bergson is van mening dat alle filosofische stelsels twee complementaire
stromingen hebben. Het zijn:
Stroming
1: rationeel, objectief en wetenschappelijk
Dit
is de benadering die de wereld probeert te verklaren op een rationele en gestructureerde
manier.
Het is een stroming die gericht is op analyse, logica en precisie.
Stroming 2: emotioneel, intuïtief en artistiek
Deze
benadering benadrukt de creatieve, subjectieve en intuïtieve kant van de
menselijke ervaring.
Hier is de wereld niet vastomlijnd of statisch, maar eerder vloeiend,
veranderlijk en vaak ongrijpbaar.
Welke betekenis verbindt Bergson hieraan?
Hij is van mening dat beide benaderingen nodig zijn om de werkelijkheid
volledig te bevatten.
De wetenschappelijke benadering helpt ons om de wereld te begrijpen in
termen van vaste structuren en patronen.
De artistieke benadering staat ons toe om de subjectieve diepte van het
leven te waarderen.
Bergson vond dat filosofen te vaak alleen maar één van deze kanten kiezen,
terwijl de werkelijkheid vraagt om volledig begrip.
Dit kan alleen worden gerealiseerd bij een evenwicht tussen de beide stromingen.
Zijn
kritiek op de puur rationele benadering in de filosofie was dat deze
onvoldoende rekenschap gaf aan de emotionele aspecten van het menselijk
bestaan.
Tegelijkertijd benadrukte hij dat puur intuïtieve en subjectieve benaderingen
het risico lopen om vaag en ongrijpbaar te blijven.
Door deze twee stromingen in balans te brengen, hoopte Bergson dat we dichterbij een "echte" visie op de wereld komen, waarin zowel de ratio als de intuïtie recht wordt gedaan.
Lees
verder het interessante artikel van Klukhuhn over Bergson: Zowel
redelijke als emotionele kennis
De filosoof André Klukhuhn werkt de twee stromingen van Bergson
verder uit in vier kenwijzen. Ze bestaan uit…
- Een wereld buiten ons
1. De wetenschap; deze bevindt zich in de menselijke
buitenwereld en staat aan de ene kant
van het bewustzijn. Wetenschap staat voor objectieve kennis, waarneembaar en
toetsbaar.
- Een wereld binnen ons
2. Het mystieke; dit bevindt zich aan de andere kant van het menselijk
bewustzijn, de binnenkant.
Deze kenwijze gaat uit van directe en intuïtieve ervaringen van een mens bij
waargenomen verschijnselen.
Kenmerkend zijn oerbeelden, zoals de Oermoeder, de Goddelijke Zoon, de Duivel,
de Held.
Het mystieke is nauw verwant aan Religie.
3. Het kunstzinnige; deze ken-wijze is verweven met het mystieke.
Kunst is subjectief, gevoelsmatig en intuïtief.
4. De filosofie overkoepelt beide polen,
richt zich op zowel de wereld buiten ons als de wereld binnen ons. 42,2020,pg 69ev
Mijn
‘Mensbeschouwing’ is niet gericht op de menselijke buitenwereld. Het zal gaan
over de wereld binnen ons.
Waar de filosoof Klukhuhn het begrip ‘mystiek’ gebruikt, kies ik het begrip
‘transcendentie’.
De
reden daarvoor is dat dit laatste beter aansluit bij de
fenomenologie, een filosofische stroming die mijn voorkeur heeft.
Wat is het verschil tussen Mystiek en Transcendentie?
- Mystiek verwijst naar een directe, persoonlijke ervaring van het
goddelijke of het absolute.
Het gaat vaak om een innerlijke ervaring van een hogere werkelijkheid, die
moeilijk onder woorden te brengen is.
Mystieke ervaringen zijn meestal intuïtief en subjectief. Ze worden vaak
geassocieerd met religieuze en spirituele tradities.
- Transcendentie verwijst naar datgene wat de grenzen van de directe
zintuiglijke ervaring of de fysieke werkelijkheid overstijgt.
Het begrip is zowel filosofisch als theologisch van aard en wordt vaak in
verband gebracht met het bestaan van een hogere werkelijkheid, iets dat niet
direct waarneembaar of meetbaar is.
Voor gedetailleerde informatie, zie bijlage transcendentie.
Hoe
geef ik in dit weblog vulling aan het begrip ‘transcendentie’?
Het antwoord komt vanuit verschillende invalshoeken, nl:
- Psychologie, par. 2.1
- Humanistische Psychologie 2.2
- Psycho-analyse par. 2.3
- Theologie, par. 2.4
- Filosofie,
religie overstijgend, par. 2.5
- de Ander, par. 2.6
- Muziek, par. 2.7
Psychologen
over de rol van intuïtie
Twee psychologen onderzochten de wijze waarop mensen
beslissingen nemen. Het zijn Daniel Kahneman en Gerd Gigerenzer.
Indrukwekkend kennis te nemen van hun gedegen wetenschappelijke arbeid.
Kahneman, In hoeverre reageert een mens intuïtief?
De psycholoog Daniel Kahneman (geb. 1934) ontdekte niet alleen het bestaan
van twee soorten denkprocessen in ons brein:
het intuïtieve en het rationele.
Hij toonde aan hoe deze twee denksystemen tot totaal verschillende uitkomsten
kunnen komen, zelfs met dezelfde informatie.
Hij heeft vooral de kracht van ons onbewuste brein onthuld.
We denken allemaal dat we rationeel denkende mensen zijn die nadenken over te
nemen beslissingen.
Het tegenovergestelde blijkt het geval: we zijn bijna helemaal irrationeel. Dit
blijkt voor ons een overlevingsmechanisme. 21, 2019, Deel 1
Kahneman analyseerde de wijze waarop mensen beslissingen
nemen.
Op grond van wetenschappelijk onderzoek stelde hij vast dat dagelijkse
beslissingen voor ca. 95% op intuïtieve basis worden genomen.
De overige beslissingen worden rationeel doordacht. Slechts 5% dus!
Gigerenzer. Hoe beslissen we? Intuïtief of redenerend?
De
Duitse psycholoog Gerd Gigerenzer
(geb. 1947) deed jarenlang onderzoek naar de menselijke intuïtie. Wat blijkt?
Wie veel ervaring heeft, kan bij het maken van een beslissing beter
vertrouwen op zijn intuïtie dan op beredeneerd, logisch nadenken.
Kenmerkend voor intuïtie is:
- komt snel op in je bewustzijn
- gebaseerd op jarenlange ervaring
- je kunt het niet uitleggen
Intuïtie
reikt verder dan de beschikbare informatie.
Vaak draait het om de vraag: moet ik dit wél of juist niét doen?
Gerd Gigerenzer laat in zijn boek 'De kracht van je intuïtie' zien hoe je beter besluiten kunt nemen als je vertrouwt op datgene wat je intuïtie je ingeeft.
We denken vaak dat we beslissingen moeten nemen met ons verstand, weloverwogen
en na veel wikken en wegen. Maar niets is minder waar.
Gigerenzer gaat verder…
- Maak in plaats van je ratio gebruik van je cognitieve, emotionele en sociale
vaardigheden.
Deze zijn gebaseerd op krachtige intuïtieve instrumenten zoals vertrouwen,
bedrog, identificatie, wensdromen en samenwerking.
- Besteed geen extra tijd aan het verzamelen van nieuwe informatie.
Daarentegen, laat jezelf intuïtief voelen wat je niét hoeft te weten.
Op deze manier verlost het je van al het wikken en wegen. 24
Volgens
de psycholoog Maslow hebben zelfverwerkelijkte personen de neiging om
uiteindelijk de grenzen van hun ego te overstijgen en te streven naar een hoger
doel.
Waar zelfverwerkelijking voornamelijk draait om individuele ontplooiing en het
benutten van persoonlijke talenten, richt zelfoverstijging
zich meer op de bijdrage aan de samenleving of het dienen van een hoger ideaal.
Zelfoverstijging is minder individueel gericht en zoekt verbinding met anderen
en de wereld als geheel.
Het is een spirituele en altruïstische stap die sommige mensen pas laat in hun
leven ervaren, wanneer ze zich realiseren dat het
overstijgen van het eigen ik een
dieper gevoel van vervulling kan brengen dan persoonlijke prestatie alleen.
Maslow’s aanvulling van zelfoverstijging aan zijn
model weerspiegelt de groeiende erkenning in de psychologie voor het belang
van spiritualiteit, verbondenheid en altruïsme als
bronnen van zin en welzijn in het leven.
Welke rol speelt het onbewuste binnen de menselijke psyche?
De psychiater Carl Jung (1875 – 1961) geeft een overtuigende
verduidelijking van datgene wat zich afspeelt aan de binnenkant van de menselijke psyche.
Hij trekt een grens tussen het bewuste en het onbewuste.
Hieronder ga ik verder met het de binnenkant, het onbewuste.
De belangrijkste kenmerken:
- Het Persoonlijk Onbewuste is een opslagplaats van materiaal dat niet meer
bewust is, maar dat gemakkelijk tot het bewuste kan opstijgen.
- Het bestaat uit gedachten die uit het bewuste zijn gestoten omdat zij bedreigend
zijn; soms verantwoordelijk voor onverklaarbare stemmingen en gedrag.
- Het Persoonlijk Onbewuste heeft een sterke invloed op de psyche van een individu.
Met als kern: Een mens kan zichzelf beter begrijpen wanneer hij zijn bewuste
en onbewuste aspecten met elkaar in balans brengt.
- Carl
Jung noemt het collectief
onbewuste de machtigste kracht
in de psyche van een persoon.
Het
bestaat uit overgeërfd
psychisch materiaal wat bij de hele menselijke soort onbewust aanwezig is.
Door middel van erfelijkheidsmechanismen worden bepaalde ervaringen van de ene
generatie op de volgende doorgegeven.
De opslagplaats van deze universele evolutionaire ervaringen vormt het diepste en meest ontoegankelijke
niveau van de persoonlijkheid. 30, 1979
De belangrijkste kenmerken:
- Het collectieve onbewuste is niet uniek voor een individu; het wordt
gedeeld door alle mensen en is een erfenis van de evolutionaire ontwikkeling
van de menselijke psyche.
- Het is een soort "psychische bibliotheek" waarin de fundamentele
ervaringen van de mensheid door de tijd heen zijn opgeslagen.
- Het collectieve onbewuste is moeilijk direct te ervaren.
Het manifesteert zich vooral indirect via dromen, visioenen, en symbolen.
- Jung zag het collectieve onbewuste als een product van de biologische evolutie,
geworteld in de structuur van de hersenen.
Het weerspiegelt ervaringen die de mensheid gedurende millennia heeft
meegemaakt.
- Jung geloofde dat het collectieve onbewuste zichtbaar wordt in mythologieën,
religieuze rituelen, kunst en sprookjes.
Deze culturele uitingen weerspiegelen vaak universele archetypes.
Archetypes
Het collectieve onbewuste omvat archetypes.
Dit zijn krachten, onafhankelijk
van persoonlijke ervaringen.
Het zijn o.a.:
- de Oermoeder, de Goddelijke Zoon, de Maagd,
- de Duivel, de Slang, het Beest,
- de Held, de Oude Man,
- de Maan, de Zonnegod,
- de Wind, het Water, de Zee, het Vuur. 30, 1982
Kenmerkend voor archetypen is dat ze in elke cultuur de eigen religie
overstijgen.
Met behulp van Wikipedia heel overtuigend te lezen bij:
- het
scheppingsverhaal
- de zondvloed
- de
onsterfelijke ziel
- het dodenrijk
Individuatie
bevindt zich in een positie die ligt tussen zowel het persoonlijke als
het collectieve onbewuste.
Wat is individuatie?
In Carl Jung’s analytische psychologie is individuatie
het proces waarbij een persoon zich ontwikkelt tot een uniek en authentiek “ZELF”.
Individuatie staat voor het integreren van alle aspecten van de persoonlijkheid;
inclusief bewuste en onbewuste elementen.
