De religies van Egypte en Babylon waren, evenals andere
oude religies, aanvankelijk vruchtbaarheidsculten. De aarde werd gezien als
vrouwelijk, de zon als mannelijk. De stier werd gewoonlijk beschouwd als de
belichaming van de mannelijke vruchtbaarheid, en stier-goden kwamen dan ook
veelvuldig voor. Hieronder ga ik alleen verder met de aardmoeders ofwel
oermoeders.
Als inleiding op de vraag wie de moeder van Christus (de
maagd Maria) in essentie is, noem ik verschillende oermoeders. Wat is hun
betekenis? Het antwoord is dat ze allen goddelijke vertegenwoordigers zijn van
de kern-waarden van menselijke leven: hun vruchtbaarheid, moederschap, liefde,
geluk en wijsheid. Hieronder een aantal van deze godinnen.
In de Griekse oudheid zijn bekende
voorbeelden van godinnen: Gaia (oermoeder), Rheia (moeder van o.a. Demeter,
Poseidon, Hades en Zeus), Demeter
(godin van de landbouw) en Aphrodite
(godin van de liefde, schoonheid,
vruchtbaarheid). 50
In het oude Egypthe
was Isis een beschermgodin uit de Nijldelta. 01
In Babylon werd de voornaamste plaats ingenomen door Ishtar, de aarde-godin. Overal in West-Azië werd deze Grote Moeder aanbeden, onder verschillende namen. Toen de Griekse kolonisten in Klein-Azië tempels voor haar oprichtten noemden zij haar Artemis, en namen de bestaande vorm van eredienst over. Dit is de oorsprong van de 'Diana van de Efeziërs'.
Binnen het Japanse Shintoïsme is Amaterasu de godin van de zon. Zij wordt als een directe voorouder van de Japanse keizerlijke familie beschouwd. Tot 1945 werd zij als stammoeder vereerd.
Bij de Germanen
was Freyja
de vrouwelijke god. Ze was godin van de vruchtbaarheid, liefde en wellust. Ze
was de ‘mooiste’ van alle goden.
Na het overzicht van bovenstaande oermoeders kom ik bij die van het Christendom. Deze religie transformeerde de goddelijke oermoeder tot de Maagd Maria. ‘Het was een concilie in Efeze dat haar de titel 'Moeder Gods' toekende’. 42, pg 32