Transcendentie en de concreet zichtbare werkelijkheid

Transcendentie verwijst naar datgene wat de grenzen van de directe zintuiglijke ervaring of de fysieke werkelijkheid overstijgt.
Het concept is zowel filosofisch als theologisch van aard en wordt vaak in verband gebracht met het bestaan van een hogere werkelijkheid, iets dat niet direct waarneembaar of meetbaar is. Hier zijn enkele belangrijke kenmerken van transcendentie:

1. Overstijgen van het Zintuiglijke

Transcendentie betreft iets dat voorbij de grenzen van menselijke waarneming en ervaring gaat. Het kan niet volledig worden begrepen of ervaren via de vijf zintuigen of empirische middelen.

2. Onafhankelijkheid van Tijd en Ruimte

Wat transcendent is, staat los van de beperkingen van tijd en ruimte.
Dit betekent dat het niet gebonden is aan een specifieke locatie of tijdsmoment, zoals fysieke objecten of gebeurtenissen dat wel zijn.

3. Onkenbaarheid

De transcendente werkelijkheid is vaak onkenbaar of slechts gedeeltelijk kenbaar.
Mensen kunnen het slechts indirect of via symbolen en metaforen benaderen, aangezien het buiten de grenzen van het rationele of empirische denken ligt.

4. Verbonden met het Absolute of Goddelijke

In veel religieuze en filosofische tradities verwijst transcendentie naar de eigenschappen van het goddelijke of het absolute.
God wordt bijvoorbeeld vaak beschouwd als transcendent in die zin dat Hij buiten de materiële wereld staat en deze overstijgt.

5. Metafysisch Karakter

Transcendentie heeft een metafysische aard, omdat het betrekking heeft op vragen over het zijn, de oorsprong en de uiteindelijke aard van de werkelijkheid, los van de fysische of materiële wereld.

6. Ervaring van het Sublieme of Mystieke

Transcendente ervaringen worden vaak beschreven als momenten van mystieke of religieuze verlichting, waarbij iemand een gevoel van eenheid of verbondenheid met een hogere werkelijkheid ervaart, die niet volledig in woorden is te vatten.

7. Dualiteit

Vaak gaat het begrip transcendentie gepaard met een dualistisch wereldbeeld, waarin er een onderscheid wordt gemaakt tussen de materiële wereld (het immanente) en een hogere, niet-fysieke werkelijkheid (het transcendente).

8. Relatie tot Immanentie

Transcendentie staat in contrast met immanentie, wat verwijst naar datgene wat binnen de wereld van ervaring en materie aanwezig is.
 In sommige filosofieën en theologieën is er echter een dynamische relatie tussen transcendentie en immanentie, waarbij bijvoorbeeld God tegelijkertijd transcendent en immanent kan zijn.

Transcendentie nodigt mensen vaak uit om na te denken over de diepere, existentiële vragen van het leven en hun plaats in een bredere, mogelijk metafysische of spirituele context.
Bron: 56