Dit alles leidt tot een psychologische groei, gericht op zelfverwerkelijking.
De belangrijkste kenmerken:
Individuatie
Het Zelf is het ultieme doel van individuatie en vertegenwoordigt de
harmonieuze eenheid van het bewuste en onbewuste.
Individuatie vraagt om een verschuiving van het ego-centrisme naar een breder
en dieper bewustzijn, waarin het ego in dienst staat van het Zelf, in plaats
van de volledige identiteit te domineren.
Transcendente functie
Dit is een dynamiek die plaatsvindt tussen bewuste en onbewuste
elementen, waarbij tegengestelde krachten in de psyche op elkaar inwerken om
een nieuw, evenwichtiger standpunt te bereiken.
Door middel van de transcendente functie kan een persoon psychische conflicten
overwinnen en nieuwe psychische structuren vormen.
Zelfverwerkelijking en authentiek leven
Het eindpunt van individuatie is een gevoel van authentiek en volledig leven.
Een persoon leert te handelen vanuit innerlijke waarden en zelfkennis in plaats
van sociale verwachtingen of geconditioneerde reacties.
Dit leidt tot een leven dat rijker is in betekenis, innerlijke rust en balans.
Het belang van individuatie
Individuatie is volgens Jung een levenslang proces en een psychische reis
naar zelfontdekking en zelfrealisatie.
Het helpt mensen om een stabiele identiteit te ontwikkelen, om zinvolle
relaties op te bouwen en om een gevoel van verbondenheid met het grotere geheel
te ervaren.
Individuatie is niet alleen persoonlijk heilzaam, maar draagt volgens Jung ook
bij aan de gemeenschap, omdat een geïntegreerde, bewuste persoon beter kan
bijdragen aan de samenleving.
Kortom, individuatie is volgens Jung de weg naar zelfkennis en
psychische groei, waarin een persoon zijn bewustzijn vergroot, innerlijke
conflicten oplost en uiteindelijk zijn ware, complete zelf kan belichamen.
Inleiding
Gebaseerd op de psycho-analyse van Carl Jung schrijft de theoloog Edward van
der Kaaij:
‘Christenen brengen hun boodschap onder woorden op basis van archetypen.
Het evangelie is een afspiegeling van wat in onze psyche verankerd ligt. Het
lag - en ligt - in de diepste laag van ons bewustzijn opgeslagen’. 09, pg 272
En verder: ‘Er zijn in wezen geen principiële grenzen tussen de
godsdiensten, ze zijn uit hetzelfde hout gesneden, uit dezelfde bron opgeweld.’
Moslims, christenen, joden e.a. staan in hun diepere laag, het collectief onbewuste, in dezelfde traditie. 09, pg 127
De vraag is hoe dit alles een rol speelt in de bijbelse
boodschap. Daarover het volgende.
Hoe gaan we om met de vele mythologische en symbolische verhalen die in
de Bijbel staan geschreven?
Moeten
wij de oude verhalen in de Bijbel wel zo letterlijk nemen?
Nee, zegt de theoloog John D. Crossan. ‘Het is niet zo dat de oude volken
letterlijke verhalen vertelden en dat wij nu zo slim zijn ze symbolisch uit te
leggen.
Maar het is andersom: ze vertelden in
symbolische zin en wij zijn nu zo dom ze letterlijk te nemen’.
Wat
houdt dit in? Hoe moet je de Bijbelverhalen interpreteren?
Wat is de invulling van onze geloofsvoorstellingen?
1. Onderstaande theologen geven een niet mis te verstane verduidelijking.
Casper Labuschagne is
ervan overtuigd dat het geloof van veel mensen gebaseerd is op een veelvoud van
misverstanden.
Hij schrijft:
‘Ik
ben er diep van overtuigd dat het fundamentalistische bijgeloof - waarbij men
goedgelovig aanneemt dat alles wat in de Bijbel staat, precies zó is gebeurd-
het juiste verstaan van de Schrift in de weg staat.
Deze uiterst simplistische visie op de Bijbel kan voor menigeen een
struikelblok zijn om het geloof in God te behouden.’
En verder:
‘Mijn
eigen geloof in God, zegt Labuschagne, is gebaseerd op mijn eigentijdse, niet
fundamentalistische verstaan van de bijbel.
Van alles wat ik weet, probeer ik het wezenlijke te onderkennen en vast te
houden en het onwezenlijke los te laten’. 10,
pg 38
‘Willen we het verhaal tot zijn recht laten komen dan moeten we, om mee te
beginnen, ophouden om er historische vragen bij te stellen.
Wat we ons wel mogen afvragen is: wat wilde de auteur met dit leerverhaal
duidelijk maken en wat wilde hij overbrengen?’ 10,
pg 88
Labuschagne gaat ervan uit dat het gangbare godsbeeld in het westerse christendom in hoge mate verantwoordelijk is voor de
vervreemding van de moderne westerse mens van de bijbelse boodschap. 10
Harry Kuitert: ‘Onze religies, inclusief het
christelijke, zijn 'van verbeelding';
we hebben ze via via geërfd van verre voorouders, die
er hun kijk op de wereld in onderbrachten door hetzelfde (chaos en dood) anders
te zien.
Zo konden ze weer vooruit.
Van 'verbeelding’ moet je echter geen waarheden maken, geen informatie, want
dan kloppen de verhalen en voorstellingen niet meer.
Waarheden doen niets, je moet ze erop nahouden, maar verbeelding werkt, ze laat
ons hetzelfde anders zien.
De hemel hoeft niet een echte hemel te zijn, het hiernamaals niet echt te
bestaan, God niet een echt wezen te zijn, om toch tot de verbeelding te
spreken’.
‘De religieuze mythen kun je het beste uitleggen als reactie van mensen op hun
omgeving en alles wat daar aan de hand was’. Het was leven in een chaos, leven
in dagelijkse onzekerheid. 06, 2005 pg 41 ev
Dit alles overdenkend: wat een merkwaardig wezen is de mens dat hij zin
verleent aan wat uit zichzelf geen zin meebrengt en op deze wijze vorm weet te
geven aan een wereld van betekenis.
En verder…
‘Alleen
in het verhaal, in de religieuze mythe, kan het echt gebeuren.
Als we in het verhaal blijven, dan klopt de wereld niet, het gebeurt niet echt
wat we daar lezen.
We horen God niet spreken, als we in nood gezeten zijn, in tijden van grote of
kleine rampen helpt Hij ons niet.
'Waar blijft God?' roepen de mensen, maar ze krijgen geen antwoord.’ 06, 2005 pg 92
Rudolf Bultmann (1884-1976) zegt dat we mythologische
geloofsvoorstellingen niet moeten opvatten als ware beschrijvingen van de
werkelijkheid en ze daarmee toespitsen op ons huidige bestaan.
De mythologische voorstellingen uit het Nieuwe Testament zijn de verpakking van
een boodschap die een nieuwe kijk wil geven op onszelf en op een nieuwe wijze
van bestaan. 12, 2016, pg 18
Rochus Zuurmond (1930-2020) dringt er op aan dat de
Bijbelse boodschap opnieuw geijkt moet worden op zijn oorsprong.
De reden daarvoor is dat kernwoorden als ‘God, geloof, schepping, Zoon van God’
een betekenis hebben gekregen die op dit moment meer verduisteren dan
verhelderen. 08, pg 84
Bovenstaande theologen gaven een niet mis te verstane
verduidelijking.
2. Hieronder een evenwichtig overzicht
- De relatie tussen mythologische christelijke
geloofsvoorstellingen en het begrip transcendentie is diep verweven met de kern
van de christelijke theologie en spiritualiteit.
- Om deze relatie te begrijpen, moeten we kijken naar de aard van de mythe, de
functie ervan in het christendom, en hoe deze verband houdt met het
transcendente.
- Een antwoord hierop is te vinden in de bijlage: Transcendentie
en Mythologische Geloofsvoorstellingen
Het
thema in het voorgaande was:
- Religieuze Taal wordt gekenmerkt door religieuze mythes en symbolen.
Het thema hierna:
- Bijbelverhalen moeten worden gelezen als metaforen.
De godsdienstsocioloog Meerten ter Borg
schrijft hierover:
‘Vanaf de Verlichting kon de Bijbel niet meer gelden als Gods woord.
Zij werd een verzameling geschriften uit verschillende meer of minder barbaarse
perioden.
Men moest de sociale positie en de belangen van de schrijvers
(meestal priesters) in de beschouwingen betrekken.
De Bijbel is hooguit door God geïnspireerd. De verhalen moeten goeddeels als metaforen worden opgevat’. 19
Voor wat betreft de Christelijke
religie zijn de vele Bijbelverhalen hét middel om de binnenkant van het
menselijk bewustzijn te beïnvloeden.
Daarbij moet men ervan doordrongen zijn dat deze zijn geschreven in een Religieuze Taal, wat betekent dat ze niet als waar gebeurde geschiedenis moeten worden geïnterpreteerd maar als een taal die wordt gekenmerkt door religieuze mythes en symbolen.
Ze zijn niet objectief zoals je van non-fictie boeken verwacht. Het zijn
teksten die zijn geschreven vanuit subjectieve, vaak profetische
gezichtspunten. In een tijd die ver weg staat van de onze.
Waarom moeten Bijbelverhalen worden gelezen als metaforen?
Antwoord:
Bijbelverhalen als metaforen lezen betekent dat je de verhalen niet letterlijk
interpreteert, maar eerder als symbolische of allegorische representaties van
diepere, universele waarheden, lessen of spirituele inzichten.
De belangrijkste aspecten van deze benadering zijn te lezen in de bijlage:
Bijbelverhalen en metaforen
- Hoe kunnen we op mondiaal niveau omgaan
met de grote hoeveelheid religies en andere levensbeschouwingen?
- Is het mogelijk om vanuit een overstijgende visie álle vormen van religie een
gemeenschappelijke inhoud te geven?
De godsdienstfilosoof Henk Vroom geeft antwoord op deze vragen in zijn boek ‘Een waaier
van visies’. 18,2003
Hij maakt duidelijk dat een filosofie
die zich richt op de religie van een mondiale samenleving zich niet anders kan ontwikkelen
dan tot een theorie van verschillende levensbeschouwingen.
Zijn conclusie is dat één mondiale religie, die alle andere religies overstijgt,
onmogelijk kan bestaan. Lees verder…
Als
voorbeeld noem ik:
De religie in Japan. Dit land kent in feite twee religies, het shintoïsme
en het boeddhisme.
- Shintoïsme is een inheemse Japanse religie, ontstaan in het verre verleden.
De zogeheten ‘Kami’ zijn geestelijke krachten in
bomen, bergen, rivieren, zee of wind.
Deze
werden -en worden- aanbeden. Daarmee leefde -en leeft- het volk in harmonie met
de natuur.
Er is veel wederzijdse beïnvloeding geweest tussen het shintoïsme en het
boeddhisme.
- Boeddhisme is gericht op persoonlijke spiritualiteit.
Velen zien deze levensbeschouwing niet als religie omdat het geen goden vereert.
Daarvoor in de plaats gebruikt men woorden als 'traditie', 'leer' of 'levensbeschouwing',
weliswaar nauw verbonden met ethische voorschriften.
Hierin staat het streven naar ‘de goede mens’ centraal.
Vraag: wat is de hoogste, meest heilige, situatie die door een mens bereikt kan
worden?
Antwoord: dit is Nirwana, de verlichting die de Boeddha zelf bereikt
had.
Levinas
en transcendentie in de relatie tot de Ander
De Franse filosoof Emmanuel Levinas
biedt een uniek perspectief op transcendentie door te stellen dat de mens
zichzelf vindt en overstijgt in de relatie met de Ander (de medemens).
Voor Levinas bestaat echte transcendentie niet in het individuele streven, maar
in de ontmoeting met de Ander, waarbij de ethische verantwoordelijkheid voor de
ander centraal staat.
In plaats van de vraag naar het zijn plaatst Levinas ethiek, goedheid en verantwoordelijkheid vóór alles .
Hij ziet deze ontmoeting als een radicaal moment waarin de mens zichzelf
loslaat en zich volledig wijdt aan de ander, zonder voorbehoud.
Dit is voor Levinas een “ethische transcendentie”: het individu ontdekt
zichzelf door te dienen, te zorgen, en te erkennen dat zijn wezen en vrijheid
onlosmakelijk verbonden zijn met zijn verantwoordelijkheden tegenover anderen.
Deze visie benadrukt dat we de ander nodig hebben om onze eigen menselijkheid
en zingeving volledig te realiseren.
Transcendentie en gesprek
Voor Levinas is transcendentie niet zozeer een
kwestie van het overstijgen van menselijke ervaring naar iets hogers of iets verhevens.
Welk accent legt hij dan wél op dit begrip?
Antwoord: transcendentie is eerder een dynamiek die inherent is aan onze
menselijke relaties, vooral in de ontmoeting met de Ander, de medemens.
Onderstaande tekst geeft hierover duidelijkheid.
Het gesprek
Hoe belangrijk kan het zijn om een serieus
gesprek te voeren met iemand anders?
Volgens Levinas is het ontzettend belangrijk. Alles bepalend zelfs.
“Vooral als het niet blijft bij enkel een uitwisseling van ideeën of een
discussie, maar dat we even onze vastgeroeste persoonlijkheden en opvattingen
ontstijgen en ons laten meevoeren door het gesprek zelf.
Misschien weten we dan namelijk elkaar echt ‘aan te spreken’, rechtstreeks en
direct.
Er zijn dan niet meer ‘ik’jes die met elkaar in
gesprek zijn, maar het is een gesprek ‘van-aangezicht-tot-aangezicht’.
In een dergelijk gesprek kan je er helemaal ‘zijn’.
Het is niet vooraf te bepalen wat er dan precies gebeurt, je zal het dus vooral
eens moeten proberen”. 45
De filosoof Levinas
maakt hiermee duidelijk dat zo’n gesprek van algemeen menselijk belang is.
Zonder deze interactie, zonder diepgaande wederzijdse communicatie, geen
waarheid, geen rechtvaardigheid, geen menselijkheid.
Levinas laat in zijn boek Totaliteit en oneindigheid zien waarom de mens afhankelijk is van
relaties met de ander, de medemens, die als het ware intervenieert in het
leven.
Muziek en transcendentie hebben een diepgaande relatie, waarbij muziek
in staat is om ervaringen te creëren die verder gaan dan het alledaagse en ons
in contact brengen met een gevoel van hogere bewustzijnstoestanden.
- Muziek kan diepe emoties oproepen en ons in
staat stellen om verbinding te maken met onze innerlijke gevoelens.
- Soms kan muziek ons het gevoel geven dat we verbonden zijn met iets groters
dan onszelf.
Als voorbeelden geef ik
- Mozart, Ave Verum
- César Franck, Panis Angélicus
- Michel Maisky,
Kol Nidrei
- Handel, He shall feed his flock
Waarom geeft meditatieve muziek de mens rust?
Meditatieve muziek kan rust geven doordat het bepaalde elementen bevat die ons
zenuwstelsel kalmeren en de geest tot ontspanning brengen.
Dit heeft te maken met de manier waarop het onze hersenen beïnvloedt, zowel
fysiek als mentaal.
Lees verder… Hoe muziek onze hersenen beïnvloedt
Tijdens een kerkdienst boeit onze plaatselijke predikant, ds. Hans Meijer, zijn toehoorders niet alleen met een heldere, goed te begrijpen verkondiging maar geeft ook -waar nodig- een eigentijdse interpretatie van Bijbelteksten.
Ook
gaf hij in verschillende van zijn ‘leerhuizen’ informatie over recente
theologische ontwikkelingen.
Voor
mij een stimulans om niet alleen filosofische en psychologische onderwerpen,
maar ook actuele theologische thema’s te bestuderen, zoals in dit hoofdstuk
staat vermeld.
De godsdienstsocioloog Meerten ter Borg vraagt
zich af waarom gelovigen zo vaak vast houden aan traditionele, orthodoxe
kennis. Ook al is die verouderd.
Er is blijkbaar moed voor nodig, zegt hij,
om een standpunt in te nemen dat afbreuk doet aan datgene wat men gewend is.
Men raakt erdoor in verwarring.
Ter Borg roept mensen op met de slogan Durf te weten!
Het ‘durf te weten’ impliceert de harde waarheid dat we zelf
verantwoordelijk zijn voor ons geloof en onze traditie”. 19, 2010, hfd II,5
Lees de bijlage: We zijn vrij om te geloven en ons geloof te
kiezen
Als
ik als uitgangspunt neem dat ik ‘durf te weten’, wát wil ik dan precies weten?
Het
zijn onderstaande onderwerpen.
- Ons Godsbesef par.1
- Jezus,
wie is hij? par.2
- Verzoening in Christus, het kruis par.3
- Het hiernamaals par.4
- Het zondebesef, verschuiving par.5
- De weg naar het goede par.6
Twee
vragen:
a. Wanneer is ons menselijk Godsbesef ontstaan?
Voor een antwoord op deze vraag volg ik de gedachtegang van de historicus Yuval Harari.
Hij schrijft: ‘70.000 jaar geleden was er sprake van een cognitieve revolutie: de mens verwierf betere hersenen, waardoor hij meer greep kreeg op de wereld en zijn taalvermogen uitbreidde.
Door taal was hij in staat om sociale relaties te benoemen en te communiceren over abstracte begrippen, zoals goden, het leven na de dood, eer en rechtvaardigheid.’ 51, 2015
b. Kan het Godsbesef zich in de loop van de tijd wijzigen? En hoe?
Twee antwoorden:
- Carel ter Linden: ‘God’ is identiek met een geestelijke
werkelijkheid, te omschrijven als ‘dragende krachten
zoals trouw, liefde, vergevingsgezindheid en rechtvaardigheid die het leven en
deze wereld bijeen houden. 03, 2014, pg 130 ev.
En verder: ‘De voor ons leven en onze samenleving essentiële grondwaarden komen ons niet van boven of buiten ons bestaan aangevlogen.
De
mens heeft ze met vallen en opstaan ontdekt als de enige weg om het leven met
elkaar op deze aarde mogelijk te maken, en herkend als eeuwige waarden.’ 03,
2014, pg 164
- Rick Benjamins ziet
God niét als een
almachtige die de wereld naar zijn hand zet.
Hoe ziet hij wél de relatie ‘de mens en het goddelijke’?
Antwoord:
- ‘In een spirituele wereld worden mensen aangedaan of
aangeraakt door het oneindige, het irrationele.
Het is alleen de mens die de mogelijkheid heeft dit te beleven, dit vanwege
zijn geest die verbonden is met het transcendente, het goddelijke.
Deze verbinding overkómt je als mens’. Bron: 12,
2016, pg 16
Verschillende
toelichtingen:
De Amsterdamse School
De Amsterdamse School is een stroming, in de jaren 1960, binnen
de protestantse theologie.
Deze had veel aandacht voor de wijze waarop de bijbelverhalen werden verteld.
De
predikant Nico ter Linden vatte deze benadering samen met de woorden:
veel bijbelverhalen zijn wel waar, maar
niet echt gebeurd. Zie 04
Een belangrijke vertegenwoordiger van de Amsterdamse School was Rochus Zuurmond.
Hierover
het volgende.
De theoloog Rochus Zuurmond:
Over de vraag ‘Bestaat God? schrijft hij:
‘Het valt ons als moderne mensen op dat theologen en filosofen in de
oudheid kennelijk geen probleem hadden met het onhistorische karakter van
mythologische verhalen’.
Beeldspraak is bij hen niets anders dan een manier van doordacht spreken.
Of die manier, vergeleken bij een logisch betoog, inferieur is, hangt af van
het soort onderwerp.
Sommige onderwerpen behandel je beter als logos,
andere als mythos.
(anders gezegd: als feit of als fictie).
Het bestaan van goden zou daarom ook voor ons geen probleem behoeven te zijn.
Kijk maar om je heen; je ziet ze overal, iedere dag.
Wij noemen ze weliswaar geen goden, maar machten die onze samenleving bepalen
zijn er wel degelijk, zoals de Economie, de Markt, de Media, de Democratie, de
Mode, de Rechtbank, Seksualiteit en Onze Cultuur.
'Economische groei' is ook typisch zo'n idee waarin we maar blijven geloven,
net zoals ‘marktwerking’.
Wij kennen zulke machten geen persoonlijkheid toe, omdat wij anders denken over
'personen'.
Maar in de praktijk functioneren ze precies zoals de goden in de oudheid.
Het zijn de machten in de samenleving die zó vanzelfsprekend zijn dat ze bij
ons niet als macht (god) worden herkend. Hun gezag wordt probleemloos als
vanzelfsprekend ervaren’. 08, pg 84
De
theoloog Ton Veerkamp:
‘God als naam voor een functie, niet voor een persoon. Zoals ‘koning’ dat ook
is’.
‘God’ als een maatschappelijke basisorde. Dat is ‘een orde van recht en
waarheid, vrijheid en gelijkheid’. 07
De godsdienstsocioloog Meerten ter Borg zegt dat mensen beschikken
over het vermogen tot transcendentie: ze zijn in staat dingen te zien die er
niet zijn. Dat geldt ook voor ‘God’. 19
Harry Kuitert. Zijn theologische ontwikkeling.
Hoe kan Transcendentie (ander woord voor God) in onze
werkelijkheid zijn zonder daarvan een onderdeel te worden?
Er is maar één deugdelijk antwoord: wij voelen ons aangesproken, en ervaren
daarin de Macht die met het woord 'God' wordt bedoeld. 06,
2000 pg
182
Lees verder: De levensweg van Harry Kuitert en zijn
boodschap
De
filosoof Ger Groot:
‘Het gaat om het vinden van de eigen weg, die aanvankelijk leidt
- naar God, vervolgens
- naar het goede,
- naar een goed leven en ten slotte
- naar zelfrealisatie, zoals het aan het eind van de 20e eeuw zal gaan heten,
- inmiddels
los van iedere religieuze context.
Ieder
mens heeft de opdracht zijn volstrekt particuliere eigenheid te verwerkelijken:
daarin ligt zijn unieke waarde’. 40
Jezus, zowel historisch als mythologisch kenbaar.
Wat houdt dit in?
Een omschrijving van verschillende theologen:
Kuitert: Binnen het
Christendom is Jezus de centrale figuur. Hij was een méns die leefde in déze
wereld en wilde als Jood de God van Israël nieuw leven inblazen.
Merkwaardig dat vele jaren later het idee opkwam dat hij naast een menselijke ook nog een goddelijke natuur bezat.
Jezus heeft zichzelf niet als een buitenaards mens gezien, in het bezit van een goddelijke natuur, maar als méns onder de ménsen, zij het met een bijzondere taak. 06, 1998
De theoloog Doornbos gaat verder met deze
denkwijze en stelt de vraag hoe bijbelteksten moeten worden gelezen en hoe ze moeten
worden geïnterpreteerd. Daarover het volgende…
Doornbos (1946) vraagt
zich af waar het idee vandaan komt om Jezus letterlijk
als zoon van God te beschouwen.
Hij geeft als antwoord dat dit ongetwijfeld wordt veroorzaakt door het veel te
letterlijk lezen van Bijbelteksten.
Men hield daarbij geen rekening met de totaal andere taalwereld van de schrijvers.
Men zag onvoldoende dat er in geloofstaal werd geschreven te midden van de oosterse verhaalcultuur. 05, pg 109 ev
Soms wordt in Bijbelteksten gezegd, of minstens gesuggereerd, dat Jezus
letterlijk bij God zelf vandaan komt, uit de hemel. Hoe kan dit?
Doornbos geeft als antwoord:
De evangelisten schreven hun teksten in geloofstaal.
Het zijn stuk voor stuk achteraf geschreven
verhalen waarin mensen vertellen over hun ervaringen met Jezus. 05, pg 112
Labuschagne: Jezus werd bij zijn doop in de Jordaan toegerust met de Geest van God.
Deze zou hem in staat stellen om zich te wijden aan zijn bijzondere opdracht. 10, pg 215.
(Overigens: ‘Het is niet alleen Jézus die de Geest van God ontvangt; zij wordt ook geschonken aan gewone mensen’, aldus Labuschagne. 10, pg 213)
Op welke wijze zou Jezus na zijn dood blijven leven? (Hij had immers beloofd
terug te komen).
Het antwoord is dat zijn volgelingen hem zullen leren kennen als ‘een Geestelijk teruggekeerde Jezus’. 10, pg 223
In navolging van de apostel Paulus plaatst de theoloog Edward van der Kaaij Jezus
op spiritueel en mythologisch niveau.
Hij schrijft:
‘de Messias van Paulus
leek veel op de mysteriegoden in het oude Egypte.
Daar bestond de zoon van
God met de naam Osiris die verbonden was met een andere wereld’.
Op grond hiervan komt hij tot de uitspraak:
‘Alle gebeurtenissen in
het leven van Jezus Christus moeten worden uitgelegd als metafoor van ons eigen ideale bestaan’ 09, pg 173
Het uitgangspunt van
Edward van der Kaaij (1952) is dat het ‘leven
van Jezus Christus moet worden gezien als een metafoor.
Met als voorbeeld De opstanding
van Jezus.
Hij schrijft:
‘Of Jezus letterlijk is opgestaan uit de dood doet er helemaal niet toe.
Het gaat er om dat je als gelovige zelf opstaat uit je (geestelijke) dood.
En of Jezus letterlijk
blinden ziende heeft gemaakt is niet van belang, de genezing wil ons ertoe
brengen dat wij zelf onze blindheid zien.
Of Jezus doven de oren
heeft geopend maakt niet uit, het gaat erom dat Jezus ons gehoorzaam maakt’.
Geen enkel ‘feit’ uit het leven van Jezus
doet er toe, het kan net zo goed niet echt gebeurd zijn.
Van de historische Jezus los, zou ik de verhalen zo uitleggen dat de wonderen
ons ertoe willen brengen dat wij in Christus gaan horen en zien en in Christus
uit onze dood opstaan.
Dus dat hij de Levende in ons bestaan
wordt. De opstanding, maar ook het leven van Jezus
Christus, moet worden uitgelegd als metafoor van ons eigen ideale bestaan’. 09, pg 147
Zie ook De Jezusmythe
Edward van der Kaaij noemt
de boeken van Tjeu van den Berk en Freke & Gandy als
uitermate interessant.
Hieronder een eerste indruk.
Het oude Egypte: bakermat van het jonge Christendom
De theoloog Tjeu van den Berk
stelt de vraag: bestaat er een relatie tussen mythische oerbeelden en het op de
Bijbel gebaseerde Christendom?
Zijn antwoord: ‘Deze relatie is juist
fundamenteel, de christelijke leer is gebaseerd op universeel
aanwezige oerbeelden’.
Tjeu van den Berk:
‘De godsdienst-fenomenologen
hebben ons geleerd op wat voor wijze de eerste Christenen in hun
levensbeschouwing aansloten bij de mythen en symbolen van de Oude Egyptenaren.’
‘Het is niet zo, stellen zij, dat Christenen die beelden bewust ontleenden aan andere culturen.
Ze werden onbewust door die beelden zelf gedreven’.
‘De grote mythen van het jonge christendom ontstonden niet in het orthodoxe
Jeruzalem, het klassieke Athene of het wettische Rome, maar in de smeltkroes
van het gnostieke, Egyptische Alexandrië.
Daar ontleende een groep vrijzinnige joden,
zij het meestal onbewust, hun identiteit aan een drieduizend jaar oude religie
die gebaseerd was op de Egyptische Osiris-mythe. De mythe van Christus is een
geschenk van de Nijl’. 01,2011
Tjeu van den Berk
claimt dat door Egyptologische studies na 1990 steeds duidelijker wordt dat de
wortels van het christendom meer in Egypte dan in het jodendom liggen.
Het lijdensverhaal van de god Osiris zou een
oermythe zijn die precies past op het lijdensverhaal van Christus: een god die
als een mens lijdt.
Ook blijkt dat in het vroege christendom de mythe en de uitbeelding van Isis en
haar zoon Horus model hebben gestaan voor afbeeldingen van Maria met het kindje
Jezus.
En verder…
> Een goed leesbaar
overzicht van Tjeu van den Berk:
De
zaak die nu christelijke religie heet, bestond reeds bij het oude Egypte
> De video waarop Tjeu van
den Berk zijn verhaal vertelt
Video youtube, 5 minuten:
Komt
het vroege christendom uit het oude Egypte?
Het zijn de wetenschappers Freke en Gandy die hun onderzoek
richten op mythische oerbeelden.
Hun vraag:
Was Jezus oorspronkelijk een heidense God?
Hun subvragen:
• Wat als duizenden jaren vóór het christendom ook heidenen een Zoon van God hadden aanbeden?
• Wat als deze heidense verlosser op 25 december vóór drie herders uit een maagd werd geboren, water in wijn veranderde, stierf en met Pasen weer tot leven kwam, en zijn lichaam en bloed offerde als heilige communie?
• Wat als deze heidense mythen herschreven waren als het evangelie van Jezus Christus?
• Wat als er absoluut geen bewijs zou zijn voor het bestaan van een historische Jezus?
• Wat als de eerste christenen wisten dat het Jezusverhaal een mythe was?
• Wat als de waarheid voor ons verborgen is gehouden door de grootste doofpotaffaire uit de geschiedenis?
Bovenstaande vragen zeggen genoeg.
Het zijn geen vragen maar feiten.
Ze leveren overtuigend bewijs dat de uitleg
die door het Westers Christendom werd
gegeven ondeugdelijk is. 62,
2005
Waarom? Het is gebaseerd op een letterlijke interpretatie van mythische allegorieën.
Een onmogelijke manier van denken.
Wat door middel van beeldspraak duidelijk
wordt gemaakt kan niet als waar gebeurd feit worden uitgelegd.
Een juiste manier van interpreteren kwam van
de (heidense) gnostici: zij waren zich ervan bewust dat alle goden en godinnen in wezen bestonden uit twee
universele archetypen.
Zie 62 ,2007,pg.27
Freke en Gandy: als
onderzoekers van wereld- en klassieke mystiek herkenden wij de grote
overeenkomsten tussen het verhaal van Jezus en die van stervende en verrijzende
heidense godmensen.
Ook als muziek te beluisteren:
- Osiris,
Egypte, Opera: Osis en Osiris , Laszlo Polgar of Osis
en Osiris, In diesen heil'gen
Hallen
- Dionysus,
Griekenland
- Mithras, Perzië
- Orpheus,
Opera: Orpheus
en Euridice
- Adonis,
Syrië. Opera: Venus
en Adonis
- Baäl en
Asjera,
Kanaän
Elk volk heeft zijn eigen mysterieën
Freke en Gandy leveren
fascinerend bewijs voor hun stelling dat ‘bijna alle volkeren rond de
Middellandse Zee op een bepaald tijdstip de heidense mysteriën hadden aanvaard
en deze hadden aangepast aan hun eigen nationale voorkeur’.
In de eerste eeuwen vóór Christus had op een
gegeven moment een groep joden dit ook gedaan en een joodse versie van de
mysteriën gemaakt.
Joodse ingewijden bewerkten de mythen van
Osiris-Dionysus om het verhaal te creëren van een joodse stervende en weer
verrijzende godmens: Jezus Christus.
Bron: 62,2005
Freke en Gandy geven als informatie een indrukwekkende toelichting door
middel van youtube-video’s.
Het zijn twee documentaires van elk 52 minuten:
Jezus zoon van God – deel 1
Jezus
zoon van God – deel 2
Gnostische filosofie
als manier van denken
Freke en Gandy: we moeten onderscheid maken tussen enerzijds de levende wijsheid
van de gnosis en anderzijds de religieuze dogma’s die ons al eeuwen hebben
verstikt.
Gnostische filosofie
is geen intellectuele theorie over de werkelijkheid.
Het is een manier van denken, bedoeld om ons te helpen zelf de werkelijkheid te
ervaren. 62,2006
pg 142
De Jezus van Paulus
Wie is
Jezus?
Freke en Gandy:
- ‘De Jezus van Paulus is een duidelijk mythisch figuur die niet in een
bepaalde plaats of tijd woont.
Paulus citeert Jezus nooit en schildert hem niet af als een kortgeleden Joodse
leermeeser.
Hij behandelt hem zelfs helemaal niet als iemand die echt geleefd had’.
- ‘Als Paulus ons ‘het geheim’ van het christendom onthult, heeft het volstrekt
niets te maken met een historische Jezus’. 62,2005 pg 201
-
‘De Jezus van Paulus is de stervende en herrijzende godmens van de gnostici,
niet de historische figuur van de orthodoxen.’ 62,2005 pg 196
- ‘Als gnosticus beschrijft Paulus de verhalen in de heilige schriften al allegorisch
en symbolisch’.
62,2005 pg 199
Hieronder: hoofdstukken met een centraal thema,
Met als leidraad: het actualiseren van geloofsvoorstellingen.
Er
bestaat veel onrecht in deze wereld, veroorzaakt door o.a. hoogmoed, hebzucht,
jaloezie, woede en onwetmatig machtsvertoon. Hoe hiermee om te gaan?
Kan dit alles worden rechtgezet door Jezus die voor ‘al onze zonden’ stierf aan
het kruis?
En daardoor vrede en verzoening mogelijk maakte?
De logica hiervan is voor mij niet te vatten.
De
teksten die ik hieronder geef spreken mij wél aan.
Het
is de evangelist Marcus die de betekenis van het kruis
weergeeft.
Hij schrijft ‘keer om op je egoïstische levensweg en ga mee op het pad van de
waarheid, van het licht.
In Marcus 8 vers 34 is te lezen dat Jezus de menigte bij zich riep en zei ‘wie
mijn volgeling wil zijn moet zichzelf
verloochenen, zijn kruis op zich nemen en zo achter mij aankomen’. 45, 2003, pg 128
De
Frans-Joodse filosoof Emmanuel Levinas, 20e eeuw, schrijft
dat ‘verzoening in Christus’ niet verstaan zou moeten worden als een
miraculeuze goddelijke vergeving van alle zonden maar
veeleer als appél aan mij persoonlijk tot een Messiaanse levenshouding waarbij
ik, bevrijd van het kwaad dat mij isoleert en mij op mezelf richt, mij
verantwoordelijk weet voor alle anderen’. 45 pg 128
Het
is de theoloog Edward van der Kaaij die zegt dat de vele
bijbelverhalen als metaforen (beeldspraak) moeten worden opgevat.
Het leven van Jezus Christus moet worden uitgelegd als metafoor van ons eigen ideale bestaan.
Hij schrijft: ‘Of Jezus letterlijk is opgestaan uit de dood doet er
helemaal niet toe.
Het gaat er om dat je als gelovige zélf opstaat uit je (geestelijke)
dood’. 09, pg 147
De
theoloog Cees den Heyer (1942-2021)
schreef een boek over de ‘Verzoening’ (1997).
Hij komt daarin tot de conclusie dat de verzoeningsleer waarbij Jezus is
gekruisigd om God en mensen te verzoenen niet als dogma is terug te vinden in
de Bijbel.
Mijn conclusie?
De verzoeningsleer is geen leer, het is niet meer en niet minder dan een geloofsvoorstelling.
‘Verzoening in Christus’ zou
moeten worden gerealiseerd in ons hedendaagse leven.
De filosoof Levinas geeft mijns inziens de juiste invulling met zijn wijze van
denken: de gewetensvolle
mens die onderweg is naar het goede.
Is het denken over een hiernamaals realistisch? Of is het niet meer en niet minder dan een geloofsvoorstelling?
Plato en zijn bovenwereld
Het
is de filosoof Plato die ca. 400 v Chr
een basis legde voor een dualistisch wereldbeeld, een bovenwereld en een aardse
wereld.
Kenmerkend voor de bovenwereld is dat
daar de oerbeelden bestaan van alles wat we op de aarde tegenkomen. Deze bestaan
eeuwig, in perfecte vorm.
Kenmerkend
voor het aardse leven is het
omgekeerde. Alles wat daar bestaat is tijdelijk, onvolmaakt en aan verval
onderhevig. Niets is er blijvend.
Plato is van mening dat er met de mens, als bezield wezen, iets uitzonderlijks
aan de hand is.
Vanuit een vóór-bestaan daalt een ziel naar de aarde om daar plaats te nemen in
het fysieke lichaam van een mens.
Deze ziel blijft het hogere en onsterfelijke deel van een mens en verlangt ernaar ná het aardse leven weer terug te keren naar de bovenwereld waar hij zijn eeuwige leven kan voortzetten.
Wat we als mens goed moeten weten is dat we door onze beperktheid denken dat we op deze aarde in de werkelijkheid leven.
Dit echter is slechts een schijnwerkelijkheid.
Als middel om deze theorie te verduidelijken schrijft Plato zijn beroemd
geworden grotmythe.
Met zijn visie distantieert Plato zich van het aardse leven en zoekt de ware
werkelijkheid in het rijk van de oerbeelden (ideeën) die eeuwig zijn en
onveranderlijk.
De schrijvers van het Nieuwe Testament gingen door met deze gedachte.
Hemel en aarde bleven volstrekt gescheiden.
Bij de lichamelijke dood stijgt de menselijke geest op naar een andere, hogere
werkelijkheid.
Tot de Moderne tijd, de Verlichting, bleef de opvatting van ‘twee werelden’
bestaan.
Het nieuwe denken over ‘hiernamaals’
Typerend
voor de Moderne tijd is de uitspraak van de filosoof Schopenhauer (ca 1850).
Hij schrijft: Ik
weet dat mijn bestaan net zo kortstondig is als een lichtflits tussen twee
duistere eeuwigheden. 42 pg 196
We zien hier hoe de dualistische visie van Plato definitief is verlaten en wordt vervangen door een relatief kort menselijk bestaan dat plaats vindt als een onderbreking van ‘de duistere eeuwigheid’.
Hoe ga ikzelf om met deze ‘lichtflits’-gedachte? Het betekent nogal wat om een hemelse eeuwigheid in te wisselen voor een aardse werkelijkheid.
Het zijn opnieuw Liberaal-Christelijke theologen die duidelijkheid bieden.
Het is Kuitert die naadloos aansluit bij de uitspraak van Schopenhauer. Hij schrijft:
“Wij zijn onszelf een raadsel, weten niet waar we vandaan komen en waar we heen
gaan.
Waarom zijn we er maar even, en daarna niet meer?
Elk mens is een tijdelijk verschijnsel.
Zijn macht, waarde en waardigheid is begrensd door zijn tijdelijkheid.
Mensen zijn niet onsterfelijk, en hebben ook niet een onsterfelijke component.
Als de levensgeest is geweken is het over en uit. Het hierNA-maals ruilen we in
voor het hierNU-maals”. 06, 2002, pg 206
Maar
hoe staat het dan met mijn relatie met het goddelijke? Het is toch de God Jahwè
die altijd met mij mee gaat? Kuiterts antwoord is weliswaar positief maar voegt
daar wel aan toe dat God met
ons mee gaat zolang we ademen.
Hij schrijft hierover: “Geest en adem horen bij elkaar,
de samenhang tussen die twee verduidelijkt waarom wij voor een tijd een plaats
van god zijn.
Doodgaan is inleveren, adem inleveren.
Wij zijn - heel letterlijk - voor ons bestaan aangewezen op lucht, op de lucht
die we inademen.
Is er geen lucht meer, dan stokt de adem en gaan we dood, en omgekeerd is
doodgaan ophouden met ademen.
Aangewezen op adem, op iets van buiten: dat element delen mensen met elkaar, zo
handhaven ze zich.
Zolang het duurt, ademen houdt een keer op: een mens blaast de laatste adem
uit, zeggen we.
We zijn 'plaats van god' af, als we doodgaan”. 06, 2002, pg 195/196
Zoals eerder gezegd gaan we in deze Moderne Tijd niet meer mee met de visie van Plato’s ‘Bovenwereld’. Hetzelfde gebeurt met het ‘Hiernamaals’.
Wat nu?
De woorden van Kuitert neem ik heel serieus.
“De troost van een hiernamaals in te ruilen voor de upgrading van het nu, dat
is het waar ik de voorkeur aan geef.
Als we het doodgaan aanvaarden als natuurlijk lot, blijven we bovendien dicht
bij de ervaring van het werkelijke leven.
Geest is niet ons eigendom, het doodgaan bewijst dat tamelijk rigoureus.
Het fantaseren van een verlengstuk aan ons leven doet in elk geval niets af of
toe aan het harde feit van dat 'inleveren'.
De hemel kun je ontkennen, bijzetten bij de illusies, maar dat je de geest weer
inlevert, daar kan geen mens omheen. Wie dood is, is uitgepraat.
'De geest keert terug' is dus veel realistischer.
De uitdrukking stamt uit het boek Prediker, een bijbelboek
van een auteur die alle verhalen over god, mens en wereld achter zich heeft
gelaten.
In hoofdstuk 12 vers 7 is te lezen 'De geest keert terug tot God, die hem heeft gegeven'. We hebben de
geest maar even, zolang als we leven”. 06, 2002 pg 209
“Geest is niet een bezit, mensen zijn geen eigenaars.
Hij is er voor een bepaalde tijd, en daarna houdt het leven op, en dat
'ophouden' is hetzelfde als: de geest keert terug tot wie hem heeft
gegeven”. 06, 2002 pg 210
Hoe denkt Carel ter Linden hierover?
Hij
schrijft ‘Ik kan mij een perspectief over de grens van de dood als gelovige niet
indenken.
En wel omdat God, het levensgeheim, een geestelijke werkelijkheid is.
De dragende kracht van deze wereld en van dit leven’.
'Leven' betekent: mij in mijn leven
voor deze krachten openstellen, om hiermee in verbinding met God te blijven, en
mijn roeping als mens te kunnen vervullen.
Maar ik kan die krachten niet los denken van ons lichamelijk en geestelijk bestaan op aarde,
waarmee ze onverbreekbaar verbonden zijn.
Als ik sterf, houdt die verbinding op. Die krachten hebben dan hun werk
gedaan.’ 03 pg 176
Rochus Zuurmond heeft een heel andere invalshoek.
Hij laat daarmee zien dat we er lange tijd naast hebben gezeten.
Hij zegt “Als het over het
hiernamaals gaat moet worden bedacht dat 'leven' en 'dood' in de Bijbel geen
primair biologisch gedefinieerde begrippen zijn, maar vooral sociale noties.
'Leven' is het goede, actieve leven, samen met anderen”. 08 pg 145
Mijn eigen visie
De hierboven genoemde theologen geven mij een overtuigend antwoord.
De levensloop van alles wat leeft, dus ook van een mens, bestaat uit drie
fasen: groei, bloei en verval.
Geen mens is onsterfelijk, als zijn levensgeest is geweken is er een einde
gekomen aan zijn leven.
Valt na deze uitspraak verder niets meer te zeggen? Toch wel.
Het is de filosoof Levinas die een passend antwoord geeft. Hij zegt ‘dat ik,
over de dood heen, verder ga in mijn kind
en tegelijk ook niet.
Met andere woorden: de dood blijft voor mij een absolute grens die op mij botst
met als gevolg verlies van mijzelf.’ 46,
2018 hfd 1.2.5
Is hierover nog iets meer te zeggen?
Het antwoord is ‘Ja’
Het is de neuropsycholoog Dirk J Bakker die er veel meer
informatie over kan geven. 22
Hij zegt:
- Het leven wordt zowel genetisch als epi-genetisch doorgegeven.
- Interessant is zijn deskundigheid op het terrein van de epi-genese:
zie daarvoor de bijlage epi-genese.
De volgende geloofsvoorstelling gaat over de menselijke ethiek ofwel de kennis van goed en kwaad.
Een psalm of gebed waarin de door mijzelf gemaakte zonden centraal staan heeft
mij nooit aangesproken.
Ik kon er niets mee, niet in mijn adolescentiejaren en nu nog steeds niet.
Om die reden waren de woorden van Kuitert voor mij een opluchting: ‘De
Christelijke religie heeft te lang mensen klein gehouden.
Eeuwenlang heeft de kerk mensen zondebesef ingedruppeld, en daarmee het leven
van miljoenen mensen geordend, bepaald, ook ontregeld, en vaak gefnuikt.
Gewone mensen waren zondaars, en dat moesten ze weten: zondaars mogen niet te
hoog van de toren blazen’ 06 2002 pg 159
Bram Moerland omschrijft deze situatie treffend: ‘Niet iedereen ging naar de
hel. Er was ook genade. Maar de toorn van God vanwege de zonden was zo groot
dat de kans op genade maar heel klein was...’
Lees verder zijn jeugdherinneringen.
Het
deed me goed kennis te nemen van een eigentijds en vernieuwd zondebegrip.
Deze kwam van Fokko Omta, theoloog, geb. 1956, die het zondebegrip als
onderwerp had gekozen voor zijn dissertatie (2019). 11
Hij schrijft “er is onder veel Christenen een verandering gaande waarbij
men van het traditioneel theïstisch beeld van een persoonlijke God verschuift naar het ‘goddelijke’ als een
immanent principe, als kracht of geest”.
Zie verder de bijlage Post-theïsme
& de zonde
Conclusie:
Een essentiële geestelijke kracht in de mens is dat hij vanwege zijn ethisch bewustzijn kan kiezen tussen goed en kwaad.
De mens kan voor zijn ‘medemens een wolf’ zijn, zie bijlage
Hij kan ook ‘de weg van het goede’ in te slaan.
De mens heeft -anders dan dieren- de vrijheid te kiezen tussen goed en kwaad.
In hoeverre volgen mensen
de weg naar het goede?
De historicus Rutger Bregman geeft als antwoord dat de meeste mensen deugen.
Hij constateert dat de meeste mensen altruïstisch
en sociaal zijn ingesteld.
Bron: 55, 2019
Bregman heeft kritiek op de heersende negatieve perceptie die vaak wordt gecreëerd
door de publieke media.
Ze belichten vooral de uitzonderingen op positief gedrag.
De werkelijkheid is anders.
Rutger Bregman geeft een diepgaande analyse van de menselijke natuur en de
manier waarop we naar goedheid en moraliteit kijken.
Hij wil het gangbare idee weerleggen waarin wordt gezegd dat mensen van nature
egoïstisch, gewelddadig of kwaadaardig zijn.
In plaats
daarvan stelt hij dat mensen in essentie goed zijn, en dat dit gegeven grote
invloed kan hebben op hoe we samenlevingen organiseren en problemen aanpakken.
Lees verder de bijlage: de meeste mensen deugen
Vanaf de Verlichting, in de 18e eeuw, maar zeker ook aan het eind
van de jaren 1950, tijdens het postmodernisme,
is de theologische antropologie veranderd in een filosofische antropologie. Met als uitgangspunten:
- Het is de méns die de grondslag wordt van alles wat gebeurt.
- Men wilde niet meer zoeken in ‘een hogere werkelijkheid’.
- De méns neemt de plaats in van God.
Het
nieuwe uitgangspunt wordt de wereld zoals deze zich voordoet. ‘Als realiteit, voor de
mens waarneembaar’.
En verder…
De filosofische stroming die mijn voorkeur heeft is bekend onder
de naam ‘fenomenologie’.
Hoe fenomenologie te omschrijven?
Ik kies de formulering van de filosoof Ger
Groot.
‘De fenomenologie is een filosofische stroming die zich richt op verschijnselen
zoals ze zich aan ons mensen voordoen.
Dit alles gebeurt zonder voorafgaande theoretische aannames of interpretaties.
Daarbij geldt dat feit en interpretatie niet -in absolute zin-
zijn te scheiden: elk mens geeft op subjectieve wijze betekenis aan datgene wat
hij intuïtief waarneemt.
Onze waarnemingen worden beïnvloed door onze eigen overtuigingen, ervaringen en
culturele achtergrond.
Fenomenologie heeft een brede invloed gehad, niet alleen in de filosofie, maar
ook in andere disciplines zoals de psychologie en de sociologie. 40,2011
De filosoof Edmund Husserl wordt beschouwd als de grondlegger van de
fenomenologie.
Hij bracht grote verandering in de filosofie omdat hij het oude probleem bewustzijn
versus
wereld op een totaal eigen manier oploste.
De verhouding tussen beide suggereert namelijk dat
deze twee bestaan als gescheiden zaken.
Dit is niet het geval, zegt Husserl, de wereld is er alleen voor zover ze zich aan het bewustzijn toont.
Het
bewustzijn zelf is dan ook geen te begrijpen object maar veel meer te
kenschetsen als een openheid naar de wereld.
Welke plaats geeft Edmund Husserl de metafysische, transcendente,
wereld?
Zijn
antwoord:
Er bestaat geen wereld
áchter de wereld zoals die zich aan ons bewustzijn toont.
‘Toch hebben wij mensen een natuurlijke neiging om een wereld op zich te
veronderstellen áchter de waarneming van onze eigen wereld’. 40, pg. 235 ev
Meer informatie over Husserl? Lees de bijlage
En verder…
‘Wat is de zin van mijn leven?
Dit is een vraag die de hedendaagse mens zichzelf stelt. Het is voor hem van
essentieel belang dat zijn leven betekenis heeft.
Hierover
gaat het volgende hoofdstuk.
De filosoof Frank Martela (1981) schrijft dat ‘bijna iedereen weleens
wordt overvallen door het gevoel dat zijn bestaan volledig zinloos is.
Dit kan gebeuren wanneer je je werk ervaart als nutteloos.
Of dat je te maken krijgt met een groot verlies zoals de dood van iemand waar je heel veel van houdt.
Ineens
komt de gedachte bij je op: mijn leven stelt niets voor, mijn leven is zinloos
geworden’. 44
Een populaire
gedachte in deze tijd is dat we de wereld naar onze hand kunnen zetten, dat we
in een ‘maakbare wereld’ leven. Men kan tegenwoordig veel, met name op het
gebied van techniek, economie en geneeskunde. In
onze huidige wereld leggen we ons lot niet meer in de handen van een God, maar
van onszelf.
Ons tijdperk is er één van individuele verantwoordelijkheid. We zijn bezig met
zelfbeschikking.
We willen ook ons ZIJN regelen - wie ik in wezen ben,
en de ZIN van ons leven - het weten waarvoor ik leef.
Maar daar gaat het mis. Hoe kan dit? Hieronder een antwoord op deze vraag.
De filosoof Martin Heidegger (1889-1976) zegt “als het bestaan een zin heeft, dan is die er
slechts in de mate waarin deze mij toevalt, ik kan die zin niet zelf maken.
Vertrouwdheid en overgave aan het bestaan zijn daarvoor noodzakelijk.
De
wereld waarin ons bestaan zinvol kan zijn, wordt niet van begin af aan door
onszelf ingericht.
‘Zin’ geef je niet aan je leven. Zin is er of is er niet.
Je kunt hem niet ‘produceren’ zoals we dat doen met een gebruiksvoorwerp.
Zin is meestal onopgemerkt aanwezig binnen ons bestaan”. 40, 2017, pg 275
De theoloog Klaas Hendrikse schrijft ‘Je leven is geen eigen fabricaat,
je hebt jezelf niet gemaakt, en datgene waar je gelukkig van wordt ook niet.
De tijdgeest stelt de mens voor als een onafhankelijk, autonoom individu dat
zelf verantwoordelijk is voor het uitstippelen van de route naar een geslaagd
leven.
Of het nu gaat om succesvol zijn, er jonger uitzien dan je bent, veiligheid, welstand, geluk of bewondering, er leeft of heerst in onze samenleving een collectieve veronderstelling dat we ons leven in eigen hand hebben. Het ideaal is de vrije mens die heer en meester is over zijn eigen leven’.
‘Dit is onzin’ schrijft Hendrikse: ‘je kunt wel zelf bepalen dat je morgen op reis gaat, maar niet dat je levend terugkomt.
Iedereen is afhankelijk van omstandigheden die niet beheersbaar zijn.
Je leven is maar ten dele maakbaar, het is vooral kwetsbaar: het komt zoals het komt, met gebreken, mislukkingen en teleurstellingen.
Tragiek
ligt altijd op de loer en er bestaat geen God die je behoedt voor tegenslag en
verdriet.’ 02, 2007, pg 100
- Psychologische problemen
In zijn boek ‘Borderline times’ schrijft de psychiater Dirk De Wachter dat veel mensen vastlopen door psychologische problemen die veroorzaakt worden door de veel eisende samenleving. Het leidt tot spanningen die iemand zelf niet meer aan kan.
Oorzaken kunnen zijn:
- het weggevallen van het eigen religieuze instituut
- het verdwijnen van transcendente momenten
die in groepen wordt beleefd
- het niet meer hebben van een pastoraal gesprek als daar behoefte aan is.
De Wachter: ‘als dit alles niet meer bestaat, wie kan ze dan nog helpen?
Antwoord: het zijn psychiaters en psychologen die in de bres springen.
In de psychiatrie is borderline met
voorsprong de meest gestelde diagnose. Bovendien is de lijn tussen patiënten en
niet-patiënten flinterdun’. 31
Dirk De Wachter vraagt zich af of wij collectief op weg zijn naar ziekte en ongenoegen en of we op weg zijn naar verbrokkeling, impulsiviteit en zinloosheid. ‘Mensen gaan zich verzetten tegen deze symptomen. Ze willen opnieuw de waarde inzien van hechting, engagement, solidariteit en gemeenschapszin.
Al te veel zélfverwerkeling leidt tot
individualisme en daarmee eenzaamheid. De kern van mens-zijn is relatie met de
medemens’.
Onze
samenleving, zegt Dirk De Wachter, is er een geworden van de hoogste pieken,
van het steeds beter,
verder en hoger.
Wat erger is: we staan er bijna niet meer bij stil dat die pieken de laagtes niet
opvullen. We zien geen onderscheid tussen wat ons heel even gelukkig maakt en
wat het leven echt zin geeft.
Echte relaties met de ander.
Dirk De Wachter legt de nadruk op het belang van echte relaties met anderen.
Dit als een essentieel onderdeel van ons welzijn en geluk.
Wanneer hij zegt dat "echte relaties met de ander" het belangrijkste
is voor een mens, wijst hij op de fundamentele menselijke behoefte aan
nabijheid, begrip en betekenisvolle interactie.
Wat moet ik me daarbij voorstellen?
Een antwoord is te lezen op de bijlage.
Dirk de Wachter als Christelijk non-theïst
Wat houdt dit in?
Een Christelijk non-theïst gelooft in de ethische en morele waarden van het
christendom zonder te geloven in een persoonlijk god.
Denk daarbij aan religieus humanisme.
Een mens kan een sociale betrokkenheid bij het christendom ervaren zonder de
traditionele theologische overtuigingen te delen.
Zie in de bijlage hoe Dirk de Wachter zijn gedachten
onder woorden brengt.
Dirk De Wachter stelt dat ‘geluk’ niet maakbaar is, maar dat zingeving wél de deur naar geluk kan
openen.
Hij betoogt dat we meer elkaars psychiater moeten worden. Verdriet mag er zijn.
We dienen te accepteren dat we soms ongelukkig zijn. En dat we het ongeluk
mogen delen met onze naasten. 31,
2022
Bron: Een medische
bespreking
De kunst van het ongelukkig zijn
In
2022 krijgt Dirk de Wachter zelf te maken met gezondheidsproblemen. Hij
schrijft daarover: ‘Ik had het al van mijn leermeesters meegekregen. Maar nu ik
de afgelopen jaren zelf met een ernstige ziekte ben geconfronteerd en de dood
in mijn nek voelde blazen, kan ik het ook uit eigen ervaring vertellen.
Er zijn voor een ander, dat is cruciaal in mijn vakgebied. Die menselijke
nabijheid, die aanraking, heeft mij zelfs letterlijk in leven gehouden’.
Lees verder: vertroostingen,
2023
Zie ook:
- Dirk De Wachter over wat kanker met
hem doet, 2023
Hoe
verloopt het leven van een mens?
Te beginnen met de ontwikkeling van een 12-jarige.
1. Adolescentie, 12-18 jaar
Een goede identiteitsontwikkeling
tijdens de adolescentie is van cruciaal belang voor het vormen van een gezonde
en zelfbewuste volwassene. Hieronder de kenmerken
van een positieve identiteitsontwikkeling bij adolescenten:
Zelfvertrouwen, identiteit
- Ze hebben een goed gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Ze
geloven in eigen capaciteiten.
- Ze hebben het vermogen om onafhankelijk te zijn en zelfstandig
beslissingen te nemen.
- Ze maken zich los van ouderlijke controle en ontwikkelen een gevoel van
autonomie.
- Ze staan open voor nieuwe ervaringen en ideeën.
Emoties, relaties
- Ze hebben het vermogen om emoties te herkennen en te begrijpen.
- Ze kunnen gezonde en ondersteunende relaties aangaan met leeftijdsgenoten,
familie en anderen.
- Ze weten hoe conflicten op te lossen en er effectief over te communiceren.
Het is belangrijk op te merken dat identiteitsontwikkeling een complex proces
is en dat niet alle adolescenten zich op dezelfde manier ontwikkelen. Sommigen
kunnen moeite hebben met bepaalde aspecten van identiteitsvorming, en dat is
normaal. Steun, begrip en begeleiding van ouders, verzorgers, leraren en andere
vertrouwde volwassenen kunnen een cruciale rol spelen bij het bevorderen van
een positieve identiteitsontwikkeling bij adolescenten.
2. Vroege
volwassenheid, 18-35 jaar
Een diepgaande en intense liefdesrelatie tussen
een man en een vrouw kan
verschillende kenmerken hebben die deze relatie uniek en betekenisvol maken.
Het is belangrijk op te merken dat elke relatie uniek is en dat niet alle kenmerken
op elke relatie van toepassing hoeven te zijn.
Hier zijn echter enkele veelvoorkomende kenmerken van
een diepgaande en intense liefdesrelatie:
Emotionele binding en vertrouwen:
- Partners voelen een sterke emotionele band met elkaar.
- Ze tonen empathie voor elkaars emoties en bieden elkaar ondersteuning in
moeilijke tijden.
- Ze begrijpen elkaars gevoelens en behoeften zonder woorden.
- Ze voelen een liefde voor elkaar die diep en onvoorwaardelijk is, ook met
alle tekortkomingen.
- Ze delen fysieke intimiteit en genegenheid, wat hen helpt een diepe band te
creëren.
- Ze vertrouwen elkaar volledig en zijn loyaal aan elkaar, waardoor ze zich
veilig voelen in de relatie.
Respect:
- Ze respecteren elkaar als individuen en waarderen elkaars eigenschappen,
interesses en prestaties.
- Ze kunnen openlijk met elkaar communiceren over hun gedachten, gevoelens en
zorgen, zonder angst voor veroordeling.
- Ze kunnen conflicten en meningsverschillen op een gezonde en constructieve
manier oplossen, zonder het respect voor elkaar te verliezen.
Het is essentieel om te onthouden dat een diepgaande en intense liefdesrelatie
tijd en moeite vergt van beide partners. Het ontwikkelt zich in de loop van de
tijd en kan worden versterkt door respect, communicatie en wederzijdse inzet.
3. Middelbare leeftijd (35- 60 à 65)
Het realiseren van je levensdoel op middelbare leeftijd is een prachtig streven en zeker
haalbaar. Het is belangrijk om te onthouden dat leeftijd geen belemmering hoeft
te zijn voor persoonlijke groei, prestaties en het najagen van je dromen.
Hier zijn een paar stappen die je kunnen helpen om je levensdoel te realiseren:
Verschillende aspecten
- Neem de tijd om na te denken over wat jouw levensdoel eigenlijk is. Wat zijn
je passies, waarden en wat wil je echt bereiken in het leven? Dit kan een
diepgaand proces zijn, dus wees geduldig en eerlijk met jezelf.
- Het bereiken van je levensdoel kan uitdagend zijn en vraagt om
vastberadenheid en doorzettingsvermogen. Laat je niet ontmoedigen door
tegenslagen, maar zie ze als leermomenten en ga door.
- Zoek steun en inspiratie bij vrienden, familie of gelijkgestemde mensen. Een
ondersteunend netwerk kan je motiveren en je door moeilijke tijden heen helpen.
- Terwijl je je richt op het waarmaken van je levensdoel, is het belangrijk om
ook balans te behouden in andere aspecten van je leven, zoals gezondheid,
relaties en ontspanning
- Positiviteit en optimistisme kunnen je helpen om gemotiveerd te blijven,
zelfs als je voor moeilijk op te lossen uitdagingen komt te staan.
Onthoud dat het waarmaken van je levensdoel op elke leeftijd een reis is. Het
is nooit te laat om je dromen na te jagen en te streven naar vervulling in het
leven. Wees vriendelijk voor jezelf en geniet van de reis terwijl je stappen
zet richting het realiseren van je levensdoel.
4. Late volwassenheid, vanaf 60 à 65 jaar
Het is gebruikelijk dat mensen, vooral in hun latere volwassenheid, gaan nadenken over de zin van het leven.
Naarmate we ouder worden, kunnen levenservaringen, prestaties en verlies van
dierbaren ons ertoe brengen diepere vragen te stellen over het doel en de
betekenis van ons bestaan.
Hier zijn enkele veelvoorkomende perspectieven die late volwassenen kunnen
hebben als ze terugkijken op de zin van het leven:
- De betekenis van het leven
- Veel mensen beseffen dat de betekenis van
het leven niet zozeer ligt in materiële bezittingen of prestaties, maar eerder
in de waardevolle ervaringen die ze hebben gehad en de relaties die ze hebben
opgebouwd met anderen.
- Het kunnen terugkijken op een leven vol vreugde, liefde en verbondenheid met
anderen kan als zeer zinvol worden ervaren.
- Voor anderen kan de zin van het leven te vinden zijn in de alledaagse,
ogenschijnlijk kleine dingen: de schoonheid van de natuur, vreugde in het
moment, het ervaren van plezier in dagelijkse activiteiten, en het cultiveren
van dankbaarheid voor het leven zelf.
- Mensbeschouwing
- Mensbeschouwing vormt de kern van veel levensbeschouwingen
en filosofieën. Het kan helpen om de fundamenten van onze geloofssystemen en
overtuigingen te begrijpen en te versterken.
- Het is belangrijk op te merken dat de
zoektocht naar de zin van het leven een zeer persoonlijke en subjectieve
ervaring is. Wat voor de ene persoon betekenisvol is, kan voor een ander
misschien niet zo belangrijk zijn.
- Het is een reis die zich gedurende het hele leven kan ontvouwen, en het is
normaal dat het antwoord kan veranderen naarmate iemand nieuwe ervaringen
opdoet en zich verder ontwikkelt.
- Het erkennen van de eigen waarden, overtuigingen en aspiraties is essentieel
om de zin van het leven te ontdekken en een gevoel van vervulling te ervaren.
De
psychiater Erik Erikson beschrijft hoe een mens in
verschillende levensfasen psychische schade kan oplopen. Wat moet ik me daarbij
voorstellen? Zie psychische schade
Bronnen: Lievegoed 26, de Wit 27 en Erikson 34
In dit hoofdstuk gaat het over mijzelf, Bernard Sietses, als filosofisch denker.
Een indruk van mijn innerlijke wereld
Vooraf
In een spirituele, transcendente wereld worden mensen aangedaan of aangeraakt
door het oneindige, het irrationele.
Dit verschijnsel kan zich op
allerlei momenten voordoen, zoals bij de kenwijzen: muziek,
religie of filosofie.
- Wat gebeurt er als je naar klassieke muziek luistert?
Een mens kan worden opgetild in een wereld van muzikale schoonheid.
Dit kan leiden tot een genieten en een afdwalen naar je innerlijke wereld.
Niet in woorden uit te drukken.
Hoe is dat mogelijk?
Muziek roept emoties op die diep in ons verankerd zijn en ons verbinden met
iets groters dan onszelf.
Luister naar:
- W.A. Mozart Laudate Dominum
- J.S. Bach Sheep may savely grace
- G.F. Handel He shall feed his flock
- J. Mendelsson Ich harrete des Herrn…
De
spirituele wereld en muzikale taal
Harry Kuitert
‘Het Goddelijke is van muzikale taal,
de hemel is van muzikale taal,
het paradijs waar de engelen je naar toe mogen dragen, is ook van muzikale taal.
Het is alles van muzikale taal en moet van muzikale taal blijven, wil het zijn betekenis houden’.
06, 2005 pg 191
Wat wil Kuitert zeggen met deze beeldende taal?
Antwoord: Muzikale Taal als spiritualiteit
Hoe kunnen sterke emoties worden opgeroepen?
De psycholoog Carl Jung geeft antwoord, zie zijn boek Archetypen, nr. 30
Muziek kan sterke emoties oproepen en diepe spirituele ervaringen
teweegbrengen.
Dit alles kan worden verklaard door de echo van archetypische
symbolen die door muziek worden opgeroepen.
Wat voor symbolen bedoelt hij? Lees
de bijlage de Moeder, de Held, de Schaduw, de Wijze
Oudere.
De intensiteit waarmee mensen religieuze muziek beleven, kan worden versterkt
door de herkenning van deze symbolen die resoneren vanuit een menselijk collectief
onbewuste, een
soort opslagplaats van latente beelden die de mens als soort heeft geërfd uit
zijn verre verleden.
Dat Carl Jung deze diepgaande ervaringen toekent aan ‘muziek’ is ook terug te
vinden in de ‘De Absolute Geest’ van Georg Hegel. Te vinden in dit weblog, Hoofdstuk
I, Hegel.
Als afsluiting, luister naar …
- Handel ‘As steals the morn’ 01,
of als alternatief 02
In
het transcendente gebied van het menselijk bewustzijn bevindt zich de ‘wereld
van het goede, het ware en het schone’.
Ik denk daarbij aan de ideeënleer van Plato
Kenmerkend voor de religieuze kenwijze is dat deze alleen subjectief kan
worden belééfd.
In hoeverre zijn menselijke geloofsvoorstellingen te verbinden met
religieuze ervaringen?
De veelheid aan Christelijke kerken laat zien dat er verschillende
toegangspoorten open staan.
Echter: een keuze wordt door mensen zélf gemaakt.
Mijn eigen keuze is sterk beïnvloed door de theoloog Harry Kuitert.
Een indruk van Kuitert’s opvattingen
Het boek Hetzelfde
anders zien markeert
een definitieve verschuiving in Kuiterts denken naar een meer humanistische,
niet-theïstische interpretatie van het christelijk geloof.
Hij ziet religie als een menselijk product dat betekenis geeft aan het leven,
maar niet als een afspiegeling van bovennatuurlijke waarheden. 06, 2005
Zie verder de bijlage: Hetzelfde
anders zien. Het christelijke geloof als verbeelding
Rick Benjamins
Met Kuitert’s opvattingen als basis maak
ik kennis met de boeken van Rick Benjamins.
Zijn denken als Liberaal Christen geven
een goed vervolg.
Hij schrijft:
Religie biedt mensen een handvat om de
overweldigende ervaringen van het leven te duiden.
Wat houdt dit in?
- Een mens ontvangt religie doordat hij ervaringen van transcendentie opdoet.
- Zo’n ervaring van transcendentie is nadrukkelijk geen ervaring van een
bovennatuurlijk object, maar een ervaring van de werkelijkheid.
Deze maakt zo’n indruk dat de mens zich daardoor van buitenaf uitgenodigd voelt
om die ervaring als goddelijk, heilig of bovennatuurlijk te duiden.
Hierdoor kan een mens komen tot het beter en rijker verstaan van zichzelf en zijn
bestaan.
Bron 12, 2022
pg27
Andere kenmerken van het Liberaal Christendom:
- Filosofische, psychologische en nieuwe historische inzichten worden serieus
genomen en beïnvloeden het theologisch denken.
- Het is een Christendom dat zich kenmerkt door een meer progressieve interpretatie van de Bijbel en een ruimdenkende
benadering van geloof en ethiek.
- In plaats van geloof wordt
gesproken over geloofsvoorstellingen
wat inhoudt dat het ménsen zijn die op basis van persoonlijke ervaringen,
belevingen en denken zich verbonden weten met een goddelijke dimensie die hun
leven geestelijk verrijkt. 12, 2016
- Bijbelse verhalen worden kritisch geïnterpreteerd, ervan uitgaande dat
gebeurtenissen veelal niet echt gebeurd zijn maar wel een diepe religieuze
waarheid bevatten. Veel bijbelteksten zijn geschreven als mythe, symbool of
metafoor. 12, 2022
Zie bijlage: raakvlakken tussen De theologen Harry Kuitert en Rick Benjamins
N.B.
Interessante informatie over het boek Boven
is onder ons van de theoloog Rick Benjamins, zie: Bert Altena, blog
Inleiding
De filosofie geeft mij inzicht in een fundamenteel andere manier van denken.
Filosofen zijn niet gebonden aan richtlijnen die gelden voor wetenschappelijk
onderzoek en ook niet aan theologische waarheden. De filosoof overkoepelt beide kenwijzen, hij construeert zijn studie
vanuit een filosofische metapositie.
Het waren de colleges filosofie van de hoogleraar Dr.
J.G. Bomhoff die bij mij een doorbraak teweeg brachten. Dit
gebeurde eind jaren 1960.
Ik ontdekte dat filosofie
je leven buitengewoon kon verrijken en je ongekende
perspectieven kon bieden.
Een
filosofische stroming waar ik voor kies is de fenomenologie.
Met als kenmerken:
- De fenomenologie is gericht op verschijnselen
zoals ze zich aan ons mensen voordoen.
- De wereld is er alleen voor zover ze zich aan het bewustzijn toont.
- Dit alles gebeurt zonder voorafgaande theoretische aannames of
interpretaties.
- Elk mens geeft op subjectieve wijze betekenis aan datgene wat hij intuïtief
waarneemt.
Zie verder Hoofdstuk IV, de fenomenologie van Edward Husserl.
Als ontwerper van dit weblog
beschrijf ik als kern van mijn mensbeschouwing:
- muziek, als klassieke muziek,
- religie, als liberaal christendom,
- filosofie, als fenomenologie.
Is het mogelijk dat deze drie kenwijzen een belangrijke eenheid vormen binnen
mijn eigen denken en beleven?
Als antwoord geeft ChatGPT:
Ja, het is goed mogelijk dat deze drie kenwijzen een diepe eenheid kunnen
vormen in jouw denken en beleven.
Deze domeinen hebben elk hun eigen wijze van betekenisgeving en inzicht, maar delen
een gemeenschappelijk doel:
- het zoeken naar de kern van wat het betekent om mens te zijn en
- hoe wij ons verhouden tot de wereld en tot het transcendente.
Lees
verder… het volledige antwoord
Te beginnen met: Laten we dit nader onderzoeken:
-
Het is de filosofische antropologie die de basis legt onder mijn mensbeschouwing.
Uitgangspunt is het denken binnen de filosofie, psychologie, psycho-analyse en
theologie.
Filosofie
-
Met de buitenkant van het bewustzijn
maakt een mens kennis met een zintuiglijk waarneembare wereld.
- De binnenkant is als een
droomwereld. Deze speelt zich af in het onbewuste, zonder tijd en ruimte, roept
beelden op van een surrealistische omgeving.
In zo'n wereld kunnen gebeurtenissen willekeurig en onsamenhangend lijken.
De
droomwereld is geworteld in het onbewuste, daagt ons uit om na te denken over
de aard van onze psyche en de manier waarop we de werkelijkheid ervaren.
Psychologie
Het
menselijk bewustzijn wordt sterk beïnvloed door intuïtie en subjectiviteit.
Enkele belangrijke punten om dit verder te verkennen:
Intuïtie
- Intuïtie is vaak gebaseerd op de snelle, onbewuste verwerking van informatie. Ons brein kan patronen en verbanden herkennen zonder dat we ons daar bewust van zijn.
- Intuïtieve beslissingen worden vaak gevormd door eerdere
ervaringen en kennis.
- Intuïtie stelt ons in staat om snel beslissingen te nemen, wat
cruciaal kan zijn in situaties waarin tijd van essentieel belang is.
Subjectiviteit
- Onze persoonlijke ervaringen en emoties kleuren onze waarnemingen en interpretaties. Wat voor de ene persoon logisch lijkt, kan voor een ander onbegrijpelijk zijn.
- De manier waarop we de wereld waarnemen, wordt beïnvloed door onze
zintuigen, culturele achtergrond en persoonlijke geschiedenis.
- Dit betekent dat verschillende mensen dezelfde situatie op heel verschillende
manieren kunnen interpreteren.
Psycho-analyse
- Het persoonlijke onbewuste is een opslagplaats van materiaal dat
niet meer bewust is maar dat gemakkelijk tot het bewuste kan opstijgen.
- Het bestaat uit herinneringen en gedachten die uit het bewuste zijn gestoten
omdat zij onbelangrijk of bedreigend zijn.
- Het collectief onbewuste is de machtigste kracht in de
persoonlijkheid. In dit onbewuste bevinden zich oerbeelden. Deze zijn afkomstig
van menselijke ervaringen uit een zeer ver verleden.
Theologie
- De diepe
Bijbelse waarheid heeft als doel richting te geven aan het leven van mensen.
- Bijbelverhalen geven veelal mythologische en symbolische voorstellingen. Ze
zijn de verpakking van een boodschap
die ons een nieuwe kijk wil geven op onszelf en op ons bestaan.
- Mijn visie is post-theïstisch. Daarin verschuift het beeld van een
persoonlijke God naar het ‘goddelijke’ als een transcendent principe, als een
geestelijke kracht.
- De vele diepliggende Bijbelse
boodschappen zijn tijdloos. Het zijn geen verhalen over datgene wat eeuwen
geleden heeft plaats gevonden. Ze gebeuren steeds, ook in déze tijd.
- Interpretatie van de Bijbel is tijdgebonden. Afhankelijk van
veranderde inzichten zullen geloofsvoorstellingen moeten worden aangepast.
- In plaats van ‘de zondige mens’ kies ik voor een
gewetensvolle mens die onderweg is naar
het goede.
Het leven van de mens
- Tussen geboorte en dood vindt een menselijk leven plaats.
Leeft een gedeelte van hem, zijn geest, verder na zijn dood?
Het antwoord is: nee, elk mens is een tijdelijk verschijnsel zowel
lichamelijk als geestelijk.
Elk mens die leeft …
‘Elk
mens die leeft waardeert.
- Een leefwereld is een waardenwereld.
Want leven is liefhebben en haten en achteloos voorbijgaan.
Leven is voorkeur en afkeer, onverschilligheid en intens met iets bezig zijn.
Leven is dingen moeten doen, die je niet graag doet en dingen niet kunnen doen,
die je dolgraag zou willen doen.
Elke mens heeft zo zijn eigen wereldje’.
‘Waarderen
is zingeven.
- Elk mens is een zingever.
Iedereen brengt zingeving dagelijks in de praktijk’.
‘Elk
mens is een eigen zijn, met een eigen
aard.
- Dit eigen ZIJN is geen vast omlijnd, massief blok.
Het is eerder een kunnen-zijn, een taak die volbracht moet worden.
Elk mens heeft een onbekend aantal mogelijkheden die naar verwerkelijking
dringen’.
‘Een mens
leeft geschiedenis.
- Hij moet zichzelf voltrekken.
Het ‘ik’ is een levensgeschiedenis, die zich in verschillende fasen voltrekt.’
Bron: Pater Th. v.d. Vossenberg
- Worden wie je bent …
‘Kom tot je ZÉLF.
Maak het jezelf niet gemakkelijk door mee te liften met diegene die wél een
eigen gefundeerde levensbeschouwelijke opvatting heeft.
Die ander ben jij niet en jij bent die ander niet’.
Het blijkt dat het er bij ‘worden wie je bent’ niet om gaat om een ‘ZELF’ te vinden waar je altijd al naar
op zoek bent geweest.
Jouw ZELF is voortdurend actief, het
is een doorgaand proces dat goed wordt weergegeven door het werkwoord worden’. Nietzsche 43, pg 299 ev
Bernard Sietses (geb. 1945)
studie: doctoraal pedagogische wetenschappen, Universiteit Leiden
loopbaan
docent Prot. Chr. Pedagogische Academie Basisonderwijs, Den Haag
01 Tjeu van den Berk, 2007, Het
mysterie van de hersenstam
01 Tjeu van den Berk, 2011, Het oude Egypte: bakermat van het jonge Christendom
02 Klaas Hendrikse, 2007, Geloven in een God die niet
bestaat
02 Klaas Hendrikse, 2011, God bestaat niet en Jezus is zijn zoon
03 Carel ter Linden, 2014, Wat doe ik hier in godsnaam? Een zoektocht
04 Nico ter Linden, 1996-2003, Het verhaal gaat… Zes delen
05 Harry Doornbos, 2003, Achter een Joodse man aan
06 Harry Kuitert, 1974, Zonder geloof vaart niemand wel
06 Harry Kuitert 1994, Het algemeen betwijfeld christelijk geloof
06 Harry Kuitert, 1998, Jezus nalatenschap van het Christendom
06 Harry Kuitert, 2000, Over religie
06 Harry Kuitert, 2002, Voor een tijd een plaats voor God
06 Harry Kuitert, 2005, Hetzelfde anders zien
06 Harry Kuitert, 2014, Kerk als constructiefout
07 Ton Veerkamp, 2015, De wereld anders. Politieke geschiedenis van het grote
verhaal
08 Rochus Zuurmond, 2018, God en de moraal. Een andere kijk op bijbelse ethiek
09 Edward van der Kaaij, 2015, De ongemakkelijke waarheid
van het christendom. De echte Jezus onthuld.
10 Casper Labuschagne, 2000, Zin en onzin rond de
bijbel, Bijbelgeloof bijbelwetenschap en bijbelgebruik. Beschouwing over de
bedoeling van de schrijvers van oudtestamentische teksten
11 Fokko Omta, 2019, Tijd voor een post-theïstisch zondebegrip
12 Rick Benjamins, 2016,
Liberaal Christendom, ervaren doen denken
12 Rick Benjamins, 2022, Boven is onder ons. Zie: Bert
Altena, blog
13 Henk Berkhof, Christelijk geloof, 1973
13 Henk Berkhof, 1969, De
mens onderweg, een christelijke mensbeschouwing
Godsdienstfilosofie
18 Henk Vroom, 2003, Een waaier van visies, godsdienstfilosofie en
pluralisme
18 Henk Vroom, Ik
en de ander
18 Henk Vroom, Wie
was hij?
Godsdienstsociologie
19 Meerten ter Borg, 2010, Zijn boek, gratis te
downloaden: Vrijzinnigen hebben de toekomst
20 Dick Swaab, 2010, We zijn ons brein
20 Dick Swaab, 2016, Ons creatieve brein
21 Daniel Kahneman, 2019, Ons feilbare denken
22 Dirk J. Bakker, 2012, Wind in het grijze woud; het brein als ontvanger en gever van leven
22 Dirk J. Bakker, 2014, Contactblad, Nieuwkoop. Epigenese
23 Abraham Maslow, 1974, Motivatie en persoonlijkheid
23 Duane Schultz, Groeipsychologie, 1979. Hierin: Het mensbeeld van Abraham
Maslow
24 Gerd Gigerenzer, 2022, De kracht van je intuïtie: de intelligentie van het onbewuste
25 Alexander Lowen, Je bent je lichaam, 1975, Bio-energetica
25
Lowen&Maslow Maslow,Zelfverwerkelijking&LowenBio-energetica
26
Bernard Lievegoed, De levensloop
van de mens
27
J. de Wit, Psychologie
van de adolescentie
28
M.J. Langeveld, Theoretische
Pedagogiek
29
R.L. Morgan, Hedendaagse psychologie
30 Carl G. Jung, 1977, Archetypen
30 Carl G. Jung, 1982 Oerbeelden.
30 Duane Schultz, 1979, Groeipsychologie. Hierin: Het mensbeeld van Carl Jung
31 Dirk De Wachter, 2012, Borderline times. Het einde van
de normaliteit
31 Dirk De Wachter, 2022, De kunst van het ongelukkig zijn
32 Edith Eger, 2018, De keuze. Leven in vrijheid.
33 Frankl Viktor, 1978, De zin van het bestaan, een inleiding tot de logotherapie
34 Erik H. Erikson, 1971, Het kind en de samenleving
34 Erik H. Erikson, 1972, Identiteit, jeugd en crisis
40 Ger Groot, 2017, De geest uit de fles. Hoe de moderne
mens was en wie hij is. Zie zijn Acht
hoorcolleges
41 Bertrand Russell, 1990, Geschiedenis der westerse filosofie
42 André Klukhuhn, 2023, De geschiedenis van het westerse denken.
42 André Klukhuhn, 2020, De vreemde lus. Over bewustzijn en het verbond tussen wetenschap, kunst, filosofie en mystiek.
42 André Klukhuhn, artikel Wie
denken we wel dat we zijn?
42 André Klukhuhn, artikel Zowel redelijke als emotionele kennis
43 John Kaag, 2019, Met Nietzsche de bergen in
44 Frank Martela, 2020, Een prachtig leven. Hoe vind je zin in je bestaan?
45 Joachim Duyndam, 2003, Levinas, Trouw, Serie De grote filosofen
46 Jan Keij, 2018, De filosofie van Immanuel Levinas
47 Rens Bod, 2023, Waarom ben ik hier? Een
kleine wereldgeschiedenis van zingeving
48 Henri Bergson, de
buitenstaander en de deelnemer
49 Filosofie.nl, Oude
denkers geven ons nieuwe perspectieven
50 Stephen Fry, 2017, Mythos De
Griekse mythen herverteld
51 Yuval Harari, 2015, Sapiens, een kleine geschiedenis van de mensheid
51 Yuval Harari, 2017, Homo Deus: een kleine geschiedenis van de toekomst
52 Agnes Amelink, 2001, De Gereformeerden
53 Wim Wijnands, 2012, Niet fietsen op zondag. Kleine kroniek van een gereformeerde jeugd.
55 Rutger Bregman, 2019, De meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van
de mensheid
56 ChatGPT
60 Bram Moerland, 2017, Gnosis en
gnostiek
- Artikel Gnosis en gnostiek, wat is dat?
60 Bram Moerland, 1992, Montségur, Gnosis, gnostiek en de kartharen
60 Bram Moerland, Het evangelie van Thomas
61 Jacob Slavenburg, 1994 Nag Hammadi geschriften I
61 Jacob Slavenburg, 1995 Nag Hammadi geschriften II
61 Jacob Slavenburg, 2006, De vrouw die Jezus liefhad, Maria Magdalena
62 Thimothy Freke
en Peter Gandy, 2005, De mysterieuze Jezus.
62 Thimothy Freke en Peter Gandy,
2006, De lachende Jezus
62 Thimothy Freke en Peter Gandy,
2007, Jezus en de verloren godin